Niet meer, maar minder bonussen
De bankencrisis, waar we net een beetje van aan het herstellen zijn, had alles te maken met een doorgeslagen bonuscultuur in de bancaire sector. Bonussen zijn direct gerelateerd aan veel risicovol financieel gedrag. Immers, meer risico levert meer geld op en daarmee ook een hogere bonus. En als het mis gaat, betalen we allemaal de rekening.
Daarom is in de afgelopen jaren Nederlandse wetgeving ontwikkeld om de doorgeschoten bonuscultuur aan banden te leggen. Belangrijk om banken gezonder te maken, maar ook om te voorkomen dat bankiers excessief worden beloond, terwijl de samenleving opdraait voor de risico’s. Verstandig dus.
Toch lijkt wethouder Kajsa Ollongren een andere mening toegedaan. In haar honger om veel bedrijven na de Brexit naar Amsterdam te halen, wees zij buitenlandse financiële instellingen er gisteren bij BNR op dat de strenge Nederlandse bonuswetgeving makkelijk omzeilt kan worden.
Een wethouder van een hoofdstad die bedrijven vertelt dat ze de Nederlandse wet maar niet serieus moeten nemen, dat is nogal wat. Zij neemt daarmee niet alleen afstand van een verstandige ontwikkeling om bonussen aan banden te leggen, maar gaat bovendien in tegen het morele standpunt van een groot deel van de raad, die niet méér maar juist minder bonussen wil. Wij hoeven in Amsterdam geen bedrijven die zichzelf excessief willen belonen.
Amsterdam kent genoeg uitdagingen en problemen. De toenemende tweedeling in de stad is voor veel partijen een toenemende zorg. Ook D66 erkende vorige week in haar partijprogramma dat we ons meer met de toenemende ongelijkheid bezig moeten gaan houden. Het ongelimiteerd binnenhalen van financiële instellingen die zich niet aan de bonuswetgeving willen houden, zal de problemen eerder groter dan kleiner maken. Daarmee wordt het belang van Amsterdam niet gediend.
Gepubliceerd als ingezonden stuk in Het Parool. De brief is samen met GroenLinks fractievoorzitter Rutger Groot Wassink geschreven.