Door op 26 september 2013

De toekomst van de Amsterdamse zorg

Gisteren werd in de commissie Kunst, Sport, Zorg gepraat over de veranderingen die op stapel staan in de Amsterdamse zorg. De gemeente krijgt er de komende jaren een groot aantal taken bij. Voor de PvdA Amsterdam staat één ding voorop. Mensen die zorg nodig hebben, zullen in onze stad altijd goede zorg moeten krijgen. Speciale aandacht hebben we voor de bestrijding van eenzaamheid, waardering voor informele zorg, de nadruk op preventie en de rol van de sociale overheid. Lees hier mijn spreektekst over dit belangrijke onderwerp.

‘Dit is de derde keer dat wij praten over het koersbesluit Noodzaak Voorop, waarin de contouren van de toekomstige, gemeentelijke zorg worden geschetst. We hebben de koerswijzigingen die afgelopen maanden, mede door de op- en aanmerkingen van de commissie zien evalueren tot wat het nu is- een stuk dat bijna klaar is om in de Gemeenteraad besproken te worden. Wij willen de wethouder en ambtenaren bedanken voor het geleverde werk. We zien een oprechte inspanning om een goed, nieuw zorgstelsel klaar te stomen, waarmee de Amsterdammers ook na 1 januari 2015 op goede zorg kunnen rekenen. Op hoofdlijnen zijn we het eens met de vormgeving van het stelsel: gebiedsgericht werken,

Wij geloven in samenredzaamheid en eigen kracht- mits dat meer betekent dan ‘zoek het zelf maar uit’. De Amsterdammer in de hoofdrol: het klinkt prachtig maar wat koop je er voor als je als eenzame oudere thuis zit. Participeren, eigen kracht, welke term je er maar op wil plakken, is voor ons een delicate balans tussen individuele verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid voor wie dat kan, en een sociale, zorgende overheid voor wie dat nodig heeft.

Op dit snijvlak plaatsen wij nog veel vraagtekens. Bijvoorbeeld bij de Hulp bij Huishouden, waar in ieder geval de 85+ ers en OGGZ cliënten worden ontzien, maar waar de overige Amsterdammers eerst in eigen omgeving moeten kijken voor hulp voordat ze moeten aankloppen bij het wijkteam. Wat gaat dit betekenen in de praktijk? Hoe coulant zijn de wijkteams met toekennen van Hulp bij Huishouden? Hoe gaat de zelfredzaamheidsmatrix in de praktijk functioneren?

Ik was laatst op bezoek bij een 77-jarige vrouw, alleen op de wereld, niet in staat om zelf de trap af te gaan en boodschappen te doen. De cake die ik meebracht was het eerste dat ze die dag at. Deze mevrouw heeft grote zorgen over wat haar te wachten staat. Zorg voor iedereen die dat nodig heeft- dat is altijd ons uitgangspunt geweest, en blijft ons uitgangspunt: de middelen moeten terechtkomen bij de mensen die het hardste nodig hebben. En Amsterdam laat niemand in de kou staan.

We gaan zorg naar de buurt brengen: de wijkverpleegkundige komt terug, mensen blijven langer thuis wonen. Als we die zorg naar de buurt brengen, dan moeten we die buurt ook klaarmaken om deze zorg te leveren. Met collectieve dagbesteding en respijtzorg-voorzieningen, bijvoorbeeld, en fondsen en faciliteiten die het mogelijk maken voor bewoners om zelf projecten op te zetten. Want ook hier geldt dat participeren geen gecamoufleerde zoek-het-zelf-maar-uit retoriek mag zijn, maar een wezenlijke inspanning vraagt van gemeente om de voorwaarden te creëren om dit mogelijk te maken.

Wij willen om te beginnen in het koersbesluit een veel grotere rol voor informele zorg, en we zullen daarom volgende week bij de bespreking in de raad ook voorstellen om de budgetten voor ondersteuning van vrijwilligers, maatjesprojecten en mantelzorgondersteuning na de decentralisatie te verdubbelen.

We willen meer vernieuwing zien in de zorg, en dan met name op die gebieden waar formele en informele zorg elkaar raken: laten we Amsterdammers met goede ideeën de ruimte geven om hun eigen zorg te organiseren, zoals we nu al zien in stadsdorpen of de lucas community in Osdorp. We willen graag dat er duurzame samenwerking komt tussen dergelijke initiatieven en formele zorg, zoals wijkverpleegkundigen en zorginstellingen.

Met de uitwerking van het amendement Proeftuinen zorg in de buurt, uit de kadernota 2013, lijkt een goed begin gemaakt te zijn met de waardering voor informele zorg, maar we hebben nog veel vragen over de uitwerking. 100.000 euro voor wijkteam om zorg of welzijnsprojecten te financieren; wie binnen dat wijkteam gaat dat doen? Welke criteria? Is het een opstartsubsidie? Krijgt dit bij succes navolging? Dat was immers het doel van het amendement: doelgericht zoeken naar manieren om zorg en welzijnsprojecten in buurten te verbeteren. Bij de begroting komen we hier zeker op terug. 1000 bloemen laten bloeien: de wethouder zegt het mooi, maar wat heeft hij nou concreet extra gedaan voor vrijwilligers en mantelzorgers? Hij heeft in elk geval geen uitvoer gegeven aan de motie Burke c.s. uit 2011 waarin de raad oproept om de subsidieregeling voor vrijwilligers- en mantelzorgorganisaties aan te passen. Wij gaan deze motie volgende week opnieuw indienen.

Bij de dagbesteding stelt het koersbesluit dat ‘werk de norm is’. Jazeker, voor mensen die de capaciteit hebben deel te nemen aan de arbeidsmarkt, maar voor veel groepen blijven andere vormen van dagbesteding van belang. Maar dat is niet iedereen gegeven. Wij zijn het daarom ook niet eens met de formulering ‘werk is norm’, maar we willen hiervoor in de plaats zien: meedoen aan de samenleving is de norm, en daarbinnen is werk het meest voor de hand liggende middel.

Over dagbesteding gesproken, wij denken dat de stad rijk is aan kansen om op veel creatievere manieren mensen aan een nuttige dag te helpen; ik was laatst op bezoek in Rotterdam waar sportverengingen samen met welzijnsorganisaties dagactiviteiten organiseren: bijhouden van velden, maar ook gezond bewegen. Wij zullen volgende week een voorstel indienen om dagbesteding te koppelen aan andere activiteiten in stad, zoals sport.

En dan preventie. Ik heb het al eerder gezegd: ik vind dat preventie zwaar onder de maat is uitgewerkt in dit koersbesluit. Een goed zorgsysteem begint met preventieve maatregelen- zodat uberhaupt zo min mogelijk zorg nodig is. Welzijn en dagbesteding spelen dus een steeds belangrijkere rol. In het koersbesluit ontbreekt een duidelijke visie op de organisatie van preventie. Zoals in de jeugdzorg het motto is ‘kleine problemen klein houden’, zo zouden we ook in het zorgdomein veel meer moeten investeren in preventie om problemen niet te laten escaleren. De 77-jarige eenzame mevrouw waar ik eerder over sprak, het is wachten op het moment dat ze het zelf niet meer red, en alsnog opgenomen moet worden in een verpleegtehuis. Wat gaan we doen voor de eenzame mensen in onze stad?

Ik vind eenzaamheid een van de grootste problemen van Amsterdam. Ik zal dan ook een amendement indienen om eenzaamheidsbestrijding tot een grote prioriteit te maken, zoals de PvdA dat overigens ook heeft gedaan bij het vaststellen van de WMO-visie. Ik heb sindsdien weinig acties van de wethouder op het gebied van eenzaamheidsbestrijding vernomen.; volgende week is het bovendien de week van de eenzaamheid. Des te meer reden om ons voor te nemen ook op dit vlak de meest sociale stad van Nederland te worden.