Geweld tegen de LHBTQ gemeenschap komt helaas in Amsterdam vaak voor. De afgelopen maanden hebben er verschillende incidenten plaatsgevonden. De hoogste tijd dus om energie, tijd en geld vrij te maken om dit grote probleem te bestrijden. Raadslid Sofyan Mbarki, kandidaat-raadsleden Dinah Bons, Nenita La Rose en Maurits Appeldoorn werden ontvangen door de directeur van COC Nederland, Koen van Dijk, en stafmedewerker van het COC, Jan Willem de Bruin. Zij gingen in gesprek om te onderzoeken hoe de gemeente en maatschappelijke organisaties de problemen rondom dit thema effectief kunnen aanpakken de komende jaren.
Discriminatie op kleine schaal
Geweldsdelicten worden (terecht) groot in de media uitgemeten, maar ook op kleinere schaal zijn er veel problemen voor de Amsterdamse LHBTQ gemeenschap. Er zijn veel (te veel) voorbeelden van mensen die zich onveilig voelen thuis omdat ze gepest worden in de buurt. Het gaat vaak om relatief kleine pesterijen, die een grote impact hebben op het leven van individuen. Die impact is zo groot, dat sommigen zich genoodzaakt voelen Amsterdam te verlaten.
Dat aanpakken is moeilijk en het volledig uitbannen waarschijnlijk onmogelijk. Toch kan de gemeente, als ze goed samenwerken met justitie en lokale organisaties, zoals het COC, wel veel beter doen. Op twee manieren. Men kan de bestaande instrumenten, zoals de treiteraanpak, beter inzetten. Met enkele investeringen, zowel op financieel als op personeel vlak, kunnen dergelijke instrumenten efficienter en effectiever worden ingezet waarmee de resultaten ervan verbeteren.
Slachtoffers LHBTQ pesterijen beter bijstaan
Naast het voorkomen van geweld, discriminatie en pesterijen moet er veel gebeuren aan het bijstaan van slachtoffers. Een veelgehoorde klacht bij het COC is dat slachtoffers van LHBTQ discriminatie zich niet serieus genomen voelen, wanneer zij aangifte doen of een klacht indienen bij meldpunten. Het beter bijstaan van slachtoffers in dergelijke procedures is echter niet alleen belangrijk omdat dit het veiligheidsgevoel onder slachtoffers vergroot, maar ook omdat instanties daarmee een beter beeld kunnen krijgen van de problemen. Wanneer slachtoffers bijvoorbeeld worden geholpen in de aangifte procedure, dan zullen er meer aangiftes worden gedaan en kan de politie beter in kaart brengen waar het geweld zich voordoet.
Hier ligt een belangrijke taak voor de gemeente. Samen met maatschappelijke organisaties die de verschillende groepen binnen de community vertegenwoordigen kan er een infrastructuur worden opgebouwd waar de slachtoffers echt wat aan hebben. De komende jaren moeten er stappen worden gezet om dit grote probleem aan te pakken.