Ieder kind verdient de Amsterdamse kwaliteitsnorm
Met goed onderwijs verbeter je de positie van kinderen, hun ouders, de straat, de wijk, de stad. Daar gelooft de PvdA heilig in. We bewijzen in Amsterdam dat het werkt, iedere dag weer en soms tegen de klippen op. De SP gelooft er niet in en dat is jammer. Want Amsterdam moet verder met een eigen onderwijsnorm die de lat meer dan terecht hoog legt.
In Amsterdam werken we aan een prachtige traditie om te strijden voor het best mogelijke onderwijs voor onze kinderen. Lodewijk Asscher luidde drie jaar geleden de noodklok over de belabberde situatie van het onderwijs in de stad. 44 van de 208 basisscholen scoorden toen een onvoldoende bij de onderwijsinspectie. Tegenwoordig zijn dat er nog maar 10. Pieter Hilhorst heeft bij zijn aantreden als PvdA wethouder direct laten weten de kwaliteit van onderwijs voor alle Amsterdamse kinderen tot een van zijn speerpunten te maken. Van die 10 gaan we dus ook werk maken.
Officieel gaat de Amsterdamse politiek niet over de kwaliteit van onderwijs. Maar in Amsterdam houden we niet van een politiek binnen de lijntjes. Met de opmerking ‘daar gaan we niet over’ zijn onze schoolkinderen en de stad niet geholpen. Met de in 2009 gestarte kwaliteitsaanpak wel, zo is inmiddels onomstotelijk bewezen. Met de Kwaliteitswijzer hebben we transparant gemaakt hoe het onderwijs in Amsterdam er voor staat. En met het actief aanbieden van hulp voor verbetering op scholen, is heel veel bereikt. Daarbij hoort ook streng zijn voor die scholen die het niet goed doen en een norm stellen.
Benoemen dat je het niet normaal vindt dat er scholen zijn waar ver onder het gemiddelde wordt gepresteerd, waar vrijwel nooit een kind naar het HAVO of VWO gaat, waar meer dan de helft van de kinderen niet meedoet aan de CITO toets omdat ze niet eens het laagste niveau VMBO halen. Die norm is in de volksmond de Asschernorm gaan heten.
In het Parool van maandag 7 januari noemt de SP de Asschernorm ‘ambities voor de bühne’. Voor achterstandsscholen zou het probleem groter worden door normen te stellen. Een bizarre redenatie van de SP, waarmee wordt gerechtvaardigd dat je dat je voor kinderen op achterstandsscholen de lat lager mag leggen dan voor andere kinderen.
Het is goed om te wijzen op de zware taak die leraren hebben op achterstandsscholen. Een kind van een e-niveau naar een c-niveau krijgen, is een knappe prestatie en wellicht lastiger dan een kind op een a-niveau houden. Het is daarom ook goed dat in de Kwaliteitswijzer niet alleen scores aan het eind van groep 8 worden weergegeven, maar ook het leerrendement tussentijds. Een leraar die een hoger leerrendement haalt, mag wat ons betreft daarvoor ook beter worden beloond. Dat neemt niet weg dat er ook absolute kwaliteitsnormen moeten worden gesteld. Elk kind verdient een leraar die het beste uit zichzelf haalt, een school waar je het maximale kunt bereiken, waar de school ook staat en wie de klasgenootjes ook zijn.
Geen excuses
De populatie van een school kan in onze ogen nooit slechte prestaties rechtvaardigen. Angst voor selectie aan de poort, oplopende wachtlijsten en verdergaande segregatie moeten we niet bestrijden door de normen te verlagen, maar juist door een Amsterdamse kwaliteitsnorm te handhaven. Dat zorgt ervoor dat alle scholen optimaal presteren, zodat het niet uitmaakt waar je naar school gaat in de stad. Bovendien moeten aannameprocedures transparanter worden gemaakt en voorrangsbeleid bij scholen worden bestreden. Alleen met zo’n Amsterdamse kwaliteitsnorm krijgen we sterke buurtscholen en hoeven ouders niet met hun kinderen de halve stad door omdat er geen goede scholen in hun buurt staan.
Laten we op deze wijze de traditie van de Amsterdamse strijd voor goed onderwijs, die zo voortvarend is gevoerd door Lodewijk Asscher, met verve voortzetten. Want elk kind in Amsterdam verdient de unieke, eerlijke en eigenzinnige Amsterdamse kwaliteitsnorm.