Door op 3 juli 2013

Sociale huurwoningen onmisbaar voor DNA Amsterdam

Amsterdam is een stad waar iedereen woont. Jong, oud, rijk, arm, de slager én de professor en dat het liefst dwars door elkaar. Dat maakt Amsterdam zo levendig, open en spannend. Dit DNA van Amsterdam voor iedereen is iets waar we trots en uiterst zuinig op moeten zijn.

Is het hebben van een grote voorraad sociale woningen dan slecht voor de stad? Als we Barbara Baarsma moeten geloven wel. Zij stelt voor het aandeel sociale woningen fors te verminderen en noemt sociale huur zelfs ‘a-sociaal’.

Laten we eerst een aantal mythes over onze voorraad betaalbare woningen doorprikken. Want wie wonen daar eigenlijk? Dat zijn naast mensen met een vast inkomen onder de grens van 34.229 euro voor een belangrijk deel zzp’ers, studenten en flexwerkers. Allemaal groepen met een enorm belangrijke economische waarde voor onze stad. En ook allemaal groepen die echt niet zomaar meer dan de 681 per maand kunnen betalen.

En met die 681 euro per maand, de maximale prijs voor een sociale huurwoning, hebben we meteen een andere mythe te pakken. Professor Baarsma stelt dat het aandeel sociale huurwoningen met 61 procent in Amsterdam ver boven het landelijk gemiddelde van 33 procent ligt. Ze vergeet daarbij wel te vermelden dat in andere steden een groot deel van de mensen met lagere inkomens een woning vindt op de vrije markt, omdat de markthuren in Heerhugowaard of Heilo veel lager liggen. Doordat Amsterdam veel aantrekkelijker is voor de woonconsument, hebben we de woningcorporaties keihard nodig .

Het is waar dat de toegankelijkheid van de Amsterdamse woningmarkt ernstig in het geding is. Voor een betaalbare woning zijn de wachtlijsten enorm. In de vrije sector wordt het dankzij de plannen van minister Blok corporaties onmogelijk gemaakt te investeren en ook institutionele beleggers zoals pensioenfondsen stellen vaak hoge inkomenseisen, zodat de huurwoningen in het middensegment die zij aanbieden voor een normale starter op de arbeidsmarkt al niet toegankelijk zijn. En in het geval van koopwoningen is het voor veel Amsterdammers inmiddels zo goed als onmogelijk om aan een hypotheek te komen. En terecht wijst Baarsma op het probleem van huisvesting van de middeninkomens. Dat laatste punt delen wij met mevrouw Baarsma. Ook wij willen dat er meer woningen komen voor middeninkomens.

Hoe kunnen we de boel eindelijk in beweging krijgen? Niet door het rücksichtslos verpatsen van betaalbare woningen, daarmee verlies je dat dan van Amsterdam en dat krijg je nooit meer terug.

Dit lukt alleen met een cocktail aan maatregelen. Met startersleningen helpen we jonge huizenkopers op weg. En als banken hypotheken blijven weigeren omdat ze hun geld liever inzetten om het internationale bedrijfsleven te financieren, zorgen we samen met investeerders dat Amsterdammers via een Amsterdams hypotheekfonds of -bank op de benodigde financiering krijgen.

De stad moet blijvend inzetten op het ombouwen van kantoren naar woningen. Dankzij onze voorstellen gemeentelijke regelgeving te schrappen is er vorig jaar 100.000 m2 omgebouwd van kantoren naar andere functies, waaronder wonen. Braakliggende terreinen kunnen al dan niet tijdelijk worden bewoond door studenten. In de sociale sector vragen we van mensen met een hoog inkomen meer huur, zodat wonen in Amsterdam voor iedereen betaalbaar blijft

De PvdA is op zoek gegaan naar concrete locaties voor huizen voor middeninkomens en heeft die gevonden. Wij willen zoveel mogelijk regels schrappen. Vooral buiten de ring zijn daar prachtige plekken voor.  Zo krijgen gezinnen de mogelijkheid om in onze stad te blijven wonen en helpen we bouwsector vooruit.

Het is precies 100 jaar geleden dat Wibaut de basis legde voor het ongedeelde Amsterdam. Daar profiteert Amsterdam vandaag de dag nog steeds van. Aan ons de taak dat dit in 2113 nog steeds zo is. Dat beslissen we vandaag.

Foto: CorporatieNL (Flickr)