Business class boven economy
Met interesse las ik vorige week het interview met econome Baarsma. Zij stelt dat er een groot tekort is aan huizen voor middeninkomens in de stad. Over het probleem van de middeninkomens zijn we het eens. Over de oplossing er van – drastische vermindering van de sociale voorraad – zijn wij het fundamenteel oneens.
Baarsma redeneert volgens de lijn: minder sociale huurwoningen, meer markt. Diezelfde markt waar honderden woningen al maanden zo niet jaren onverkocht blijven. Diezelfde markt die prijzen voor woningen binnen de Ring opdrijft tot prijzen tot ver boven modaal. Diezelfde markt die het niet aandurft om te investeren in huur of koopwoningen voor middeninkomens buiten de Ring. Terwijl juist daar de mogelijkheden voor en behoefte aan ontwikkeling het grootste zijn. Die markt moet het probleem van de middeninkomens gaan oplossen. Als we de markt haar gang laten gaan en het aanbod sociale huurwoningen laten gaan, is de binnenstad ook voor de middenklasse onbereikbaar en verandert het karakter van de stad onomkeerbaar. De markt? Ik dacht het niet.
Wat moet er dan wél gebeuren? Als gemeente moeten we met corporaties afspraken maken over het aanbieden van woningen voor middeninkomens. Dit heeft de gemeente dit jaar gedaan, met als resultaat er nu ongeveer 1000 woningen beschikbaar komen. Startersleningen verstrekken; zodat er toch woningen gekocht kunnen worden door startende middeninkomens. Wie te veel verdient voor een sociale huurwoning ook meer laten betalen. En woningruil makkelijker maken. Want wie nu een woning wil ruilen loopt tegen een woud van regels en prijsstijgingen op. Dat moet en kan makkelijker. Gebeurt allemaal in Amsterdam.
In sommige delen van de stad wil ik graag meer huur- en koopwoningen voor middeninkomens. Dit zijn voornamelijk de minder populaire gebieden rondom de Ring en daarbuiten. Commerciële vastgoedbeleggers investeren hier niet. De stad en de corporaties moeten daarom hier het voortouw nemen. Zo ging het ook in de jaren ’80 in de binnenstad. Toen waren er campagnes nodig om bewoners naar de binnenstad te halen, toen nam de stad het voortouw. En in de jaren ’90 begon het splitsingsbeleid en de stimulering van het eigen woningbezit haar vruchten af te werpen. Zo werd de Pijp de levendige buurt die ze nu is, zo zijn de Indische buurt en de Baarsjes nog altijd met een opmars bezig. Dat succes moet niet tegen de stad gebruikt worden maar juist worden uitgebreid tot in de verre randen van de stad.
Waar mevrouw Baarsma een economisch verhaal houdt, hield mijn collega Eric Wiebes een politiek verhaal eerder dit jaar toen hij zei dat de sociale voorraad met de helft verminderd moet worden. Twee rekenmeester die blind varen op de markt. Maar de markt gaat dit probleem niet oplossen. De markt kijkt allen naar de hoogte van het inkomen en het maximale rendement. Dit gaat ten koste van de veelzijdigheid van de stad. Business class boven economy class. Wie meer verdient mag de stad in, wie minder verdient heeft het nakijken, dat is het gevolg. De stad van rekenmeesters is hard en eenzijdig. De stad van rekenmeesters is niet mijn stad.
Foto: M. Aquila (Flickr)