Door op 27 november 2013

Michiel Mulder stelt vragen over rechten tijdelijke huurders

PvdA-raadslid Michiel Mulder zal tijdens de gemeenteraad vandaag mondelinge vragen stellen over de rechten van tijdelijke huurders. Lees zijn vragen hier alvast:

In het Parool van 25 november wordt melding gemaakt van de uitspraak van de rechter inzake de Platanen- en de Olmenweg (Parooldriehoek). De huurdersvereniging had hierover een persbericht verspreid onder de titel ‘Tijdelijke huurders hebben recht op huurbescherming’. De meeste huurders om wie het gaat woonden al sinds 2004 in het complex en zij waren in beroep gegaan tegen een uitspraak van de kantonrechter dat zij, als anti-kraak bewoners, geen huurrecht hadden.

Het gerechtshof stelt dat de overeenkomst met anti-kraak een gewone huurovereenkomst is. Een aantal zaken speelde hierbij een rol. De termijn voor tijdelijke verhuur was overschreden, zodat de daarna betaalde bedragen niet als gebruiksvergoeding zijn opgevat door de rechter, maar als huurbetalingen.

Gezien het voorgaande willen indieners het college van B&W graag de volgende mondelinge vragen stellen.

1. Zijn er meer situaties in de stad vergelijkbaar met de situatie in de Parooldriehoek?

2. Wat betekent de uitspraak van de rechter voor gebruiksovereenkomsten cf. anti-kraak in lege kantoorpanden?

3. Welke specifieke omstandigheden in de Parool driehoek speelde een rol bij de uitspraak van de rechter en welke zaken in de uitspraak hebben een meer universeel karakter die de jurisprudentie en dus de rechtspositie van andere bewoners met een gebruiksovereenkomst beinvloed?

4. Hans Rooseboom van de Woonbond wijst erop dat de uitspraak gevolgen kan hebben voor de Van der Pekbuurt. Wat zijn naar de mening van het college de gevolgen voor de Van der Pekbuurt?

5. De PvdA heeft eerder in een initiatiefvoorstel gepleit voor betere bescherming van bewoners met anti-kraak gebruikscontracten, naar aanleiding waarvan het college tot een keurmerk is gekomen met de sector. In hoeverre is dit keurmerk inmiddels gemeengoed en wordt controle hierop toegepast, en in hoeverre beinvloed de uitspraak de mogelijkheden een betere bescherming af te dwingen via wettelijke middelen in plaats van een keurmerk?

6. Bewoner Kristof van Oorsouw zegt in Parool dat er vanuit de woningcorporatie onzorgvuldig is gecommuniceerd met de bewoners. Eerst zou er sprake zijn van sloop, toen weer niet en kon men blijven, en toen moest men toch weg zonder dat er gesloopt zou worden. Wat is de mening van het college aangaande de participatie van bewoners die in de Parooldriehoek is toegepast en welke lessen vallen er hier uit te trekken?