Betaalbare huur houdt buurten toegankelijk
Bij monde van federatiedirecteur Hans van Harten mengen de woningcorporaties zich afgelopen vrijdag in de discussie over de ongedeelde stad. Een aantal zaken vallen op. Ten eerste dat de woningcorporaties willen kiezen voor de ongedeelde stad en dat ze willen investeren in de wijken buiten de ‘Ring A-10’, waar nog veel achterstanden zijn weg te werken. Ten tweede dat zij graag woningen binnen de ring willen verkopen teneinde dit te financieren.
Wat ons betreft is de ongedeelde stad een stad waarin iedereen eerlijke kansen heeft op opleiding, werk, gezondheid én een goede en betaalbare woning. Dit betekent voor de woningmarkt dat alle buurten toegankelijk zijn voor alle type bewoners van de stad. Het is goed dat de corporaties willen investeren in de stadswijken met veel problemen, maar het is van belang zuinig te zijn op de sociale huurwoningen binnen de ring, want die zijn ook onderdeel van de ongedeelde stad.
Zo ligt het aantal woningen in bezit van woningcorporaties in de stadsdelen Centrum en Zuid op zo’n 30%. Nu zijn er nog betaalbare woningen in eigendom van particulieren in deze delen van de stad, maar door de maatregelen van minister Blok (VVD) dreigen die uit het sociale segment getrokken te worden. We hebben de corporatiewoningen in deze wijken dus keihard nodig!
De marktdruk op de hele woningmarkt is gigantisch in deze stadsdelen, maar ook in West en delen van Oost. Zeker als de crisis over is kennen de prijzen hier maar één richting en dat is omhoog. Daarnaast verdringen allerlei andere functies het wonen: hotels, short stay. Soms met vergunning, maar ook illegaal, worden deze woningen voor enkele nachten en in de praktijk vaak toeristisch gebruik aangewend.
In sommige buurten kan verkoop van woningen bijdragen aan de ongedeelde stad. Zo zijn er nog buurten in de stad waar negentig procent van de woningen in handen zijn van woningcorporaties. In andere buurten, zoals het Oostelijk Havengebied, leidt verkoop van woningen tot een slechtere toegankelijkheid en betaalbaarheid.
Daarom willen we de verkoopafspraken met corporaties opnieuw bespreken. Er moet binnen de ring meer maatwerk komen in de afspraken met woningcorporaties komen over verkopen, die meer rekening houden met deze verschillen per buurt. Bovendien willen we dat daarbij rekening wordt gehouden met wat woningcorporaties verhuren in het marktsegment. Voor elke woning die geliberaliseerd wordt en voor een huur hoger dan 800 euro per jaar wordt verhuurd, mogen ze één woning minder verkopen. Het verkoopquotum neemt daardoor dus af.
De doorstroming moet langs verschillende wegen opgelost worden. Wij willen den praktische regeling waardoor het interessant wordt om een te grote woning te verruilen voor een woning die kleiner is maar beter past, met een hogere verhuisvergoeding. Bovendien moet de huur niet meteen naar maximaal niveau gebracht worden in een nieuwe woning, dat voorkomt juist dat mensen willen verhuizen en leidt tot minder doorstroming. Ook meer middeldure huurwoningen in de nieuwbouw leidt tot meer doorstroming. Dit hoeven woningcorporaties niet allemaal zelf te doen, de stad moet hiervoor beleggers uitnodigen om de terreinen te bebouwen die woningcorporaties nu braak laten liggen in stedelijke vernieuwingsgebieden. Ook komen er meer middeldure woningen in de bestaande voorraad, doordat Amsterdam de enige stad is waar er ook afspraken zijn met de corporaties over de huur in dit segment. Daarnaast moet onderhuur worden aangepakt, en zal de aanpak van het scheefwonen zijn vruchten afwerpen, zodat de sociale huurwoningen die er zijn ook daadwerkelijk bewoont kunnen worden door mensen die deze nodig hebben.
Maar de corporatiewoningen in gebieden met hoge marktdruk mogen niet de melkkoe worden van de stad onder het mom van de ‘ongedeelde stad’. De sociale huur binnen de ring is juist onderdeel van de ongedeelde stad en maakt het mogelijk dat alle buurten voor iedereen toegankelijk zijn.
Michiel Mulder, Gemeenteraadsfractie PvdA
Dit stuk verscheen vandaag op de opiniepagina van Het Parool.