Meer aandacht voor huiselijk geweld noodzakelijk
Huiselijk geweld moet hoger op de politieke agenda. Marjolein Moorman liep een dag mee met de politie en het team Huiselijk Geweld en was diep onder de indruk. Gemiddeld zijn er tienduizend meldingen van huiselijk geweld. De aanname is dat dit nog maar het topje van de ijsberg is, vertelden experts aan Marjolein.
“We mogen nooit gewoon gaan vinden, wat niet normaal is”. Deze woorden gebruikte Lodewijk Asscher vaak tijdens zijn wethouderschap in Amsterdam, als hij aangaf waarvoor hij streed. Mensenhandel op de wallen is niet normaal. Net zo min als slechte scholen, segregatie in het onderwijs of een taalachterstand op vierjarige leeftijd. Ik geloof in politici die het lef hebben om dingen aan de kaak te stellen die niet normaal zijn en daarvoor op de bres gaan, soms tegen de stroom in. Ik heb een broertje dood aan politici die zich over dit soort dingen niet meer druk maken. Onder het mom van realisme, niet meer durven te dromen van een betere wereld. Door cynisme de macht van politici reduceren tot niets meer dan sociaal boekhouden.
Gisteren was ik wederom op werkbezoek bij de politie om mij in te werken op mijn nieuwe portefeuille openbare orde en veiligheid. Aan het eind van de dag bezocht ik het project team huiselijk geweld. Twee uur lang heb ik met groeiende verbazing en verontrusting geluisterd naar wat de experts mij vertelden. Over het enorme aantal van tienduizend meldingen van huiselijk geweld per jaar in de regio.
Onmacht
Waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg, want veel meldingen komen niet binnen of worden niet juist geregistreerd. Over de onmacht die agenten voelen om er echt iets aan te doen. Over dat ze soms wel 40 keer op hetzelfde adres komen, zonder dat er iets wezenlijks verandert. Dat slachtoffers soms, na vele keren in elkaar geslagen te zijn, eindelijk aangifte doen maar later weer afhaken door het trage bureaucratische systeem, schaamte en angst voor hun partner en de sociale omgeving. Dat de meeste aangiftes niet leiden tot veroordeling, omdat de bewijslast zo ingewikkeld is. Dat de samenwerking met OM, jeugdzorg, maatschappelijk werk en andere zorgpartners verre van optimaal verloopt. En dat dit alles ertoe leidt dat de cirkel van geweld nauwelijks kan worden doorbroken.
De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan het tegengaan van huiselijk geweld, maar echt hoog op de politieke agenda wil het maar niet komen. Eerder geven we prioriteit aan andere high impact crimes, zoals straatroven, overvallen en woninginbraken. Allemaal heel zichtbaar en met een grote maatschappelijke onrust tot gevolg.
Uit het zicht, uit het hart
Bij huiselijk geweld is de maatschappelijke onrust over het algemeen een stuk lager, want het gebeurt achter de voordeur, buiten het zicht van de gemeenschap. De gevolgen van huiselijk geweld voor de slachtoffers en voor de maatschappij zijn echter dramatisch. Elk jaar weer vallen er doden door huiselijk geweld. Niet zelden betreft het kinderen. Niet alleen de fysieke, maar ook de psychische gevolgen zijn afschuwelijk.
Onlangs nog toonden Leidse wetenschappers aan dat emotionele mishandeling een zeer negatief effect heeft op hersenontwikkeling op jonge leeftijd. En bovendien zien we dat opgroeien in een onveilige thuissituatie vaak leidt tot nieuw slachtofferschap, of daderschap op latere leeftijd. Van de TOP600 kwam 85% al vroeg in aanraking met jeugdzorg, omdat er thuis het een en ander niet pluis was. Ik durf zelfs de stelling aan dat we straatroven, overvallen en inbraken het beste voorkomen door huiselijk geweld te bestrijden.
Niemand zal beweren dat het normaal is dat dagelijks vele vrouwen, mannen en kinderen worden mishandeld achter de voordeuren in onze stad. Maar als we dat vinden, laten we dan ook meer onze ogen er voor openen, op de bres springen voor de slachtoffers en alles uit de kast halen om dit te voorkomen. Huiselijk geweld moet veel hoger op de politieke agenda. Ik beloof u dat ik in mijn nieuwe portefeuille mijn uiterste best zal doen om dat te bewerkstelligen.