8 juli 2020

Zomerinterview met PvdA-wethouder Marjolein Moorman

Het politieke seizoen 2019-2020 is voorbij en het zomerreces is begonnen. Voor onze wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering Marjolein Moorman was het een jaar waarin ze veel kon bereiken in haar strijd voor gelijke kansen in de stad, maar ook geconfronteerd werd met de coronacrisis die het hardste neer lijkt te slaan bij mensen die dat het minst kunnen gebruiken. In dit Zomerinterview blikken we met haar terug op een jaar dat we niet snel meer zullen vergeten: “Door de coronacrisis is de strijd voor kansengelijkheid in Amsterdam nog harder nodig.”

Marjolein, er is weer een politiek jaar voorbij. Hoe kijk je hierop terug?
Het was mijn tweede volledige politieke jaar als wethouder. Het was een heel intens jaar, kan ik wel zeggen. Een jaar dat vooral zal worden herinnerd vanwege de coronacrisis: deze ongekende pandemie heeft enorme gevolgen voor de stad en voor kansengelijkheid. Het was bijzonder om te zien hoe onze stad dan de handen ineenslaat om zoveel mogelijk samen zo’n crisis te lijf te gaan. Het is de kunst om die saamhorigheid vast te houden de komende tijd, want de gevolgen van de coronacrisis zullen nog lang voelbaar zijn en kunnen we alleen maar samen bestrijden. Die saamhorigheid zie je trouwens ook terug bij de wereldwijde protesten tegen racisme en discriminatie. Zoveel mensen die laten zien dat we het niet langer accepteren dat mensen anders worden behandeld op basis van wie ze zijn en hoe ze eruit zien. Zo’n massaal protest en bewustzijn heb ik nog niet eerder gezien. Wij moeten ervoor zorgen dat het niet alleen bij protesten blijft, maar dat er ook echt iets verandert. Het lijkt erop alsof we eindelijk de rol durven te erkennen dat racisme in ons dagelijks leven inneemt.” 

“Het lijkt erop alsof we eindelijk de rol durven te erkennen dat racisme in ons dagelijks leven inneemt.”

Wat zijn de bereikte resultaten het afgelopen jaar waar je als wethouder het meest trots op bent?
“Mijn missie als wethouder is om kansenongelijkheid te bestrijden. Alle dingen die ik doe, leg ik langs die lat. De afgelopen jaren hebben we veel in gang gezet om ongelijkheid tegen te gaan. Al vanaf 2 jaar mogen kinderen 16 uur naar de voorschool, we hebben een maximum gezet op de ouderbijdrage zodat elk kind volledig mee kan doen en we hebben het probleem van onderadvisering bij de overgang naar het middelbaar onderwijs onder de loep genomen. Maar we kijken niet alleen hoe we kansenongelijkheid kunnen bestrijden, maar ook hoe we het systeem kunnen veranderen dat ongelijkheid veroorzaakt. Daarom hebben we bijvoorbeeld de systeem veranderende PIEK-aanpak geïntroduceerd in het onderwijs.”

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van die PIEK-aanpak?
“Dat zijn er eigenlijk drie. Allereerst de familieschool, scholen waar kinderen niet alleen extra les krijgen, maar waar er ook hulp geboden wordt aan ouders die bijvoorbeeld vragen hebben rondom hun financiën. Als tweede de Allesinéénschool, waar niet alleen onderwijs wordt gegeven, maar waar ook opvang en buitenschoolse activiteiten samenkomen. En als laatste natuurlijk de Brede Brugklasbonus. We geven scholen die brugklassers van alle niveaus bij elkaar in de klas zetten een extra subsidie. Op die manier krijgen kinderen meer tijd om het niveau te vinden dat bij ze past en zorgen we ervoor dat kinderen van verschillende niveaus elkaar ontmoeten en van elkaar leren. Ik vind het belangrijk dat we in Amsterdam dit soort systeem veranderende dingen durven te doen.”

“Door de Brede Brugklasbonus zorgen we ervoor dat kinderen van verschillende niveaus elkaar ontmoeten en van elkaar leren.”

Tegelijkertijd heb je je ook hard ingezet in de bestrijding van het lerarentekort.
“Ja, dat klopt. We zagen het tekort in Amsterdam oplopen tot bijna 400 fte halverwege het jaar. Ik heb daarom ontzettend veel in Den Haag aan tafel gezeten met de minister. Het schrijnende aan het probleem is dat het niet alleen de kwaliteit van het onderwijs overal onder druk zet, maar ook nog eens vooral op de scholen waar kinderen het onderwijs juist het hardste nodig hebben omdat ze van thuis minder kennis en vaardigheden meekrijgen. Het tekort vergroot dus ook nog eens enorm de ongelijkheid. We hebben samen met de scholen heel hard gelobbyed in Den Haag voor een betere beloning voor onze Amsterdamse leraren. Dat heeft er onlangs geleid tot een Grotestedenbonus voor leraren. Alle Amsterdamse basisschoolleraren krijgen een bonus van 1000 euro en op een derde van de scholen waar de grootste problemen zijn, krijgen leraren daar nog eens 2500 euro bovenop. We investeren hiermee dus ongelijk om gelijke kansen te creëren. Een mooie eerste stap naar meer erkenning en een betere beloning voor onze leraren.”


Marjolein Moorman spreekt duizenden leraren toe tijdens de onderwijsstaking op de Dam in januari 2020

Kansenongelijkheid bestrijden doe je ook door armoede aan te pakken. Op welk resultaat op die portefeuille ben je het meest trots?
“Mijn focus bij het bestrijden van armoede ligt op het bieden van perspectief. Armoede en schulden kunnen je uitzicht op een beter leven voorgoed verpesten. Daarom vind ik het belangrijk dat we mensen zo snel mogelijk helpen en de stress verlichten. Onze armoedevoorzieningen zijn gericht op mee kunnen doen in de stad en bij schuldhulpverlening werken we aan “schuldenrust”. Het duurt nu gemiddeld meer dan vijf jaar voordat mensen zich melden met problematische schulden. Vaak is in de tussentijd al veel meer kapot gegaan in het leven. Samen met heel veel andere partijen, zoals woningbouwcorporaties en zorgverzekeraars, proberen we schulden nu zo vroeg mogelijk te signaleren en zo snel mogelijk op te lossen. Voor jongeren heb ik dit jaar een apart programma geïntroduceerd: ‘Jongeren Schuldenvrije start’. We nemen met deze aanpak schulden van jongeren over en maken met hen een toekomstplan op het gebied van onderwijs of werk. Zodra ze een van de doelen behalen, bijvoorbeeld een diploma, wordt een deel van de schuld kwijt gescholden. Op deze manier zorgen we ervoor dat jongeren een mooie start kunnen maken in het leven.”

Tijdens het afgelopen politieke jaar ging ook jouw ‘PvdA-maatje’ en collega-wethouder Sharon Dijksma met zwangerschapsverlof. Wat veranderde er voor jou als wethouder in die periode?
“Dat was natuurlijk de mooiste verrassing van het jaar. Vooral voor Sharon zelf. In december is Eleonora geboren. Een prachtig Amsterdams meisje. Ik heb Sharon met liefde waargenomen. En ik vond het trouwens ook verrassend leuk en leerzaam om me naast mijn sociale dossiers in onderwerpen als het taxi- en vaarbeleid te verdiepen. Voor even dan. Vlak voordat de coronacris uitbrak is Sharon weer volledig aan het werk gegaan. Gelukkig maar.”

Hoe heb jij die eerste weken van die coronacrisis beleefd?
“Ik kan er niet één sentiment op plakken. Ik was wel meteen enorm onder de indruk van de veerkracht, flexibiliteit en solidariteit in Amsterdam, maar tegelijk maakte ik me ook meteen zorgen over wat dit voor gevolgen zou hebben voor veel Amsterdammers. Het zijn juist de mensen met weinig reserves, die niet alle wegen kennen, die in flexibele, onzekere contracten zitten die hierdoor het hardst getroffen worden. Je weet hierdoor zeker dat armoede en schulden gaan toenemen. En in het onderwijs zag ik dat de verschillen enorm vergroot werden. Voor sommige kinderen die thuis goede ondersteuning kregen, maakte het afstandsonderwijs weinig verschil, maar andere kinderen liepen grote achterstanden op.”

“Ik was onder de indruk van de veerkracht, flexibiliteit en solidariteit in Amsterdam.”

Desastreus voor de kansengelijkheid in de stad…
“Zeker. Je wilt dat het onderwijs een plek is waar het er niet toe doet wie je ouders zijn of waar je opgroeit en ineens deed dat er maximaal toe. Hoeveel ruimte een kind thuis had om huiswerk te maken, of er een laptop aanwezig was, of de ouders de taal spraken; het werd in een keer allemaal heel relevant.” 


Marjolein op werkbezoek bij Narcis Querido, een basisschool in Amsterdam waar het
‘1,5-meter onderwijs’ snel was ingericht.

Jou kennende vond je het ook wel fijn dat je juist nu kon besturen.
“Het is natuurlijk fijn als je in een crisis zo goed mogelijk kan helpen. De nood is dan namelijk het hoogst. We hebben duizenden laptops geregeld voor kinderen die thuis geen computer hadden. We hebben WIFI hotspots laten aanleggen in huishoudens zonder internet. De noodopvang voor kinderen was in no time geregeld. Het hele college stond overigens meteen in actiemodus, want deze crisis raakt alles en iedereen. Rutger Groot Wassink had zijn handen vol aan de daklozenopvang en de zorg voor de mensen die hun werk kwijt raakten en hulp nodig hadden, Simone Kukenheim de zorg voor kwetsbaren, Sharon het OV-gebruik en ga zo maar door. Tegelijkertijd ben je natuurlijk ook aan het nadenken over de iets verdere toekomst. Wat betekent dit voor de stad van straks. Hoe ga ik het beleid voor kansengelijkheid zo goed mogelijk vorm blijven geven, want die strijd is door de coronacrisis nog harder nodig.”

Wat voor stad zie jij in deze crisistijd?
“Ik zie een hele weerbare stad. Een stad die ontzettend flexibel en creatief is. Een stad waar we voor elkaar klaar staan, door het ontplooien van ontzettend mooie initiatieven. Maar ik zie ook veel schrijnende dingen. Het aantal Amsterdammers dat afhankelijk is van voedselvoorzieningen is ontzettend toegenomen. Ik ging langs bij de Dappere Dames waar ze voedsel uitgaven en daar stond gewoon een rij tot om de hoek. Dat zijn Amerikaanse taferelen. Ik ben daar echt enorm van geschrokken. Mensen die zich normaal net weten te redden, zakten nu door de bodem. Ze werden compleet afhankelijk van al die barmhartige initiatieven.”

“Mensen die zich normaal net weten te redden, zakten nu door de bodem. Ze werden compleet afhankelijk van al die barmhartige initiatieven.”

Kom je ondertussen alweer meer toe aan beleid maken op de lange termijn?
“Ja, steeds meer. Om hardnekkige schulden tegen te gaan heb ik vorige week een extra aanpak vroegsignalering gelanceerd, ik ben druk in het gesprek met het rijk over hoe we de ontstane onderwijsachterstanden in gaan lopen en ik ben met een aantal collega-wethouders natuurlijk druk met MidzomerMokum, een speciaal zomerprogramma voor Amsterdammers van 0 tot 23 jaar.”

Wat houdt dat programma in en waarom is het volgens jou zo hard nodig?
“Het is een speciaal opgezet zomerprogramma voor Amsterdamse kinderen en jongeren. We bieden hen een aantal weken lang het mooiste dat Amsterdam te bieden heeft met activiteiten op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, natuur, debat, voeding en allerlei andere vlakken. Enerzijds om onderwijsachterstanden gedeeltelijk in te halen, maar anderzijds om Amsterdamse jongeren een mooie, vrolijke en inspirerende tijd te bieden. Hen te verrijken. Zodat als ze terugkijken op de zomer van 2020, ze ook mooie herinneringen hebben. Want vergis je niet, zeker voor hen zijn de afgelopen maanden ontzettend zwaar geweest. Je zult maar een puber zijn, met veel broertjes en zusjes in een te klein huis wonen en wekenlang eigenlijk niet naar buiten mogen. Ik hoop dat heel veel Amsterdammers tussen 0 en 23 jaar zich aanmelden op www.amsterdam.nl/midzomermokum. Met dit programma laat Amsterdam zien dat we geloven in de toekomst en dat we daar samen hard aan werken. De eerste dagen zijn in ieder geval al super goed verlopen.

“Met het programma MidzomerMokum laat Amsterdam zien dat we geloven in de toekomst en dat we daar samen hard aan werken.

Wil jij je net als Marjolein Moorman ook inzetten voor kansengelijkheid in Amsterdam?

Doe met ons mee!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.