23 januari 2006

Welk homobeleid staat de PvdA voor?

Toekomst vanaf nu.
Laat ik de toekomst en het resultaat eens stellen op het jaar 2020. Dat is 15 jaar van nu. Dat lijkt ver weg. Maar het duurt in Nederland ook ongeveer 15 jaar om een HSL-lijn aan te leggen. Vanaf het besluit tot de eerste snelle trein die passagiers vervoerd.

Nu – de knelpunten
Het is logisch dat we eerst naar het nu kijken. Waar liggen de knelpunten.
Het mag duidelijk zijn dat de knelpunten vooral liggen bij veiligheid en de weg die allochtone homoseksuelen (m/v) nog hebben af te leggen. De stroom van voorbeelden van homo’s en lesbo’s die te maken hebben met pesten, agressie of erger zegt wat dat betreft genoeg. Die stroom is na jaren van relatieve rust weer aan het toenemen. Ook de overvolle opvang voor jonge homo’s met een islamitische achtergrond is een teken aan de wand.

Maar daarnaast is het terecht om andere knelpunten te benoemen: homo-ouderen en gezondheid bij vrijwel alle groepen homo’s. (o.a. soa’s, hiv, druggebruik, eenzaamheid).

De kwaliteit van leven (wonen, werken, uitgaan) van de blanke, hoogopgeleide en openlijke homoseksuele mannen in Amsterdam is niet zo slecht. Er kan het een en ander aan verbeterd worden. Belangrijkste wens lijkt het verbeteren van het uitgaansleven. Er is wel zorg om de kwaliteit van leven. Met name het gevoel van onveiligheid en dreiging van toename van intolerantie zijn knelpunten.

Het resultaat
Amsterdam is dan in 2020 een stad met een sfeer van vanzelfsprekendheid, openheid en verdraagzaamheid rondom homoseksualiteit. Deze sfeer is verankerd in de hele Amsterdamse samenleving. Amsterdam is een stad waar je niet permanent je eigen levensstijl en leefsituatie hoeft te verklaren en/of te verdedigen.

De weg daar naartoe
Dit alles is binnen 15 jaar bereikt door een strategisch homobeleid. Met een visie over het uitgaansleven, onderwijs, cultuur, homosport, promotie & economie, gezondheidszorg, homomonument. Homobeleid dat keuzes maakt en dat aangeeft welke maatregelen genomen moeten worden. Het geeft aan welke maatregelen door overheidssteun tot stand moeten komen en welke maatregelen vanuit de markt moeten komen.

Keuzes maken
Homobeleid dat dus keuzes maakt. Homobeleid dat een einde maakt aan het ‘lippendienst bewijzen’ door de overheid aan achtergestelde groepen. Mooie woorden helpen niet. Het gaat om de daden. Homobeleid dat eerst prioriteit geeft aan het oplossen van knelpunten en dan pas aan ’wensen”.

Investeren met overheidsgeld is ook de keuze maken om iets minder aandacht te geven. Een keuze om iets niet te doen doet altijd pijn. Maar die keuze is wel noodzakelijk en moet daarom ook genoemd worden.

De blanke, hoogopgeleide homomannen die al ’uit de kast zijn’ in Amsterdam zijn er relatief én absoluut het beste aan toe. Als die homomannen steun nodig hebben om hun positie verder te verbeteren dan mag gevraagd worden om in eerste instantie die positie zelf te verbeteren.

Dan moet de overheid in het homobeleid dus de strategische keuze maken om minder aandacht aan de wensen van die groep Amsterdamse homomannen te geven. Om daarmee de noden van andere groepen homoseksuelen (m/v) meer kansen te geven.
Minder aandacht is niet hetzelfde als géén aandacht. Een overheid die betrokken blijft en op onderdelen de helpende hand toesteekt aan homomannen blijft ook in de komende jaren nodig.

Ondersteuning van gezondheidspreventie bij homomannen heeft veel prioriteit. Evenzo het belang van ondersteuning bij ‘coming out’ voor alle homo’s. Dit kan door het bevorderen van een veilige school, door steun aan organisaties, door het uitbreiden van voorlichting, etc.

En Amsterdam moet bij die keuzes nadrukkelijk de partners zoeken die aantoonbaar willen en kunnen helpen om die keuzes om te zetten in concrete resultaten. Dat kan een bestaande belangenorganisatie zijn als het COC, een preventieinstelling als Schorer of een hulpverlener zoals Stichting Habibi Ana. Maar het kan net zo goed een ondernemer met een goed plan zijn. In zekere zin is dit een vorm van ’bijsturing van de markt’.

En hiermee doe ik dus ook een beroep op het strategisch vermogen van de Nederlandse belangenbehartiger van alle homoseksuelen. Het COC-Amsterdam. Ook het COC-Amsterdam moet strategische keuzes durven maken. Minder zichtbaar durven zijn als belangenbehartiger van de hoogopgeleide blanke openlijke Amsterdamse homoman, maar meer zichtbaar durven zijn als de belangenbehartiger van homo-ouderen en allochtone homoseksuelen. Minder zichtbaar zijn is wat anders dan ‘niet meer de belangen behartigen’.

Marktwerking
Om een aantal belangen van homo’s en lesbo’s in Amsterdam beter van de grond te krijgen kan de markt meer doen. De promotie en ontwikkeling van Amsterdam als uitgaansstad en als toeristenstad kan op diverse manieren verbeterd worden. Daar waar overheidsregels knellen is het terecht dat ondernemers samen met de overheid zoeken naar mogelijkheden om knellende regels te versoepelen.

Ook stad en stadsdelen samen.
Strategisch homobeleid doe je samen. Met partners. Maar ook met de stadsdelen. Wij kiezen voor homobeleid waarbij Amsterdam in 2006 stedelijk homobeleid ontwikkelt maar daarnaast in datzelfde jaar ook de regie neemt om in samenspraak met de stadsdelen specifiek homobeleid per stadsdeel te ontwikkelen

Investeren begint nu
Als we in 2020 het hierboven beschreven ideaal van Amsterdam willen bereiken dat moeten overheid en homo-organisaties en -ondernemers nu de handen ineen slaan en investeren in drie maatregelen:
1. Investeren in de groepen homoseksuelen die het verst van dit ideaal afstaan: allochtone Amsterdamse homoseksuelen en homo-ouderen. Investeren met doelen, met maatregelen, met steun en met geld. Allochtone homoseksuelen zijn niet zielig. Zij hebben een eigen strategie om te emanciperen. Maar zij hebben daarvoor nauwelijks de beschikking over netwerken voor ontmoeting en hulp. Aan hun eigen emancipatiestrategie en bij de opbouw van netwerken moet de overheid prioriteit geven. In woord en daad.

2. Investeren in aandacht voor homoseksualiteit op de scholen. Niet alleen als voorlichting, maar als structureel onderdeel van schoolbeleid en onderwijspakket.

3. Investeren in veiligheid. Veiligheid op straat, in de woonomgeving, op school. Aangifte doen van anti-homogeweld en ‘lik-op-stuk’-bestrijding van geweld zijn belangrijk, maar investeren in wederzijds begrip en het opbouwen van tolerantie en respect voor tegenover elkaar staande morele opvattingen zijn ook belangrijke investeringen in de veiligheid.

Dat alles om het hierboven beschreven resultaat te krijgen in het Amsterdam van 2020.
Maar het liefst al vele jaren eerder.

Amma Asante, PvdA Amsterdam
Jelle Houtsma, PvdA Amsterdam Centrum
Egbert de Vries, PvdA Amsterdam Oud Zuid