‘Waarom doen we niet genoeg aan zo’n gigantisch probleem?’
Geweld achter de voordeur is een gigantisch probleem in Nederland. Jaarlijks vallen in Nederland maar liefst 50 doden wegens huiselijk geweld. Vijf procent van de Nederlanders was de afgelopen vijf jaar slachtoffer van huiselijk geweld. Toch doen we er lang niet genoeg tegen, schrijft fractievoorzitter Marjolein Moorman in haar wekelijkse column:
“Als je straatroven, overvallen en inbraken effectief wil bestrijden dan moet je beginnen bij het aanpakken van huiselijk geweld”. Deze uitspraak van een Amsterdamse rechercheur tekende ik ongeveer een jaar geleden op toen ik stage liep bij de Amsterdamse politie. Ik liep mee met straatcoaches, ging mee met buurtrechercheurs en ging op bezoek in het Veiligheidshuis, maar het meeste indruk maakte het bezoek aan het projectteam Huiselijk geweld. Nooit eerder had ik me de omvang van dit probleem gerealiseerd. 10.000 meldingen per jaar. Waarschijnlijk nog maar het topje van de ijsberg, want in de meeste gevallen vindt er geen melding plaats. Achter onze Amsterdamse voordeuren gaat veel verborgen leed schuil.
Het afgelopen jaar heb ik veel gesprekken gevoerd, met hulpverleners, politie, justitie en slachtoffers. Steeds kwam ik uit die gesprekken met hetzelfde beklemmende gevoel en de overtuiging: Dit probleem verdient veel meer aandacht dan het nu krijgt. Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld, maar het komt gek genoeg niet voor op de prioriteitenlijstjes van de politie. Bizar, want de gevolgen van huiselijk geweld zijn afschuwelijk. In de eerste plaats natuurlijk voor de slachtoffers zelf. Elk jaar vallen er doden –niet zelden betreft het kinderen. En niet alleen de fysieke maar ook de psychische gevolgen zijn ernstig. Recent onderzoek toonde een zeer negatief effect op hersenontwikkeling op jonge leeftijd aan. Ook werd aangetoond dat het aanschouwen van geweld tussen ouders even ernstige gevolgen kan hebben voor kinderen als daadwerkelijk worden mishandeld, bedreigd of verwaarloosd.
Maar niet alleen de slachtoffers lijden, ook de maatschappij. In een recent proefschrift van victimologe en kinderpsychologe Esma Lahlah komt kindermishandeling naar voren als een van de belangrijkste verklarende factoren voor crimineel gedrag op latere leeftijd. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit cijfers van de TOP 600. Maar liefst 85% van deze 600 grootste criminelen van Amsterdam kwam al op jonge leeftijd in aanraking met jeugdhulpverlening omdat er iets niet pluis was in hun jeugd.
Het probleem is dus enorm en het effect gigantisch. Waarom doen we er dan niet meer aan? Waarom geven we prioriteit aan andere high impact crimes zoals straatroven, overvallen en inbraken, maar niet aan deze high impact crime?
Een van de verklaringen is dat het geweld zich afspeelt buiten ons zicht en de urgentie dus minder wordt gevoeld. Een andere verklaring is dat het probleem zeer complex is, samenhangt met andere problemen (schulden, armoede, psychische problematiek, verslaving etc) en moeilijk te bewijzen is doordat zaken vaak minder eenduidig zijn dan bij andere misdrijven. Beide verklaringen vind ik cynisch en onacceptabel. We mogen nooit wegkijken van problemen, ook niet als het om lastige problemen gaat die we liever niet zien. Daarom heb ik vandaag een initiatiefvoorstel ingediend die vraagt om dit probleem in Amsterdam grondig aan te pakken.”