25 januari 2006

vragen over bezwaren hoogte woz

PvdA-raadsleden Thijs Reuten en Bouwe Olij hebben mede naar aanleiding van een artikel in het Parool schriftelijke vragen gesteld aan het college over de afhandeling van bezwaren tegen de hoogte van de woz-waarde en de daarmee samenhangende ozb-aanslag.

Vragen van de leden M.J.A. Reuten en B.C.J. Olij (beiden PvdA) aan het college van Burgemeester en Wethouders over de verwerking van bezwaren tegen de WOZ-taxaties, aanpassing van de WOZ-waarde en korting op de aanslagen voor de onroerendzaakbelasting (ozb)

1. Kan precies worden aangegeven (stapsgewijs, inclusief alle mogelijke varianten, schriftelijk of telefonisch, met en zonder beroep) wat de normale werkwijze van de Dienst Belastingen is bij het verwerken van bezwaren tegen de hoogte van de getaxeerde woz-waarde c.q. de ozb-aanslag?

2. Is deze procedure berekend op pakweg 40.000 bezwaarschriften? Zo nee, wanneer is dit aan het licht gekomen?

3. Hoeveel bezwaarschriften zijn, na de toezegging van de wethouder terzake, in behandeling genomen na sluiting van de bezwaartermijn en is ook in die gevallen de normale werkwijze gevolgd? Zo nee, in hoeveel gevallen en waarom is daarvan afgeweken?

4. Is het waar dat in sommige gevallen bezwaren telefonisch zijn afgehandeld door indiener te vragen naar een voorstel voor vermindering van de waarde en vervolgens telefonisch tot overeenstemming te komen over een verlaging van de woz-waarde?

5. Als het antwoord op vraag 4 ‘ja’ is, kunt u dan aangeven of u van mening bent dat de rechtsgelijkheid hier niet in het geding is en waarom niet?

Klik hier voor het artikel in Het Parool