24 oktober 2005

Veiligheid: streng en preventief

Uitgangspunten
De straat is van iedereen. Veiligheid in de openbare ruimte, in het openbaar vervoer en elders is een basisrecht. Daarom moet Amsterdam zowel optreden tegen criminaliteit als tegen de oorzaken daarvan. Bevordering van veiligheid zonder aandacht voor preventie is zinloos. Herstel van normbesef en fatsoenlijk gedrag op straat zijn prioriteit.

Actiepunten
• Aangifte doen van pestgedrag, overlast en discriminatie moet actief worden aangemoedigd. De burgemeester bevordert in zijn rol van korpsbeheerder optreden bij herhaald treitergedrag. In de buurten moet de politie herkenbaar aanwezig zijn. Buurtregisseurs zijn een wezenlijk element in het waarborgen van leefbaarheid en het gevoel van veiligheid. Vormen van buurtbemiddeling moeten bevorderd worden. Op onveilige plekken komt tijdelijk cameratoezicht. Amsterdammers moeten informatie kunnen krijgen over de ontwikkelingen op gebied van veiligheid, overlast en schoonhouden van hun buurt via StadStat, het statistisch systeem van Amsterdam.

• Schuilplaatsen waar criminaliteit en wetsontduiking welig tieren worden hard aangepakt en no go-areas voor handhavers van de openbare orde worden niet geaccepteerd. Dit geldt ook voor illegale drugspanden.

• Preventie van extremisme en terrorisme begint in de buurten. Inwoners en bezoekers van Amsterdam moeten daarom alert zijn op mogelijke signalen van dreiging en voorbereidingshandelingen voor terroristische acties, zoals rekrutering voor geweldsmisdrijven. Om die alertheid te bevorderen is een gemeentelijke publiekscampagne noodzakelijk. Daarnaast dienen regelmatiger terreuroefeningen plaats te vinden. Er komt zo spoedig mogelijk een meldpunt radicalisering en extremisme voor onderwijzend personeel, buurtwerkers en personeel in het openbaar vervoer. De overheid kan extremisme niet in haar eentje bestrijden, daarom zoeken wij hiervoor samenwerking met andere organisaties.

• Jongeren die dreigen af te glijden moet worden duidelijk gemaakt dat criminaliteit maatschappelijk gezien onaanvaardbaar is en, zeker op lange termijn, niet loont. Jongeren die zich op een hellend vlak bevinden worden gestimuleerd een eerlijke carrière te starten. Daarbij moet meer gebruik worden gemaakt van rolmodellen uit eigen kring. De familie van jongeren met problemen moet actief betrokken worden bij het zoeken naar een oplossing. Ouders kunnen worden aangesproken op de schade die hun kroost veroorzaakt. Benadeelden worden beter door de overheid ondersteund.

• De problematiek van geweld achter de voordeur wordt actief aangepakt. De politie moet werk maken van een betere registratie en problemen daadwerkelijk aanpakken.

• Veel criminaliteit heeft te maken met drugs. Om de soft drugshandel uit de criminele sfeer te kunnen halen blijven wij lobbyen voor ons plan om de inkoop van soft drugs door coffeeshops te legaliseren.

• Drugsgebruikers die veel overlast veroorzaken, vaak betrokken zijn bij criminaliteit en (meestal) psychiatrische problemen hebben krijgen een eigen opvangplek.