16 maart 2006

Toespraak Zati Yurdakul bij zijn afscheid van de Raad

Geachte voorzitter,
De burgermeester,
De wethouders
De leden van de raad
Ambtenaren
De bodes en andere medewerkers,

En u “de Amsterdammers” in het bijzonder,

Ik ben jaren geleden,
inmiddels 16 jaar terug in aanraking gekomen met de politiek.
4 jaar lang heb ik bestuurlijke functies voor de partij vervuld.
Tot op heden ben ik 12 jaar achterelkaar en met veel plezier voor uw stadsdeel, gemeente en regio raadslid geweest.

Mijn eerste afdeling, 15 jaar terug was “ Westerpark” en nu Osdorp.
Mijn eerste politieke vriend was en is de voormalig voorzitter van het stadsdeel Westerpark.
Martin Voster.
Maar nu nog meer. Ik wil Martin Voster, Marjo Teuling, Jelle Prins, Henk van Waveren,
Robin Bood, Orhan Yildirim en alle andere partijgenoten hartelijk danken
voor hun steun en toeverlaat. Ik beschouw de PvdA als mijn 2e gezin. Ik zal me voor mijn 2e gezin verder blijven inzetten.

Voorzitter,
Ik ben trots op de Amsterdammers.
Ik ben trots op Ahmed’s, Mustafa’s en Mehmet’s
Ik ben trots op Leyla’s, Fatma’s, Ayse’s en Canan’s
Ik ben trots op Ronald’s , Peter’s, Jaap’s, Jan’s, Judidht’s en Anneke’s.
Ik ben trots op iedere Amsterdammer met een andere naam, ras, cultuur, sekse of wat dan ook.
Ik ben trots op de Amsterdammer met een goed hart. Ze kunnen van Amsterdam een voorbeeld stad maken voor heel Nederland maar ook voor de wereld. Een sociaal, sterk en veilig stad kunnen ze zelf creëren.

Als betrokken politicus had ik altijd veel contact met de burger. Ik kan gerust zeggen dat ik heel veel werkbezoeken afgelegd heb en een bijdrage heb geleverd aan het verkleinen van de kloof tussen de burger en politiek. Dat hebben mijn partijgenoten ook één voor één gedaan.
De resultaten zijn nu duidelijk te zien en te voelen. De burger heeft haar waardering voor de PvdA duidelijke laten blijken.
Dit zal de nieuwe mensen zeker motiveren om goed werk voor de Amsterdammers en de regio verrichten.

Ik dank de gemeentelijke organisatie, de leden van andere politieke partijen, partijgenoten en de mensen die ik niet genoemd heb nogmaals van harte,

Ik vertrouw op u nu als Amsterdammer, en gewone burger,

Doe uw best, En tot ziens.