8 oktober 2003

Nieuwe wet werk en bijstand

Nieuwe Wet Werk en Bijstand

Voor ons ligt een complex voorstel over de nieuwe wet werk en bijstand. Maar eigenlijk wordt er niet veel meer voorgesteld, dan op een aantal punten met voorstellen voor verordeningen te komen, aangaande de nieuwe wet werk en bijstand.

We staan dus aan het allereerste begin van een lang traject. Daarin mag de gemeenteraad kaders stellen. De inzet van de PvdA fractiemoge helder zijn: Meer Amsterdammers aan een baan helpen en meer armoedebestrijding .

We hebben het Haagse tij niet bepaald mee. Want laten we wel wezen, de kansen op werk worden met deze wet en met het beleid van dit nieuwe kabinet niet vergroot,

en de mogelijkheden tot armoedebestrijding worden zelfs flink verkleind!

De PvdA wil dat er binnen de gedwongen Haagse kaders zoveel mogelijk van onze eigen doelstellingen worden gerealiseerd. Want één ding mag wat ons betreft helder zijn: Amsterdam is geen Den Haag. Amsterdam gaat voor: sterk en sociaal!

De voorliggende wet heeft –zoals we dat tegenwoordig zo mooi kunnen zeggen- kansen en bedreigingen. De kunst is de kansen te grijpen en de bedreigingen zo veel als mogelijk af te wenden. Ik beperk mij in deze bijdrage tot de belangrijkste kansen en bedreigingen, en stel daarbij meteen kaders voor. We gaan er vanuit dat deze betrokken zullen worden bij het verdere besluitvormingstraject.

Laat ik dan nu beginnen met de kansen , en ik noem er drie:

1: ID banen behouden!

De nieuwe wet vervangt de huidige bijstandswet en de regels voor gesubsidieerd werk. De gemeente wordt volledig verantwoordelijk voor in en uitstroom uit de bijstand en krijgt er op sommige onderdelen een hoop beleidsvrijheid bij. Dat is winst . Laten we die beleidsvrijheid gebruiken om een aantal zaken in Amsterdam voor eens en voor altijd goed te regelen, op een manier die helemaal bij Amsterdam past. Om te beginnen de gesubsidieerde arbeid. Natuurlijk valt er veel aan het concept van de ID-banen, te verbeteren. Er moet zo veel als mogelijk perspectief zijn voor doorstroom naar een reguliere baan. De PvdA wil niet dat uitkeringen als verkapt salaris door werkgevers wordt gebruikt. Afspraken met reïntegratie bedrijven en werkgevers zijn dus erg belangrijk. Maar laten we verdomd zuinig zijn op dat wat we de afgelopen jaren met ID banen hebben bereikt en de kennis, kunde en infrastructuur die rond dit fenomeen zijn opgebouwd. De onzekerheid onder veel IDers is groot. We verwachten dan ook dat deze plannen binnen de reïntegratieverordening een plek krijgen.

Kans 2: beleid maken dat past bij Amsterdammers

De wet biedt de mogelijkheid tot doelgroepenbeleid. Dat betekent volgens ons dat er voor bepaalde groepen wat extra moeite gedaan mag worden door de gemeente.

In het voorstel worden ook al groepen genoemd: schoolverlaters, daklozen, verslaafden…

Er staat echter dat dat “beetje meer” het toekennen van een Lagere uitkering kan zijn!?

De PvdA-fractie wil daarentegen juist dat doelgroepen kansen krijgen, bijvoorbeeld in flankerende voorzieningen, en niet bedreigd worden. En de PvdA weet natuurlijk genoeg doelgroepen waarvoor we graag wat extra willen doen! Zoals inderdaad jongeren, daklozen en verslaafden, maar ook jonge moeders, gehandicapten…Graag aandacht voor kansenbeleid voor specifieke doelgroepen, wat op meer gebaseerd is dan financiële sancties. En ook zou er in dit kader een doelgroep-buffer gemaakt kunnen worden, voor het geval er bijvoorbeeld plots een grote groep op straat komt te staan.

Kans 3: beleid dat pas bij de nieuwe dienst

De nieuwe wet kan in Amsterdam ook een belangrijke en noodzakelijke katalysator zijn om te komen tot een meer samenhangend beleid als het gaat om werk en inkomen, en dus de kans om te komen tot een daarbij passende nieuwe werkorganisatie, hoewel we beseffen dat over die werkorganisatie het laatste woord nog niet gezegd is. Daar kom ik dan ook zo nog op terug.

Voorzitter, laten we nu inzoomen op de grootste bedreigingen voor Amsterdammers met een uitkering. Ook hier noem ik er drie.

1) De balans tussen rechten en plichten is zoek.

De nieuwe wet pretendeert rechten en plichten met elkaar in evenwicht te brengen. De PvdA vindt dat belangrijk, met het oog op solidariteit die nodig is voor zo’n volksverzekering. Maar we constateren dat het onderdeel plichten wat verder is uitgewerkt dan het onderdeel rechten. Wij willen dat in de voorstellen de rechten van mensen én de plichten voor de gemeente goed zijn uitgewerkt, Voorbeelden daarvan zijn het recht op kinderopvang, en een reservering voor NUG’ers, zodat zij niet worden “vergeten” -tussen aanhalingstekens-, aangezien er bij hun reïntegratie geen financieel voordeel voor de gemeente is.

2 ) Het Amsterdamse armoedebeleid staat onder zware druk

De PvdA ziet armoedebestrijding als een vorm van beschaving. Maar het voeren van een effectief armoedebeleid wordt door deze wet fors moeilijker gemaakt. Het college is te prijzen dat ze voorstelt een groot deel van het gekorte budget op de bijzondere bijstand vooralsnog bij te passen. Gelukkig kunnen we in Amsterdam Haags beleid zo nu en dan corrigeren. Maar er zijn ook zaken die de nieuwe wet simpelweg verbiedt, zoals de categoriale bijstand. Dus voor bijstandsgezinnen met schoolgaande kinderen geen computers meer…

Er zijn slechts een paar instrumenten bij die de pijn ietsje verzachten: de langdurigheidtoeslag, een collectieve ziektekostenregeling én bijstand in natura. Dus toch computers!?

Wij vragen u om op de kortst mogelijke termijn met een aangepast pakket aan maatregelen te komen waarmee Amsterdam, ondanks de beknottende Haagse regelgeving, toch een zo effectief armoedebeleid kan voeren. Dan maar in natura!

3) En het Jeugdwerkgarantieplan wordt ook bedreigd!

Dat is voor ons onaanvaardbaar. Voorzitter, jonge werklozen die er langer dan een half jaar uit zijn vormen de kwetsbaarste groep op de arbeidsmarkt. De PvdA is van mening dat Amsterdam, tegen de Haagse trend in, een eigen jeugdwerkgarantieplan dient te hebben. Daarom verzoek ik het college hier in te voorzien bij de verdere invulling van de wet, ook met een reservering.

Voorzitter, ik eindig mijn bijdrage in 1 e termijn met twee punten van grote zorg. Het eerste zorgpunt is de werkorganisatie. Om tijdens de verbouwing een winkel open te kunnen houden heb je een goed geolied bedrijf nodig. En laten we eerlijk zijn, aan zo’n goed geolied bedrijf, de nieuwe dienst werk en inkomen, wordt weliswaar hard gewerkt, maar het staat er nog niet. Dit brengt werkelijk enorme risico’s met zich mee. We begrijpen de positie van het college; invoering van de nieuwe wet op dit moment is geen keus, het is een opdracht. Toch vragen wij het college:

-wat zijn de risico’s van het invoeren van deze wet op dit moment

-en beoordeelt het college deze risico’s op dit moment als verantwoord?

In het verlengde hiervan het tweede zorgpunt en dat zijn natuurlijk de financiën. We weten allemaal dat we met deze wet enorme financiële risico’s lopen.Het voorliggende voorstel biedt weliswaar enig zicht op de ontwikkelingen in 2004, maar het incidentele karakter van dit jaar, alsmede de onoverzichtelijkheid van de ontwikkelingen die zich in dit jaar kunnen en zullen voordoen, vertroebelen het zicht op de consequenties voor 2005 en later. En die consequenties kunnen enorm zijn . Voorzitter, het moge duidelijk zijn dat een definitieve nieuwe wet werk en bijstand alleen kan worden ingevoerd als er helderheid is over de structurele financiële consequenties inclusief risicoparagraaf.

Hier wilde ik het in eerste termijn bij laten, voor overige vragen en opmerkingen verwijs ik u naar de bijlage.