Maidenspeech raadslid Geert Noordzij

14 september 2022

Voorzitter,

Dank u wel. Drie jaar geleden, ik was 15, organiseerden we als Fridays for Future onze eerste grote klimaatstaking. Met 35 duizend mensen stonden we op het Koekamp in Den Haag. We eisten klimaatrechtvaardigheid. Omdat de wereld kapot gaat als we niets doen. Een paar uur later kwam de reactie van premier Rutte. Hij zei: “Ik zie het als mooie steun voor ons beleid”. Stil was ik ervan. We voelden ons moedeloos. Dat kwam niet doordat Rutte niet gaf wat wij wilden. Dat kwam omdat Rutte niet naar ons luisterde en niet op ons verhaal reageerde. Hij had precies nul seconden naar ons verhaal geluisterd. Hij was enkel bezig met het eigen verhaal en het eigen succes. Electoraal misschien succesvol, maar het vertrouwen in de politiek daalt en daalt. Door dit soort acties. Het is de reden dat ik hier nu wil staan. Omdat vertrouwen mij veel meer waard is dan platonisch succes.

Start where you are. Use what you have. Do what you can. Het was de lijfspreuk van de aan AIDS overleden tennisser Arthur Ashe, en het is mijn motto voor mijn werk met de stad. Ik ben hier om te werken aan een stad waarin juist de jongste generatie de route uitzet. Ik wil plekken aan de tafel voor mijn generatie.Voor de inwoners van wijken die we nog steeds te vaak vergeten, omdat ze niet zoals de advocaten in Oud-Zuid de hele dag de tijd hebben om hun mening te geven. Voor mensen in de stad die te weinig gezien worden. Ik wil deze mensen steevast aan tafel. Dáár waar de beslissingen worden gemaakt. Want ik heb de overtuiging dat elke keuze die niet mét hen is gemaakt, een verkeerde beslissing is. 

Voorzitter, 390.000 Amsterdammers hebben niet op iemand van ons in deze raad gestemd. Ze geloven in niemand van ons. Het contact met deze Amsterdammers is zwak, terwijl wat wij hier doen van grote invloed is op Amsterdammers. Ik geloof in de strijd die daar nu uit voorkomt. De strijd die wij, bij het weten en erkennen van dit getal allemaal zouden moeten voelen. Wij hebben de verantwoordelijkheid om de onbeantwoorde vragen, verborgen problemen en vergeten Amsterdammers op te zoeken. Te ontmoeten, spreken, vertegenwoordigen en steunen. Daarom staan wij hier.

‘De stad ingaan’ kan niet verworden zijn tot een politiek containerbegrip. Ik vind dat politiek niet alleen de mores van het stadhuis kan zijn. En ja, ik vind dat wij als gemeenteraad te vaak en te veel daar ons gevecht voeren in ons eentje. Mensen zijn mijn agenda, de raad en het stadhuis louter mijn middel om samen die agenda tot resultaat te maken. De stem van de stad als heilige graal.

Voorzitter, mogelijk is het buiten de orde van deze vergadering maar ik wil toch hardop de vraag stellen; hoe gaan wij raadsbreed zorgen dat we de komende vier jaar echt het opkomstpercentage bij de verkiezingen gaan verhogen. Hoe we zorgen met zijn allen, links, rechts of rechtdoor – dat ook 390.000 Amsterdammers die niet gingen stemmen aandacht én positie krijgen in het debat dat we hier met zijn allen voeren? Ik wil de suggestie doen dat alle partijen zich aan dit gemeenschappelijk doel committeren en er samen mee aan de slag gaan! De verkiezingen zijn pas gewonnen wanneer meer mensen hebben gestemd.

De cijfers over de meldingen van overlast door afval die in het rapport dat we nu voor ons hebben gaan niet over de overlast van afval in verschillende stadsdelen. Ze gaan over de afstand tussen de gemeente en Amsterdammers. In sommige stadsdelen zijn er 35.000 meldingen gedaan. In elk stadsdeel in ieder geval minimaal 25.000. Op 1 stadsdeel na. In Zuidoost zijn er nog niet eens 10,000 meldingen gedaan. Niet omdat daar minder overlast van afval is maar omdat melden niet iets is wat je zomaar even doet. Mensen hebben soms wel andere dingen aan hun hoofd.

Het zijn die mensen van onze stad, die mijn intrinsieke agenda nu vormgeven. Mensen die geen melding doen van afval in hun straat, omdat hun zorgen gaan over of hun kind wel met ontbijt naar school kan. Mensen die vooral bezig zijn het einde van de dag te halen met het weinige geld dat ze nog overhebben. Mensen die hun vrije tijd gebruiken om anderen te helpen die het lastig hebben. Mensen die geen melding doen omdat ze er geen vertrouwen in hebben dat het wordt opgeruimd. Zij lopen over straat, zien dat vuil – en ergeren zich net zo kapot als de inwoners van Oud-Zuid, maar ze hebben de tijd, mogelijkheden of het vertrouwen niet zo tegen ons aan de te bemoeien omdat wij dat te moeilijk maken. 

We zagen het terug bij de verkiezingen. 29% was de opkomst in Zuidoost. Ruim 70% van de mensen heeft niet gestemd. Tweedeling in de stad is pijnlijk zichtbaar. Juist ook op dit dossier. Ik vraag aan de wethouder welke plannen zij heeft om te zorgen dat Zuidoost niet achterblijft. Hoe voorkomt de wethouder dat volle of kapotte containers in het ene stadsdeel snel gefikst worden terwijl de afval in Zuidoost zich opstapelt. En de gemeente daar dan niet is. Beleid op afval moeten we nooit maken op basis van meldingen. We moeten het maken door een combinatie van objectief onderzoek en het gesprek dat we voeren bij de speeltuin, voor de afvalbak, en bij het buurthuis. Graag een reactie van de wethouder op deze stellingname. 

Voorzitter, dit verhaal is mijn belofte aan de stad. Begin waar je bent. Gebruik wat je hebt. Doe wat je kan. De stormram dwars door de deur die onrecht heet. Dat raadslid wil ik zijn.