26 januari 2023

Maidenspeech Fatihya Abdi

Vandaag hield ons raadslid Fatihya Abdi haar maidenspeech in de Amsterdamse gemeenteraad. Lees haar gehele maidenspeech hieronder.

Voorzitter, 

Woede, oprechte verontwaardiging, is de brandstof voor verandering. Het is niet een gevoel om op neer te kijken of weg te zetten als irrationeel. Het is nodig. In het ergste geval wordt woede gelijkgesteld aan haat. Maar er is een fundamenteel verschil. Het is cruciaal om woede te begrijpen en niet te verwarren met haat.

“Woede is het uiten van verdriet of wanhoop, omdat je vurig naar verandering verlangt.”

Ook in onze samenleving heersen er gevoelens van woede en oprechte verontwaardiging. Gevoelens die we moeten zien en erkennen. Ik vind het pijnlijk om te constateren dat juist het uiten van woede inmiddels een vorm van privilege is geworden. De meest kwetsbare Amsterdammers die ik spreek zijn vaak diegenen die het zich niet kunnen veroorloven om zich kwaad te maken over hun leefomstandigheden of hun buurt. Laat staan dat hun woede een weg vindt naar dit Huis. Hun onvrede, hun oprechte verontwaardiging, vloeit voort uit een doorleefd besef. Besef van het enorme contrast tussen enerzijds de droom die zij voor zichzelf en voor hun kinderen koesteren, en anderzijds de dagelijkse realiteit. We hebben het in dit Huis vaak over armoede. En terecht. Maar armoede gaat niet alleen over materiële zaken, het gaat juist ook over sociale aspecten. Het betekent leven in sociaal isolement, in onzekerheid, afhankelijk zijn van anderen. Arm zijn in een rijk land als Nederland betekent een gebrek aan kansen en perspectief. Het betekent ook een gebrek aan onderlinge solidariteit. Voor veel Amsterdammers is sociale armoede iets dat al jarenlang de realiteit is. Deze Amsterdammers hebben voor hun gevoel weinig maatschappelijke status, hun bijdrage aan de samenleving wordt niet op waarde geschat. Ze maken er het beste van en zijn bezig met overleven. Ze hebben vaak noodgedwongen hun verwachtingen over het leven en hun dromen bijgesteld. 

Voorzitter,

Dit is sociale armoede. Het is ook een vorm van sociale armoede als je het gevoel hebt dat je je woede moet verbergen. Of als je stem niet gehoord wordt en je moet leren leven met die gevoelens van onmacht, gevoelens van er niet toe doen. Ook ik, vandaag de dag trots raadslid, trots onderdeel van dit Huis, heb vaak ongelofelijk veel woede gekend tijdens mijn jeugd. Woede die ik heb gevoeld als kind toen ik zag hoe mijn moeder noodgedwongen duizenden euro’s terug moest betalen aan de Belastingdienst omdat zij – onterecht – werd gezien als fraudeur waardoor wij nóg verder in de armoede werd geduwd. Woede die ik heb gevoeld als tiener omdat je beseft dat je niet als volwaardig Nederlander wordt gezien. Je stem en manier van leven niet terugziet in de bestuurders en politici die wél je leven bepalen met hun politieke keuzes. Woede die ik heb gevoeld over hoe er werd neergekeken op mijn buurt, een plek voor de zogenaamde ‘allochtonen’, de tokkies, de mensen die niet zouden bijdragen aan de samenleving want ze namen alleen maar. Dat was het dominante denken tijdens mijn jeugd. Terwijl ik tegelijkertijd lieve en integere mensen zag, die het werk deden dat in onze samenleving vaak niet wordt gezien en erkend, maar diezelfde samenleving wel draaiende hield. Ik herinner me zo scherp al die politici en bestuurders die ik voorbij heb zien komen door de jaren heen en die hun positie vooral gebruikt hebben om mijn buurt, mijn familie, mijn vrienden neer te zetten als de oorzaak van alle problemen in onze samenleving. 

Voorzitter,

Ik heb ook politici gezien die politici en bestuurders die mij inspireerden. Die mij hoop gaven en lieten zien dat verandering mogelijk is. Ik voel me ongelofelijk vereerd dat ik nu in de positie ben om mijn woede om te zetten in actie. Voor radicale verandering. En dit in de lange traditie van sociaaldemocraten die hun woede hebben omgevormd tot een duidelijke politieke agenda om zo onze mooie stad ten goede te veranderen voor alle Amsterdammers, de meest kwetsbare Amsterdammers voorop. Ik voel me bevoorrecht dat ik volksvertegenwoordiger mag zijn namens de Partij van de Arbeid en dat ik daarvoor het vertrouwen heb gekregen van Amsterdammers. Ik zal de komende jaren mijn best doen om vooral de stem van diegene die hun woede hebben moeten verbergen en gedwongen waren om hun aspiraties en dromen opzij te leggen, om die mensen te vertegenwoordigen. Om nooit onverschillig te zijn over het grote onrecht dat bestaat in onze samenleving. En om deze woede continue te vertalen naar concrete acties voor radicale verandering voor onze mooie stad. 

Voor een stad waar iedere Amsterdammer zich veilig voelt op straat, thuis, op school, op hun werk werk en ook online. Voor een liefdevolle en toegankelijke zorg voor onze meest kwetsbare kinderen en jongeren. Voor een stad waar niemand op straat slaapt en iedere Amsterdammer een plek heeft om thuis te noemen. 

Voorzitter,

Ik ben blij dat wij in Amsterdam alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat niemand tijdens de wintermaanden op straat moet slapen. Dat wij perspectief bieden en mensen in contact brengen met de juiste vorm van hulpverlening. Dat wij hun stem niet ongehoord laten in dit Huis. Maar we zijn er nog niet. Uit recent onderzoek van de Stichting het Vergeten Kind blijkt dat te veel uit huis geplaatsten jongeren dak- of thuisloos raken wanneer jeugdzorg op hun 18e  stopt. Het Vergeten Kind pleit voor het loslaten van de leeftijdsgrens. Mijn fractie vindt het pijnlijk dat juist kwetsbare jongeren onnodig dak- en/of thuisloos dreigen te worden door deze leeftijdsgrens. Hoe kijkt het college aan tegen dit pleidooi en wat kunnen we doen om dit te voorkomen?