24 november 2004

Lodewijk Asscher bij Algemene Beschouwingen: gaan we naar de maan?

Algemene Beschouwingen 24 november 2004
Lodewijk Asscher, PvdA
alleen gesproken woord telt


Soap City: gaan we naar de Maan?
Werken aan een sociale, veilige en ongedeelde stad


1. Inleiding

Voorzitter,

Drie weken terug werd filmer Theo van Gogh vermoord. Een schok ging door de stad. We waren niet voorbereid op zo’n moord, we waren niet voorbereid op terrorisme in een Amsterdamse straat.

Tot die moord kende de stad een soort onbezorgdheid. Die was typerend voor Amsterdam. Die koesterde ik. Maar was onbezorgd niet ook naïef? Was onbezorgd niet ook vaak slordig en onverschillig? Hoe ziet de samenleving van 2004 er nu echt uit? Volgens een recent rapport geven veel burgers de maatschappij een onvoldoende Tegelijk heeft 90% van de bevolking wél vertrouwen in de eigen toekomst. Het vertrouwen in de overheid is buitengewoon laag. Het gevoel overheerst dat “de politiek” niet reageert op de wensen van mensen. We zijn blijkbaar bang én gelukkig tegelijk. De schizofrene samenleving van 2004.

Als politici moeten we in zo’n periode iets te bieden hebben, willen we iedereen bij de samenleving betrekken. Laten we vandaag de stad eens bekijken door het oog van de camera. Op zoek naar richting, op zoek naar regie.


2. Amsterdam Soap City

In Duitsland wordt op dit moment gewerkt aan een uitvergroting van het Big Brother-concept. Een stad wordt nagebouwd die zal worden bewoond door zo’n 2000 werklozen. Overal zijn camera’s opgehangen en het moet leiden tot spectaculaire televisie. Dit alles naar een idee van Endemol, hoe kan het ook anders.

Dankzij de prachtige film the Truman Show uit 1998 weten we hoe zo’n wereld eruit ziet. Truman Burbank, gespeeld door Jim Carey, komt er achter dat zijn leven een reality soap is. De vriendelijk groetende buurman, de perfect schone straten. De slim verstopte reclame bij alles wat hij doet. “kijk Truman, dit mes kan schillen, snijden en hakken tegelijk.” Tot zijn ontzetting komt hij erachter dat het allemaal nep is. Het is regie, het is kunstmatig.

Stelt u zich nu eens voor dat wij allen een rol spelen in een extreme reality soap. Dat we allemaal uitgekozen zijn om een rol te spelen. Dat Amsterdam avond aan avond een miljoenenpubliek trekt onder de noemer Soap City, waarin wij meespelen.

Plotseling vallen de schellen je van de ogen. Natuurlijk is het wat al te mooi dat zo’n vrolijke flierefluiter als Huffnagel hier wethouder is. Van financiën! Dat gelooft toch niemand jongens. En zo’n studentenleider als Van Poelgeest, natuurlijk als links raadslid, dat is eigenlijk ook een enorm cliché. Zo’n krijtstreepsocialist als Asscher? Volkomen potsierlijk! Ongeloofwaardig!

Kijk om je heen en zoek de camera. Vraagt u zich eens af welke rol u speelt. Past u wel bij uw rol? Speelt u uw rol wel goed? Wordt het niet tijd om weer eens een rondje weg te stemmen?

Sms A voor Asscher, B voor Van der Burg en C voor Cohen…
[uitslag volgt aan het begin van de avondraad]

3. Casting

Het maakt natuurlijk nogal wat uit welke rol je krijgt toebedeeld in Soap City. Populairst zijn de rollen als stadsleider. Stadsleiders geven permanent meninkjes zonder dat daaraan consequenties worden verbonden. Ze wonen in de betere wijken van het decor – de hele belangrijke wonen in villa’s buiten de stad – en ze krijgen allerlei extra’s in de vorm van aandacht, liefde en beduidend minder regen.

Veel minder populair is de rol van Marokkaanse puber. Het is een veeleisende rol die ook fysiek veel van de acteur vergt en die bovendien weinig perspectiefrijk is.

Een rechtvaardige stad is de stad die de meeste kansen biedt aan iedereen, vóór dat je weet welke rol je zult spelen. John Rawls noemt dit de veil of ignorance, de sluier van onwetendheid. Rawls pleit in zijn theory of justice voor een samenleving die is ingericht zodat iedereen maximaal kan meedoen en die is gebaseerd op het idee dat je vantevoren niet weet wie je zult zijn. Ik geloof dat het nuttig is Amsterdam soms te bekijken vanuit die sluier van onwetendheid. De stad is lang niet rechtvaardig genoeg.


4. Eigen verantwoordelijkheid.

In het tv-seizoen 2004 was er veel aandacht voor het kabinetsthema “eigen verantwoordelijkheid”. Het mantra van de eigen verantwoordelijkheid werd op de bevolking losgelaten om te zien hoe de inwoners reageren. Het lijkt op de bekende wrede onderzoekjes naar stress bij muizen. Met knipperlichten en gebrek aan voedsel worden de knaagdiertjes volstrekt ontregeld om uiteindelijk bang en agressief elkaar maar aan te vallen. Om het spannender te maken laat de Haagse overheid zélf alle taken uit de handen kletteren. Voorbeelden?

– U mag voortaan zelf onderhandelen over uw ziektekostenpremie. Fijn he?
– Eigen verantwoordelijkheid!
– U mag zelf uw pensioen regelen. Fijn he?
– Eigen verantwoordelijkheid!
– U mag voortaan met de huisbaas onderhandelen over de huur. Fijn he?
– Eigen verantwoordelijkheid!

Die laatste variant is het Spook van Dekker. Om ideologische redenen wordt de huurmarkt lekker geliberaliseerd. Zodra een huurhuis vrij komt wordt de huur flink verhoogd. Daardoor gaan mensen straks niet meer verhuizen. En in de jaren tot 2009 zullen heel veel Amsterdammers geconfronteerd worden met heftige huurverhogingen. Hier jaagt de VVD de middenklasse de stad uit! Liberaal is hier: asociaal.

En toch werkt het. Ademloos zagen miljoenen televisiekijkers van over de hele wereld hoe de soapcitynaren zich gedwee voor de gek lieten houden en murw gebeukt tegen elkaar mompelden: eigen verantwoordelijkheid.

Maar waar is de “eigen verantwoordelijkheid” van de overheid? Waarom wordt er zo vaak niet geleverd? Laat de camera even inzoomen op Amsterdam. Wat te denken van de ellende op de Overtoom? Schoolgebouwen die maar niet worden opgeknapt? Of neem de Diamantbuurt. Een echtpaar wordt weggepest en de overheid laat weten: ”het is een nederlaag. We kunnen niets doen.” Dat kan toch niet waar zijn? Zo verneder je je inwoners. Een fatsoenlijke overheid beschermt de eigen burgers.

5. Soap city werd film noir

Door de aanslag op Van Gogh en door de dreiging tegen Hirsi Ali, tegen Wilders, tegen Cohen en Aboutaleb leek soap city de afgelopen weken veranderd in film noir. Een sombere stad in de ban van dreiging en geweld. Internationale voorpagina’s over Amsterdam gingen niet over tulpen of softdrugs maar over “Hollandse Toestanden”.

Tolerantie blijkt een kwetsbaar goed. Dat is door de terreurdaad bikkelhard aangetoond. En dat terwijl verdraagzaamheid sinds de zestiende eeuw een succesfactor van onze stad is. Dat was en is de kracht van de stad. Maar integratie en emancipatie van mensen uit andere culturen blijft een enorme opgave. Het is belangrijk het ideaal daarbij niet te verwarren met de werkelijkheid. Het ideaal blijft een multiculturele samenleving op basis van respect en gelijkwaardigheid. De werkelijkheid is te vaak anders. Grote groepen doen niet mee. Mensen spreken niet met elkaar. Begrijpen elkaar niet. Kennen elkaar niet. Moeten we dan ons ideaal maar opgeven? Nee.

Maar uitsluiting dreigt en moet met kracht bestreden worden. Vrijheden kunnen onder druk komen te staan. De scheiding tussen kerk en staat, dus ook tussen moskee en staat moet duidelijk zijn. Harde en duidelijke grenzen vormen een voorwaarde voor tolerantie. Je mag geloven en denken wat je wilt maar onverdraagzaamheid tegen anderen, of het nu homo’s, vrouwen, joden of Marokkanen zijn, wordt in Amsterdam niet getolereerd.

Angst is in opkomst in de stad. Angst voor terreur, angst voor islam, angst voor de toekomst, angst voor elkaar. De angst is ook dit: je durft niet meer vrijuit te spreken; we raken het Nederland kwijt waar we zo trots op zijn. Het is onze taak als politici om die angst niet alles te laten overheersen

Maar we mogen angst niet bagatelliseren. De angst voor terrorisme is terecht gebleken. We moeten lessen trekken uit de moord. We moeten ons zoveel mogelijk beschermen tegen aanslagen. We moeten waakzamer zijn, alerter. Maar we zíjn een open samenleving en we zijn dus altijd kwetsbaar. We moeten vooral zorgen dat er weinig potentiële rekruten zijn. Voorkomen dat meer jongeren de doodlopende weg kiezen, de weg van Mohamed B.

6. Conclusie: Door het Doek en aan het Werk

Als je de gevaren die Amsterdam bedreigen zou samenvatten, zeker na de moord, dan is het dit: de stad loopt risico om uit elkaar te vallen. De ongedeelde stad staat onder druk. Tegenstellingen tussen arm en rijk, tussen autochtoon en allochtoon, tussen moslims en niet-moslims worden verscherpt. Daar ligt de werkelijke opgave voor de politiek.

Aan het einde van de Truman Show breekt Truman Burbank letterlijk uit het decor en ontsnapt aan de camera. Hij is aan het einde van zijn schijnwereld gekomen en zal ontsnappen in de werkelijkheid.

Het is ook voor ons tijd de metafoor te verlaten. Maar het is goed om te beseffen wat er op het spel staat. Wat zijn de lessen van soap city? De stad moet veilig zijn, wil ze tolerant zijn. De stad moet werken, wil ze sociaal zijn. De stad moet van iedereen zijn, wil ze van jou of mij zijn.

Het gaat om de ongedeelde stad. Het is, als u mij toestaat voorzitter, toch onbeschrijflijk dat politici zich druk maken over het graven van grachten terwijl er dit soort problemen zijn. Hoe kan het dat we die urgentie niet voelen? Afgelopen donderdag wandelde ik met Hans Luiten door Bos en Lommer. We liepen door de straat waar op 10 november Mohamed Fahmi B gearresteerd is. Dat is de vriend van Samir A die voor hem een tas met bomingrediënten bewaarde. Hij ging een tuin aanleggen, vandaar die kunstmest. De grijze, beschotelde gevels, de ontoegankelijkheid van de buurt en de wetenschap dat hier de werkloosheidscijfers zeer slecht zijn gaven me een onheilspellend gevoel. Zo’n wandeling door de Kolenkitbuurt zegt meer over de urgentie, meer over de prioriteiten van onze stad dan het begrotingsboek voor onze neus.

We moeten de ogen openen. De soap is afgelopen. Het is óf de oude wijken opknappen en hoop geven, óf vrezen voor een verdeelde toekomst. Niet alles is somber voorzitter, natuurlijk niet. Amsterdammers laten zich niet zomaar gek maken. We moeten vooral doorgaan met de weg van emancipatie via onderwijs, huisvesting, de arbeidsmarkt. Er moet alleen een schepje bovenop.


Wat moet er concreet gebeuren? Een paar onderwerpen voor 2005 wil ik wel noemen. Ik heb daarover ook een motie.
– Er moet meer kennis komen over extremisme
– Er moet een loket zijn en een telefoonnummer waar iedereen die stuit op extremisme zijn verhaal kwijt kan, en waar informatie is over hoe daar mee om te gaan
– Er moeten vergaande afspraken met het bedrijfsleven gemaakt worden over arbeidsparticipatie van allochtone jongeren, en het beleid tegen discriminatie in het uitgaansleven moet strenger
– In de hele stad moet snel en hard worden opgetreden tegen overlast en beginnende normloosheid,
– En op scholen moet worden gesproken over verdraagzaamheid, over wat democratie betekent.

Belangrijker dan losse maatregelen is dat we duidelijk maken wie wij zijn en wie zij. Wij zijn alle Amsterdammers, of we nou goed of slecht geïntegreerd zijn, of we Nederlands spreken of Arabisch, of we nou moslim zijn of ongelovige, die willen leven in een democratie. Wij horen bij elkaar. En zij zijn diegenen die onze samenleving willen vernietigen.

John F. Kennedy zei in 1962: We choose to go to the moon in this decade. Een formidabele, bijna uitzinnige ambitie. Onze maan is veel abstracter: een ongedeelde, een sociale en een welvarende stad. Maar we moeten er wel naar toe. En we gaan er ook naar toe. De ambitie is misschien wel groter.

We moeten ons niet te veel laten verblinden door de camera vlak voor onze neus maar meer denken aan de camera ergens boven in het decor. Niet of we vandaag scoren is maatstaf, maar of we als stad als geheel slagen. Samen, als Amsterdammers. Sociaal en succesvol. Het alternatief is een verdeelde stad. Dan wordt soap vanzelf horror. Falen is geen optie. Want dit is Amsterdam.
_ _ _ _ _ _