24 oktober 2005

Kunst, Cultuur en Monumenten: spiegel van de stad

Uitgangspunten
Het cultureel aandeelhouderschap, oftewel de betrokkenheid van Amsterdammers bij de rijke kunst en cultuur(-geschiedenis) van de stad, moet worden vergroot. Cultuureducatie is een belangrijk instrument om vooral jongeren met kunst en cultuur in aanraking te laten komen. De Amsterdamse kunstinstellingen worden gestimuleerd om te blijven investeren in de volgende generatie kunstmakers en kunsthoeders. Kunst is immers geen statisch gegeven, maar moet ontwikkelen en groeien. Cultuur verdient bovendien erkenning als aanjager van de economische ontwikkeling van de stad. De koppeling tussen economische zaken en cultuur moet vanzelfsprekend zijn. Een belangrijke (economische) rol is weggelegd voor de creatieve industrie.

Actiepunten
• Op alle lagere scholen moet cultuureducatie worden opgenomen in het lesaanbod. De inhoud moet toegankelijk en divers zijn, zich dicht bij huis afspelen en continuïteit en kwaliteit bezitten. Geïnvesteerd moet worden in de ontwikkeling van talent.

• Er moeten meer broedplaatsen voor beginnende kunstenaars komen, want zij zijn van groot belang voor de culturele en economische ontwikkeling van de stad.

• Op bibliotheken wordt niet bezuinigd. Zij zijn van onschatbare waarde voor iedereen die zich wil informeren over onze en andere culturen. De Amsterdamse bibliotheken moeten in samenwerking met de stadsdelen maatwerk leveren en aansluiting te zoeken bij hun lezerspubliek.

• Kleinere theaters in stadsdelen zijn van belang om cultuur dicht bij de buurt te brengen en om kinderen en jongeren ofwel zelf te laten experimenteren, ofwel kennis te laten nemen van het betere amateurtheater en/of beginnende professionele theatermakers. Scholen moeten in staat worden gesteld maximaal te profiteren van de aanwezigheid van kleine theaters in hun stadsdeel.

• Het Verdrag van Valetta, dat het archeologische erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de ruimtelijke ordening beschermt, moet worden nageleefd om het bijzondere karakter van Amsterdam te bewaren. Vanwege het grote belang van het archeologische erfgoed moet de aandacht ervoor worden vergroot, bijvoorbeeld door educatieve projecten op scholen, het zichtbaar maken van het bodemarchief, TV-programma’s over bijzondere plekken in de stad en het op internet presenteren van de Amsterdamse vondsten en monumenten.

• Een gastvrij en aangenaam vestigingsklimaat voor creatieve industrieën en buitenlandse kunstenaars is van grote noodzaak voor onze stad. Actief beleid, gericht op het binnenhalen van bedrijven in creatieve sectoren als film, nieuwe media en architectuur, zorgt voor een bruisende stad die creatievelingen aantrekt en de culturele en economische positie van Amsterdam in Europa en de wereld verbetert.

• In het nieuwe Kunstenplan moet gedacht worden vanuit investeren in, niet subsidiëren van instellingen. Dit betekent meer partnership met de overheid, onderlinge afstemming en eventuele samenwerking van bestaande instellingen. Scherpe keuzes moeten worden gemaakt om niet in middelmatigheid te verstikken. In een vroeg stadium moet worden benoemd wat kansrijk is. Belangrijk is een andere selectie, niet een andere procedure.