17 februari 2006

“In Rotterdam missen ze een Aboutaleb of een Cohen.”

We moeten de zetels verdienen!

Jet Bussemaker is lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Omdat ze in Amsterdam woont, zet zij zich ook in voor de partij in de hoofdstad tijdens de campagne. Ze staat volledig achter het beleid van de PvdA in Amsterdam en snoert elke criticus dan ook duidelijk de mond: “De boel bij elkaar houden is niet soft, maar keihard werken.”

Gevraagd naar de grootste uitdaging die Amsterdam te wachten staat, komt Bussemaker toch terecht in haar eigen straatje. Als de PvdA-woordvoerder Sociale Zaken en Werkgelegenheid, richt ze zich vooral op de problematiek van deze portefeuille: “In Amsterdam moet er geen nieuwe generatie jeugdwerklozen bij komen. Als een werkloze generatie wordt ingehaald, blijven die jongeren ook langer zonder baan zitten. Werkgevers zullen dan eerder voor de nieuwe generatie kiezen die dan van school komt en op die manier blijft de eerste groep werkloos. De hoge werkloosheid heeft te maken met discriminatie maar natuurlijk ook met presentatie en beroepsprofiel. Er is veel frustratie onder werkloze jongeren. Ik moet wel zeggen dat er in Amsterdam goed aan gewerkt wordt. Vooral het leer- en werktraject voor iedereen onder de 27 van Aboutaleb is erg goed”. Bussemaker laat er geen twijfel over bestaan dat de sociaal-democraten bij uitstek de politici zijn die de jeugdwerkloosheid kunnen aanpakken: “Wij zijn altijd de eerste partij die willen werken aan een oplossing van dit probleem. Dat was in de jaren tachtig ook al zo. Toen kwam de PvdA met het Jeugdwerkgarantieplan. Dat doe ik nu in de Kamer met investeringsplannen voor werk voor jongeren, en dat doet Aboutaleb in Amsterdam die niet voor niets een compliment heeft gekregen van de Taskforce Jeugdwerkloosheid voor zijn beleid in Amsterdam.”

Toch zijn er meer plannen van de landelijke PvdA op het gebied van Sociale Zaken waar de stad Amsterdam de vruchten van kan plukken. Bussemaker: “Als we in de Kamer regelen dat kinderopvang een basisvoorziening wordt, merk je dat in Amsterdam. Nu is de kinderopvang voor veel mensen niet te betalen, terwijl het toegankelijk moet zijn voor iedereen. Kinderopvang is een recht dat je dus niet aan de markt moet over laten. Het recht op onderwijs is ook een basisvoorziening die je niet aan de markt prijs geeft.”

Bussemaker maakt zich soms zorgen over de sfeer in de stad, maar is blij met de mensen die het bestuur in handen hebben: “Er wordt veel gesproken over Rotterdam en Amsterdam. Amsterdam staat er beter voor, maar moet daardoor niet zelfgenoegzaam worden. Er heerst hier wel een culturele spanning, zoals in de Diamantbuurt, maar we hebben een fantastisch gemeentebestuur en een fantastische burgemeester. De boel bij elkaar houden is namelijk geen softe aanpak maar dat is keihard werken. Mensen als Aboutaleb en Cohen worden erg gemist in Rotterdam.” Het kamerlid heeft ook vertrouwen in de nieuwe ploeg die het voor de PvdA moet gaan doen de komende tijd: “De top van de lijst en de doorgevoerde vernieuwing is erg goed. Het is wel belangrijk dat er een evenwicht is in de fractie. De partij moet de jonge en nieuwe raadsleden begeleiden. Anders raak je gemakkelijk vermorzeld als nieuweling. Toen ik net in de Kamer kwam, was Jeltje van Nieuwenhoven mijn mentor. Zij heeft in de politiek natuurlijk een ontzettend ruime ervaring. Ik kon altijd bij haar binnenlopen met vragen en ik mocht ook fouten maken. Ik kan iedereen een mentorsysteem aanraden.”

De armoede blijft een groot probleem voor Amsterdam. De VVD legt de oorzaak bij de PvdA aangezien de sociaal-democraten al zeer lang de portefeuille Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Amsterdam beheren. Bussemaker helpt de liberalen uit hun droom: “Het paarse kabinet heeft de armoede met dertig procent laten dalen, terwijl dit kabinet de armoede weer met dertig procent heeft laten oplopen. Daar kun je het stadsbestuur niet verantwoordelijk voor houden. De bestuurders in de steden krijgen te weinig beleidsvrijheid en zijn op het gebied van armoedebeleid in grote mate overgelaten aan de landelijke ministeries.”

Bussemaker heeft momenteel een druk schema. Naast haar werk in de Kamer en aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, is de politica ook betrokken bij de campagne voor de gemeenteraad: “De zaken die nationaal spelen, vinden ook plaats in de stad. We gaan zoals altijd de straat op als onderdeel van Meer Rood Op Straat. Daarnaast ben ik samen met Ahmed Aboutaleb en Manon van der Garde bij ondernemers in Bos en Lommer geweest. Binnenkort ga ik ook een debat over stages voorzitten op het Nova college. Ook ga ik nog met Hans de Boer van de Taskforce Jeugdwerkloosheid en Lodewijk Asscher op bezoek bij de Uitdaging, het project waar probleemjongeren worden opgevangen in kazernes. Al deze activiteiten zijn belangrijk want we moeten de zetels verdienen tot op de laatste minuut”.