Elke klap. Elke vuistslag, elke schop, is er één teveel
In Nederland zijn er jaarlijks rond de 50 dodelijke slachtoffers van huiselijk geweld te betreuren.
We kennen de voorbeelden uit het nieuws van Bianca (29) uit Rotterdam, Dunya (23) uit Utrecht, Humeyra (16) uit Rotterdam: jonge vrouwen die op gruwelijke wijze werden vermoord. De verdachte of dader is in alle gevallen hun (ex) partner. Vaak ging er een lange geschiedenis van mishandeling, stalken of bedreiging aan vooraf.
Recente veiligheidscijfers uit Amsterdam onderstrepen wat één op de drie vrouwen helaas allang uit eigen ervaring weet: geweld in de privésfeer is de meest voorkomende vorm van geweld. En één op de drie kinderen groeit op in een gezin waar sprake is van ernstig lichamelijk of geestelijk geweld. Onvoorstelbaar wat een schade dat op reeds jonge leeftijd in een kinderleven veroorzaakt.
“Eén op de drie kinderen groeit op in een gezin waar sprake is van ernstig lichamelijk of geestelijk geweld.”
Toch praten we er nauwelijks over. Veel slachtoffers houden uit schaamte, angst, liefde, (financiële) afhankelijkheid, of een combinatie daarvan, hun mond. Professionals weten niet altijd hoe te reageren. En in slechts een minderheid van de gevallen komt het tot aangifte.
De Amsterdamse politie registreerde vorig jaar 7% meer incidenten dan in 2017. Het geweld is bovendien hardnekkig: gemiddeld gaat het 33 keer mis, voordat het tot een aangifte komt. En dit is slechts het topje van de ijsberg.
Ik sprak vorige week nog met een wijkteamchef van de politie en in dit gesprek kwam naar voren dat zij hier in Amsterdam elke dag te maken hebben met zeker 25 meldingen van huiselijk geweld. Dat zijn er ongeveer 9000 per jaar.
Dan hebben we het alleen over de meldingen bij de politie. De meldingen en adviesvragen bij instanties als Veilig Thuis, de crises opvang zoals de Blijf Groep of de diverse zelforganisaties komen daar nog bovenop.
Er bestaan nog steeds veel misverstanden over huiselijk geweld. Bijvoorbeeld dat het alleen in bepaalde culturen voorkomt. Of dat er altijd sprake is van drugs, drank of schulden. Geweld achter de voordeur komt overal voor.
“Er bestaan nog steeds veel misverstanden over huiselijk geweld. Bijvoorbeeld dat het alleen in bepaalde culturen voorkomt.”
Onder hoog- en lager opgeleiden, onder directeuren en mensen met een uitkering, onder hetero-, bi-, trans- en homoseksuelen. Huiselijk geweld kent daar geen onderscheid in. Op een treurige uitzondering na: in de meerderheid van de gevallen is een man de dader, en een vrouw het slachtoffer.
De aanpak van huiselijk geweld is daarom een emancipatiekwestie. Daar moet onze gemeenschap vol op inzetten. En wat betreft de concrete aanpak is een goede samenwerking tussen zorg, politie, gemeente, Veilig Thuis en opvang letterlijk een kwestie van levensbelang.
Niet alleen voor de slachtoffers. Ook voor de kinderen die dat moeten meemaken en die daar hun leven lang door getekend kunnen zijn.
Maar bovenal is dit een maatschappelijk probleem, waarbij we als gehele samenleving aan zet zijn om te zorgen dat iedereen zeker is van een veilig thuis.
De geweldsspiraal waar veel vrouwen in vastzitten, kunnen we alleen stoppen als we de schaal én aard van het probleem erkennen. Want het heeft vaak óók een ontwrichtend effect op grote delen van het betrokken familie- en relatienetwerk.
Oog hebben voor culturele dimensies is hierbij essentieel en wie het oor in het werkveld te luister legt, weet dat de radar- en monitor functie van hulpverlenende instellingen essentieel is. Daar moeten de symptomen tijdig worden herkend, daar moeten patronen worden herkend, daar moet maatwerk worden verricht, zodat rijk of arm, zwart of wit, zeker weten dat zij goed begrepen worden en dat er adequaat wordt ingegrepen.
Voor Bianca, Dunja, Humeyra en vele andere slachtoffers kwam hulp te laat. Laten we daarom geen dag langer wachten en als Amsterdamse gemeenschap een voortrekkersrol vervullen bij de bestrijding van geweld tegen vrouwen.
Elke klap. Elke vuistslag, elke schop , elke scheldkanonnade, is er één te veel. De integriteit van lichaam en geest is dan in het geding. En dat is mensenrecht waar niemand aan mag komen.
Nenita La Rose bekrachtigde in de gemeenteraad van 9 mei haar betoog met een motie die opriep tot meer maatwerk in de beoordeling en aanpak van huiselijk geweld in Amsterdam. Deze motie werd door de gemeenteraad aangenomen.
“Elke klap. Elke vuistslag, elke schop, elke scheldkanonnade, is er één te veel”