Een sociale stad vertrouwt haar burgers
Groot was de ophef eind december toen bekend werd dat een vrouw uit de Noord-Hollandse gemeente Wijdemeren 7000,- euro terug moet betalen, omdat haar moeder af en toe boodschappen voor haar doet. ‘Toeslagenaffaire all over again’, twitterde het kamerlid van Kooten. Bij mijzelf liepen de rillingen over mijn rug. Hoe hard kan een overheid zijn? En hoe ver van de menselijke maat lijken we soms te zijn afgedreven?
De mevrouw uit Wijdemeren ontvangt een bijstandsuitkering. En mensen met een uitkering moeten voldoen aan de ‘inlichtenplicht’. Dat wil zeggen dat je de plicht hebt de gemeente te informeren over extra steun of geld dat je ontvangt. En dat kan dan weer gevolgen hebben voor de hoogte van je uitkering. Het niet voldoen van deze plicht kan leiden tot boetes en terugvorderingen. Zo ging het ook in Wijdemeren.
In de commissievergadering van de commissie Werk, Inkomen en Onderwijs van woensdag jl. heb ik het college gevraagd – ook DENK stelde hier vragen over – in hoeverre deze gevallen ook bekend zijn in Amsterdam. Namens haar collega Rutger Groot Wassink (die ziek thuis zat) gaf onze wethouder Marjolein Moorman aan dat het college al had gekeken of zich vergelijkbare cases voor hebben gedaan in Amsterdam. Dat was gelukkig niet het geval.
In Amsterdam gaan we barmhartig om met de Participatiewet. De verplichte tegenprestatie (iets terugdoen voor een uitkering) hanteren we niet. Sterker nog, we bieden Amsterdammers die bijstand ontvangen een premie als zij zelf besluiten te gaan werken naast een uitkering. We gaan in Amsterdam uit van vertrouwen in plaats van wantrouwen, zo bevestigde het college nog eens onomwonden in haar laatste begroting. Juist in tijden van crisis moet een stad haar sociale gezicht laten zien.
De toeslagenaffaire heeft ons ook geleerd dat wetten soms strenger worden uitgelegd dan noodzakelijk is. Zo oordeelde de Raad van State in casus de kinderopvangtoeslag een aantal jaar geleden – na jarenlang het tegenovergestelde te hebben gezegd – dat het niet per se nodig is om het gehele bedrag terug te vorderen, maar dat bijvoorbeeld ook alleen de onterecht niet betaalde eigen bijdrage teruggevraagd kan worden.
Ik heb het college deze week gevraagd om in Amsterdam te kijken naar de ruimte die de huidige Participatiewet biedt om eerst te waarschuwen, of lagere boetes op te leggen bij minder verwijtbare zaken. Volgens mij biedt de wet die ruimte. Maar als blijkt dat deze ruimte inderdaad te beperkt is, zoals nu veelal de consensus in de berichtgeving, moet Amsterdam zich daar (nogmaals) duidelijk tegen uitspreken.
Een sociale stad vertrouwt haar burgers, gaat uit van het goede in de mens, gaat niet direct uit van opzet bij fouten en geeft burgers de kans fouten te herstellen in plaats van direct te straffen. Ik vertrouw erop dat ons college deze benadering nu al toepast, maar zal ze hierin blijven stimuleren.
Arjan Miedema
Duoraadslid, portefeuille Werk en Inkomen