25 augustus 2009

Caroline Gehrels: Doorzetter die wel maat weet te houden

Ze wil de politiek meer invloed geven op de besteding van de kunstsubsidies. En kegelt daarmee een heilig huisje omver. De Amsterdamse wethouder Carolien Gehrels ‘gaat recht op haar doel af en is niet bang’.

Hooguit ‘een beetje wild’, zegt Carolien Gehrels (41) over zichzelf. Een drammer? Dat juist helemaal niet, weet ze zeker. De Amsterdamse wethouder van Cultuur en nog veel meer krijgt het druk de komende weken.

Zondag, tijdens de Uitmarkt, is zij in Paradiso prominent aanwezig in een groot cultuurdebat, waarin haar eigen beleid – samengevat: de politiek moet meer invloed krijgen op de kunsten – aan de orde komt.

Nog belangrijker, de gemeenteraad gaat na het zomerreces verder debatteren over het Kunstenplan 2009-2012 van Gehrels, de wethouder van Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop, alsmede het Programma Maatschappelijke Investeringen, zoals het officieel heet. Tussendoor neemt zij deel aan een grote Nederlandse delegatie naar New York in september, als onder leiding van de kroonprins vooral de culturele banden tussen Nederland en New York worden onderstreept met het optreden van talrijke Nederlandse kunstenaars.

Onderwijl zijn de belangrijkste hoofdstedelijke musea nog op slot en is er op het gemaltraiteerde Museumplein, hét museumcentrum, zelfs voor een tankcommandant weinig te vernielen. Wethouder Gehrels heeft het niettemin al over nóg meer musea op het plein. En ze wil het plein opnieuw herinrichten.

Toonaangevende critici lijken haar inmiddels te volgen met haar Kunstenplan: de politiek, de gemeenteraad, kan en mag meer zeggenschap krijgen over de besteding van de kunstsubsidies. Hetgeen ten koste zal gaan van de almachtige Amsterdamse Kunstraad, geleid door Jan Riezenkamp, de voormalige directeur-generaal van het ministerie van OCW.

‘Ik ben die kunst- en cultuurwereld helemaal zat’, verzuchtte Gehrels eerder dit jaar tijdens een borrel met kunstminnenden. Er was weer een gesprek geweest met Riezenkamp. Ze voelde zich ondergewaardeerd. Zij was toch de wethouder die miljoenen meer had binnengesleept sinds haar aantreden in april 2006?

Riezenkamp, een geduchte tegenstander, is de enige die niets kwijt wil over wethouder Gehrels. ‘De relatie is zeer delicaat. Die wil ik voorlopig beschermen’, zegt hij.

Is het zo erg?
Riezenkamp maakt het nog spannender: ‘De gehele situatie is veel te delicaat. Daar moet u het mee doen.’
Volgens Bart Drenth, oud-studievriend uit Groningen en nog steeds werkzaam bij organisatiebureau Berenschot, de voormalige werkgever van Gehrels, gaat het er ‘vrij scherp aan toe’, tussen Riezenkamp en Gehrels. ‘Om meer over haar capaciteiten te weten te komen zou het interessant zijn die relatie te analyseren.’

Carolien Gehrels, weet Drenth, beschikt over de gave alles naar zich toe te trekken, verbindingen te maken en uiteindelijk de oplossing als het ei van Columbus op tafel te toveren. ‘Ze heeft ook oog voor anderen. Carolien wil alles oplossen en, door schade en schande wijs geworden, weet ze ook nog eens maat te houden. En alles op z’n tijd met een frivole kwinkslag.’
Kortom, een charismatisch persoon. Drenth: ‘Wat me steeds opvalt, is hoe ze iedereen voor zich weet in te nemen. Bij huwelijken is ze altijd van de partij, bij de receptie, het diner én het feest. We hebben heel wat huwelijken zien stranden, maar ook bij nieuwe bruiloften is Carolien er weer bij.’

De organisatie-expert verhuisde naar de politiek toen ze op het stadhuis indruk had gemaakt met een rapport inzake ‘citymarketing’, het vooral internationaal beter verkopen van de hoofdstad, inclusief het nog steeds omstreden maar niet door Gehrels bedachte logo I Amsterdam.

Lodewijk Asscher, de lokale PvdA-leider: ‘Zij maakte tijdens die contacten met de raadscommissie een fijne indruk, ze vertelde heel fris over haar advies. Toen kwam ze op de kandidatenlijst van wethouders voor het nieuwe rood-groene college.
‘Tijdens de laatste afspraak voor de start van het nieuwe college was ze nog steeds vrolijk en opgeruimd. Zelfs toen ze geheel buiten haar toedoen kort na de start tegen de problemen met de bouw van de nieuwe energiecentrale aanliep, is ze niet uit haar humeur geraakt.

‘Ze houdt er bovendien niet van problemen bij anderen op het bordje te schuiven. Wethouder Gehrels is een echte regelaar, in de goede zin van het woord. Ze kent haar eigen capaciteiten, wat wel zo prettig is.’

Melle Daamen, directeur van de Stadsschouwburg Amsterdam, noemt Gehrels ‘behoorlijk goed’ als wethouder. ‘Voor het eerst heeft een wethouder Cultuur het college niet tegenover zich staan, maar achter zich. Het collegeprogram is zeer kunstminded. Het stadsbestuur vindt dat Amsterdam moet oppassen met het koesteren van het imago van seks, drugs en rock-‘n-roll. Kunst en de creatieve industrie zijn belangrijker geworden voor het profiel van de stad. Bij Berenschot heeft ze daar, met haar citymarketingplan voor Amsterdam, mede de basis voor gelegd.

‘Carolien is straight, ze pikt zaken snel op. Ze wil tot het naadje weten wat er aan de hand is. Natuurlijk hebben we ook problemen gehad met de verbouwing van de schouwburg, en soms verweet ze me haar niet snel genoeg op de hoogte te stellen. Ze gaat recht op haar doel af, ze is niet bang, niet voorzichtig, geen diplomaat.’

Martijn Sanders, onder meer voorzitter van het Holland Festival: ‘Zakelijk, vlot, prettig. Je kunt van haar op aan. Als je afspraken met haar maakt, dan staat ze daar ook voor. Ze is geëngageerd en ze straalt uit dat ze cultuur belangrijk en leuk vindt, dat ze het ook een belangrijk deel van haar portefeuille vindt, en die is groter dan alleen Cultuur.

‘Ze steunt kunst, ook in het college, en ze heeft de budgetten weten uit te breiden. Terwijl ze het niet altijd gemakkelijk heeft gehad met de gemeenteraad. Een negatief advies van de Amsterdamse Kunstraad over het Holland Festival wilde ze repareren, maar in die kwestie is ze onderuit gehaald.

‘Ik ben sceptisch over haar plan om door het inzetten van intendanten tot een groter politiek engagement te komen. Inhoudelijke beoordeling van kunst vergt ervaring en professionaliteit. Kan de gemeenteraad inhoudelijk oordelen over kunst, is de vraag. Ik zou zeggen: luister vooral goed naar de deskundigen. Het grote gevaar van het plan van Gehrels is dat men van het ene naar het andere politieke ideaal loopt. Dan wordt kunst ondergeschikt gemaakt aan politieke doelstellingen.’
Als nieuwbakken wethouder – lid van de PvdA werd ze enkele jaren eerder – geraakte zij in 2006 zomaar landelijk in het nieuws door een foto waarop ze aanstalten maakt een steen te werpen door de ruiten van de Sandberg-vleugel van het Stedelijk Museum. De worp moest symbool staan voor de sloop van het museum. De nieuwbouw heeft, zoals gebruikelijk in Amsterdam, inmiddels vertraging opgelopen.

Haar goed doordachte manoeuvre viel totaal verkeerd bij Kees Fens, die in de Volkskrant als volgt uit z’n slof schoot:
‘Mevrouw Carolien Gehrels kreeg de gelegenheid een steen door de ramen te gooien. Een foto toont haar in de aanzet tot de gooi, de steen in haar hand, gebogen als een discuswerpster, gekleed in het uniform van de Museumbuurt, het krijtstreeppak, een zeker fanatisme op haar gezicht.

‘Haar optreden en daad kunnen in ordinairheid, in totale miskenning van het verleden, in volkomen afwezigheid van respect voor een groot museumdirecteur nauwelijks overtroffen worden. Zo gaat men een gebouw van de Gestapo te lijf of een rest van martelkamers – wraak ontlaadt zich – maar niet een museumgebouw dat eens een schepping van toonkunst was.’
Gehrels, geheel niet uit het veld geslagen: ‘De steen is juist geworpen uit respect. Omdat we het moment niet geruisloos voorbij wilden laten gaan. De steen illustreert het verlangen van de Amsterdammers naar het nieuwe museum. Ordinair en agressief? Ach, dat het fanatiek oogt, komt doordat op dat moment mijn balsportverleden naar boven kwam. Ik dacht: nu zal ik ook eens even raak gaan gooien. Zo ben ik: doelgericht, ambitieus.’

Haar ‘balsportverleden’ beperkt zich volgens Bart Drenth tot korfbal, bepaald niet de meest dynamische sport. In het Groningse studentencafé wist zij volgens Drenth echter zelfs de notoire bierdrinkers ervan te overtuigen wat een fijne sport korfbal niet is. Thans, zegt ze, beperkt zij zich wat sporten betreft tot fietsen langs de Amstel, bij voorkeur met haar echtgenote en kleine zoon. Daarmee doet zij zichzelf tekort.

Tijdens een partijtje voetbal vorig jaar tussen stadhuis en Het Parool was zij de enige vrouwelijke deelnemer. Een van de journalisten: ‘Ze speelde haar directe tegenstander, notabene de raadsverslaggever van de stadskrant, helemaal zoek. Hij is er nog ziek van.’

Het slachtoffer nam deze zomer subtiel wraak met een fopbrief, zogenaamd geschreven door Gehrels aan haar collega van GroenLinks, milieuwethouder Marijke Vos – die zich in tegenstelling tot Gehrels geregeld in de nesten werkt, ook tot heimelijke hilariteit binnen het stadsbestuur.

‘Hi Marijke, wat een rotweek, niet? (…) Het is gewoon een kwestie van wethoudermarketing. Verkoop nederlagen als overwinningen of incasseer ze in elk geval lachend. Doe niet alsof je het leed van de wereld op je schouders draagt. Keep smiling.’

Iets vriendelijker uitgedrukt: Carolien Gehrels is een doorzetter. Hetgeen volgens haarzelf mede het gevolg zal zijn van haar jeugd in Dronten, midden in de Flevopolder. ‘Elke dag 17 kilometer fietsen naar school, met links suikerbieten en rechts suikerbieten. Het kon zo koud zijn dat je stuur bevroor. En toch doortrappen.’