Lees hier de speech van Marjolein Moorman bij start nieuwe raad
Vandaag is de nieuwe gemeenteraad van Amsterdam geïnstalleerd. Fractievoorzitter Marjolein Moorman hield hierbij een toespraak. Lees deze hier na.
Geachte voorzitter,
Ruim een week geleden ging Amsterdam naar de stembus. Vanaf vandaag hebben wij als nieuw geïnstalleerde raadsleden de eervolle taak alle Amsterdammers te vertegenwoordigen. Tijdens de eerste raadsvergadering vier jaar geleden sprak Lodewijk Asscher over vertrouwen. Het vertrouwen van Amsterdammers in de politiek en vertrouwen in de overheid. Met hun stem hebben Amsterdammers hun vertrouwen aan ons politici gegeven. Hun vertrouwen dat wij ons dag in dag voor de volle 100 procent inzetten voor onze mooie stad. Zij vertrouwen erop dat wij de komende jaren de juiste keuzes maken en de stad met elkaar beter maken.
De verkiezingen kent drie duidelijke winnaars. Jan Paternotte heeft met D66 een prachtig resultaat geboekt en is nu de grootste partij van de stad. Ook de SP van Laurens Ivens en de Partij voor de Ouderen van Wil van Soest hebben gewonnen. Daar feliciteren we hen van harte mee en we wensen hen veel succes de komende jaren.
De duiding van de uitslag is voor de PvdA Amsterdam helder. We hebben een dreun gekregen en verloren een derde van onze zetels. Die klap is hard aangekomen, helemaal toen onze politiek leider Pieter Hilhorst de dag erna opstapte. Zijn vertrek is verdrietig, maar het is ook moedig. Dat hij hier gisteren bij de laatste bijeenkomst van de oude raad al stond om afscheid te nemen was ook moedig en verdrietig tegelijk. Ondank ons verlies hebben nog steeds bijna 60.000 Amsterdammers hun vertrouwen aan ons gegeven. Dat schept een grote verantwoordelijkheid.
De komende vier jaar komt er veel op de stad af. Amsterdam is straks zelf verantwoordelijk voor de zorg, voor de jeugdzorg en voor het begeleiden van Amsterdammers naar werk. Die verschuiving van taken en verantwoordelijkheden naar Amsterdam kent nog veel onzekerheden. Vooral voor de Amsterdammer. Hoe gaan wij er met elkaar voor zorgen dat de zorg voor én aan Amsterdammers op peil blijft? Hoe gaan we er voor zorgen dat we zoveel mogelijk mensen aan het werk helpen, ondanks teruglopende budgetten. Over één onderwerp maakt de PvdA zich al jaren heel veel zorgen: de stijgende jeugdwerkloosheid in Amsterdam. We dreigen een generatie te verliezen. We zullen ons de komende tijd gesteld zien voor hiermee samenhangende problemen. Het aantal jongeren met schulden zal toenemen en die schuldencomplexiteit zal toenemen. Er wacht ons een stevige uitdaging.
Ook op onderwijsgebied zullen we ons best moeten doen. De PvdA is trots op de vermindering van het aantal zwakke scholen de afgelopen jaren van 44 naar 4. Ook zijn we trots op de afname van het aantal schoolverlaters. Maar hoe gaan we er gezamenlijk voor zorgen dat de kwaliteit van het basisonderwijs verder verbeterd? Hoe gaan we er voor zorgen dat na het basisonderwijs ook het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs een kwaliteitsimpuls krijgen.
Wonen was een heel belangrijk thema deze verkiezingen. En terecht. Amsterdam is Amsterdam omdat in onze stad iedereen door elkaar woont. Dat is een ontzettend groot goed waar we zuinig op moet zijn. Dat moeten we koesteren. De woningmarkt laat gelukkig verbetering zien. Het Vereveningsfonds is op orde gebracht en biedt ons de mogelijkheid om weer te gaan bouwen. Toch blijft de woningmarkt kwetsbaar. We zullen met elkaar een goede balans moeten vinden tussen voldoende betaalbare voorraad, ruimte voor middeninkomens en meer koopwoningen. Ook wacht ons een grote opgave met het ombouwen van al die leegstaande klantoren in Amsterdam tot hotels, nieuwe woningen, of creatieve bedrijfsruimten.
De PvdA is niet meer de grootste partij van de stad. Maar ook als tweede partij zullen we hard blijven werken aan Amsterdam om zoveel mogelijk van onze idealen te verwezenlijken. Of dat nu in de oppositie is of in het stadsbestuur. Wij hebben een duidelijk signaal van onze kiezer gekregen dat we trouw moeten blijven aan onze idealen, deze duidelijk moeten uitdragen en dat zullen we ook doen.
Het is nu aan D66 om het voortouw te nemen in de vorming van een nieuw stadsbestuur. Zij hebben een duidelijk mandaat van de kiezer gekregen. Informateur Alexander Rinnooy Kan is deze week direct aan de slag gegaan. Wij hebben hem verteld dat voor de PvdA de voorkeur ligt bij een progressieve middencoalitie van D66, PvdA en GroenLinks. Deze drie partijen hebben een duidelijke meerderheid en kennen veel overeenkomsten in hun programma’s. Dit zou voor een stabiel en succesvol college kunnen zorgen en verdient het daarom te worden onderzocht.
Vanmorgen heeft informateur Alexander Rinnooy Kan ons geïnformeerd over zijn bevindingen. Daarin heeft D66 te kennen gegeven in ieder geval met de VVD te willen besturen. Daarbij zou dan een van de sociale partijen moeten aansluiten. Het is een beetje als het spelletje Wie van de Drie. Uit de informatie blijkt dat er (tenminste) twee coalities mogelijk zijn in Amsterdam. Die zouden allebei onderzocht moeten worden.
De PvdA vindt het dan ook jammer dat de optie die onze partij en GroenLinks als meest wenselijk beschouwen niet kan worden onderzocht, aangezien wij geloven dat deze optie het meest recht doet aan de verkiezingsuitslag en de wens van de Amsterdammers. Het is nu aan D66 om te bepalen met wie zij verder willen praten.
Welk stadsbestuur er ook komt en van welke politieke kleur deze ook is: één ding wil ik hen wel op het hart drukken. Het is de plicht van elke nieuwe generatie politici om onze stad ten minste een beetje beter achter te laten dan dat je hem aantrof.
Tot slot, voorzitter, moet ook mij dit van het hart. De stad hing vol met posters, in de lokale media verscheen advertentie na advertentie. Vuilnisauto’s werden opgesierd met stemborden. Er reden oude eendjes met omroepmannen door de straten op 19 maart- maar ondanks deze inspanning hebben procentueel minder Amsterdammers gestemd dan in 2010 en 2006.
Pieter Hilhorst noemde het gisteren al: van de 642-duizend gerechtigde Amsterdammers hebben er 322-duizend een stem uitgebracht- een krappe meerderheid van 50.3 procent. Driekwart van de Surinaamse, Antilliaanse en Marokkaanse Amsterdammers is niet gaan stemmen. Tweederde van de Turkse Amsterdammers evenmin. Dat zijn pijnlijke cijfers en dat moeten we ons allemaal aantrekken.
Ik zeg niet, voorzitter, dat de opkomstbevorderingscampagne van de gemeente mislukt is. Wellicht was aantal stemmers nog lager geweest zonder de massale inzet van de gemeente. Maar ik constateer dat we een dalende lijn niet hebben weten te keren.
De sterkte van (lokale) democratie kun je aflezen aan de hoeveelheid mensen die zich erdoor vertegenwoordigd voelt. Waar 322-duizend Amsterdammers hebben gestemd, moeten we concluderen dat bijna evenveel mensen niet de noodzaak voelde of het nut inzagen om hun stem te laten gelden. Hier openbaar zich een gebrek aan vertrouwen dat ons allemaal, ongeacht politieke kleur en partij, voor een opdracht stelt die het partijpolitieke belang ontstijgt. Het is aan ons om dit vertrouwen te (her)winnen. Zeker nu, in een tijd dat onze Raad meer dan ooit een verschil kan maken in het leven van Amsterdammers.
Een evaluatie van de opkomstbevorderingscampagne lijkt mij daarom op zijn plaats.
Ik wens iedereen in de raadszaal veel succes, nadrukkelijk ook de leden van de bestuurscommissies. Deze taak is prachtig, maar schept ook een hoop verantwoordelijkheid. Deze stad heeft altijd op twee peilers gebouwd die van de koopman en de dominee. Zorgen dat er voorspoed is, maar altijd met oog voor hen die achterblijven. Laten we er in ieder geval met elkaar voor zorgen dat we over vier jaar de stad een beetje beter achterlaten dan hij vandaag is.
Dankuwel