Zwemmen voor kinderen blijft betaalbaar
Op mijn aandringen gaat de gemeente geld uittrekken om meer zwemuren beschikbaar te maken voor zwemverenigingen. Op die manier kunnen zwembaden tegen normale tarieven langer openblijven. Nu Amsterdam stopt met proberen de Olympische Spelen naar de stad te halen, komt geld beschikbaar dat daarvoor gereserveerd was. Een deel daarvan kan mooi ingezet worden voor zwemles, voor bijvoorbeeld kinderen.
Wie jonge kinderen heeft die hun zwemdiploma nog moeten halen, of wie zelf graag zwemt weet: zwemwater is schaars in onze stad. Veel zwembaden zijn er niet en dus moeten de zwemscholen en -verenigingen de beschikbare uren in de baden met elkaar delen.
Uitbaters van zwembaden weten dit en geven de voorkeur aan commerciële zwemscholen, die immers meer kunnen betalen dan niet-commerciële verenigingen die afhankelijk zijn van contributies en/of subsidies. Dat maakt dat tijdens ‘spitsuren’ – na school, voor- en na het avondeten – zwemverenigingen nauwelijks aan de bak komen.
Kinderen moeten zo vaak mogelijk, zo veel mogelijk kunnen zwemmen. Er moet een goede balans worden gevonden in het gebruik door zwemverenigingen en commerciële zwemscholen. Dat is ook heel belangrijk in het kader van de strijd tegen kinderobesitas.
De wethouder Sport heeft op mijn verzoek toegezegd een Actieplan Zwemmen op te stellen en daarbij te kijken of geld dat gereserveerd was voor het naar Amsterdam halen van de Olympische Spelen hiervoor aangewend kan worden.