Gehoord en gezien worden in Amsterdam
Vandaag vergaderde de gemeenteraad van Amsterdam over de begroting van 2021. Lees hieronder de inbreng van onze fractievoorzitter Sofyan Mbarki terug.
Voorzitter, dankuwel.
De belangrijkste lessen in mijn leven leerde ik in de jeugdgevangenis in Amsterdam West.
Ik werkte daar als pedagogisch medewerker met jeugd-tbs’ers.
We hielden ze scherp in de gaten, die jongens. Dat was immers ons werk. We praatten tegen ze. Sommige praatten op een gegeven moment terug. Dan luisterden we.
Ondanks dat sommige van die gedetineerden op jonge leeftijd al iets verschrikkelijks gedaan hadden en terecht in hechtenis zaten, gaven we ze het gevoel dat ze gezien werden.
Was dat maar eerder gebeurd, dacht ik regelmatig.
Want een groot deel van de jongens waar ik mee werkte, hebben we ook een tijd niet gezien.
Soms verdween een leerling ineens van school.
Kwam plotseling’ een zoon of dochter niet meer thuis.
Wist even niemand waar hun vriend was
Vaak geschiedde juist in die periode het kwaad
Pas daarna zagen we ze weer. Achter de tralies.
Voorzitter,
Gehoord en gezien worden.
Dat is waar ik het vandaag over ga hebben.
Worden álle Amsterdammers op dit moment gezien?
Weten wij voldoende wat er speelt op onze straten en in onze buurten?
Hoe gaan ze om met deze zware tijden?
Om antwoord te krijgen op deze vragen, ben ik de straat op gegaan.
Om te leren van de ogen en oren van onze buurten.
ik neem u mee op 1 van die dagen.
Het is een donderdagochtend en ik ontmoet jeugdagent Soussi.
Hij werkt al jaren in Nieuw-West en is alom bekend.
Soussi kent de buurt, de buurt kent Soussi.
We wandelen door de Wildemanbuurt.
Een buurt waar vorige maand voor de derde keer werd geschoten.
Die laatste keer met dodelijke afloop.
Soussi vertelt wat geweldsincidenten met een buurt doen.
Met het veiligheidsgevoel van de bewoners.
Maar vertelt ook dat het al langer bergafwaarts gaat met deze wijk.
Het verval werd ingezet tijdens de vorige crisis in 2008.
Er werd flink bezuinigd en de wijkaanpak en de vernieuwing werden de dupe.
De wijkaanpak die juist ontwikkelbuurten als de Wildeman vooruit moest helpen.
De wijkaanpak verdween, investeringen bleven uit.
Het gevolg?
De wijk verpauperde, woningen werden niet gerenoveerd.
Langzaam verdwenen wij als overheid steeds meer uit deze en vergelijkbare wijken.
Voorzitter, bewoners voelen dat.
Buurten als de Wildemanbuurt zijn de vorige economische crisis nog niet te boven gekomen.
En nu,
Nu staat de volgende crisis alweer voor de deur.
Dus wat gaan we doen?
Wat gaan wij nu doen voor deze wijken?
Voorzitter,
Het antwoord van dit college is om juist nu te investeren, en daar ben ik trots op.
Neem de banenmotoren waarmee we Amsterdammers een inkomen en dus bestaanszekerheid blijven bieden.
Een perfect voorbeeld van wethouderssocialisme.
Laten we zorgen dat die banenmotoren zo snel mogelijk gaan draaien en dan ook echt voor iedereen gaan draaien.
Ik wil dat die banen terecht komen op plekken waar nu het minste perspectief is.
Juist bij jongeren in de Wildeman, zonder startkwalificatie of zonder VOG.
Juist zij moeten kansen krijgen.
Soussi ziet deze jongeren.
Als je één avondje met hem de Wildemanbuurt in gaat, zie je ze ook en vinden we ze.
Voorzitter, een motie om hun perspectief te geven.
(tekst gaat verder onder de foto)
Voorzitter,
Ik vervolg mijn dag in Zuidoost.
In buurthuis Anansi – een parel in dit stadsdeel – raak ik in gesprek met een groepje jongeren over deze rare coronatijd.
Wat mij meteen opvalt is hun kracht om deze tijd door te komen.
De hoop dat het uiteindelijk goed komt.
Maar achter die hoop zitten ook zorgen.
Sommige bekend, sommige nieuw, maar één zorg blijkt schrijnender dan ooit:
Eenzaamheid.
Wij weten hier al lang wat eenzaamheid met mensen doet.
Deze raad heeft altijd vol ingezet op de bestrijding van eenzaamheid. En terecht!
Eenzaamheid werkt door op je gezondheid.
Fysiek.
Mentaal.
Nu meer Amsterdammers hulp nodig hebben lopen de wachtlijsten op.
Dat betekent dat er jongeren in onze stad niet geholpen worden.
Dat ze vastlopen.
Wij weten toch waar dit toe leidt?
Laten we er daarom zo snel mogelijk alles aan doen om die wachtlijsten weg te werken en jonge Amsterdammers die in de knel zitten te helpen.
(tekst gaat verder onder de foto)
Voorzitter,
Om de dag af te sluiten ga ik op pad met straatcoach Khalid en zijn team in Amsterdam-Noord.
Als er iemand is die elke dag ziet en hoort wat er in de wijken gebeurt, dan is het Khalid.
Khalid en zijn team doen belangrijk werk door eigenlijk gewoon de hele dag jongeren op te zoeken.
Is wel vervelend natuurlijk, je bent aan het chillen met je matties op de hoek, komt er zo’n gast met zo’n rood jasje je de hele tijd checken.
Kapot irritant, maar het werkt wel!
Khalid ziet wie er allemaal rondhangen.
Met wie ze omgaan.
Als iemand een tijdje weg is, gaat Khalid rondvragen.
En als het verdacht wordt?
Dan schakelt Khalid met de politie of handhaving.
Zo simpel kan het zijn, voorzitter.
Maar veel handhaving is er niet in deze delen van de stad.
Voorzitter, in de zes jaar dat ik in deze raad zit gaat het bij het onderwerp handhaving vrijwel al-tijd over de binnenstad.
Meer geld voor handhaving? Meer handhaving naar 1012!
Alsof we geen andere postcodes kennen!
In een deel van Nieuw-West rijdt s’nachts één meldauto van de politie voor Noodhulp. Eén. (pauze)
Er wonen daar net zoveel inwoners als in heel Amersfoort.
Eén auto!
De facto betekent dat, dat meldingen in de nacht van overlast gewoon geen prioriteit hebben en vaak ook geen opvolging krijgen.
Dat kan toch niet.
Dus voorzitter,
Als ik naar deze begroting kijk, dan zie ik dat we ondanks de pijnlijke keuzes wel extra geld uittrekken voor handhaving. Dan zie ik dat we wel inzetten op meer preventie en meer zekerheid.
Maar mijn vraag is, waar zetten we die handhaving in?
Volgens mij is het de hoogste tijd om de handhavingscapaciteit in deze stad beter te spreiden.
Meer naar de randen van de stad, zodat we daar niet alleen de ogen van Khalid hebben om mensen te zien, maar ook de handen om actie te ondernemen en mensen te corrigeren als dat nodig is. Daarvoor een motie.
(tekst gaat verder onder de foto)
Voorzitter, tot slot.
De coronacrisis hakt er bij ons allemaal in.
Het drukt op de stad en het drukt op de ambities van dit college.
Het betekent niet op vakantie, niet naar de kroeg, niet naar familie.
Het is voor ons allemaal moeilijk, maar voor sommige Amsterdammers nog moeilijker
Daarom vind ik dat
1. de meeste aandacht nu moet gaan naar de mensen die ons het hardste nodig hebben.
2. De meeste investeringen naar buurten moeten gaan die dat het beste kunnen gebruiken
3. Het meeste perspectief geboden moet worden aan die mensen die de grootste onzekerheid kennen.
Voorzitter,
We kunnen er nu voor kiezen die mensen te zien.
We kunnen er nu voor kiezen naar hun verhalen te luisteren.
Met agenten als Soussi.
Met jongeren in buurthuizen als Anansi.
Met straatcoaches als Khalid.
Voorzitter,
ik heb de verhalen gehoord.
Ik heb de verhalen gezien.
Van de straat tot in de jeugdgevangenis;
Laten we juist nu onze jongeren een mooie toekomst bieden.
– Dank u wel –