1 november 2006

De tekst van de algemene beschouwingen door Manon van der Garde

Amsterdam, stad met perspectief
Van voornemen naar uitvoering
Algemene beschouwingen 1 november 2006
Manon van der Garde,

Voorzitter,

De rood-groene coalitie heeft bij de laatste verkiezingen het vertrouwen gekregen van de Amsterdamse bevolking. Vertrouwen in de visie die deze partijen op de stad hebben, maar vooral vertrouwen in wat deze coalitie kan doen in het dagelijkse leven voor de mensen die in deze stad geboren worden, opgroeien en oud worden.

De afgelopen 7 maanden heb ik als veelbelovend ervaren. In korte tijd heeft dit college laten zien dat Amsterdam ambitie heeft. Dat Amsterdam de stad is die vergezichten zoals ‘Amsterdam Topstad’ weet te combineren met aandacht voor die Amsterdammers aan wie alle ideeën over een topstad voorbijgaan omdat ze al moeite genoeg hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.
Maar de wittebroodsweken zijn nu voorbij. En belofte maakt schuld. Het gaat nu om het omzetten van plannen in de realiteit. Van voornemen naar uitvoering.

Kwaliteit in de gemeentepolitiek is het antwoord op het landelijke politieke cynisme. Van ons verwachten burgers geen mooie woorden, maar resultaten in de praktijk.

Wij zullen het vertrouwen dat de Amsterdammer ons gaf waar moeten maken. En dat geldt zeker voor de PvdA-fractie. In maart heeft 40% van de Amsterdammers op ons gestemd. En de komende jaren kan 100% van de Amsterdammers op ons rekenen. In elke fase van het leven. Amsterdammers op ons kunnen rekenen, bij het opgroeien en bij het ouder worden. En ook bij spanningen in de stad of als het kabinet bezuinigt op armoedegeld en marktwerking introduceert in de zorg.

Voorzitter,

Ik begin bij de jeugd, de jonge Amsterdammers. Het is toch geweldig om in een stad als Amsterdam op te groeien.
Maar wat betekent het als je zegt: ‘Kinderen eerst!’? Dat is een goede leus voor een campagne, maar wat betekent het?
Voor de PvdA fractie betekent het dat kinderen, ongeacht hun achtergrond, zich in deze stad kunnen ontplooien. Taalachterstand of een niet optimale thuissituatie is geen excuus.

De jeugd moet op ons kunnen rekenen. Daarom wil het college het aantal brede scholen vermeerderen, schooluitval voorkomen en de jeugdwerkloosheid terugdringen. Maar dat zal nog niet gemakkelijk zijn. De realiteit is vaak grillig. Zo kent Amsterdam ruim 2000 jongeren tot 27 jaar met een uitkering. Deze jongeren beginnen zo hun loopbaan. We mogen hen niet aan hun lot overlaten. Daarom willen wij het college houden aan de ambitie om 80% van de jongeren aan de slag te krijgen.

En als ‘kinderen eerst’ in praktijk betekent dat kinderen het eerste slachtoffer zijn van het falen van de overheid dan gaat het knagen. Een andere realiteit is namelijk dat te vaak kinderen met problemen verdwijnen in de Bermuda driehoek, die de grote hoeveelheid aan instituties vaak vormen. Als de kaartenbakken naast elkaar worden gelegd, blijken ze nergens of juist overal voor te komen. Administratief verdwenen of een volledig versnipperde verantwoordelijkheid. Onacceptabel.
Helemaal onacceptabel als ik vervolgens van het Amsterdams Meldpunt Kindermishandeling te horen krijg dat er nog steeds wachtlijsten zijn. Er zijn toch ook geen wachtlijsten voor de brandweer?

De komende jaren heeft voor de PvdA het dichten van de gaten tussen de hulpverlenende instanties de hoogste prioriteit.

Als je werkelijk meent dat kinderen gelijke kansen moeten hebben, zijn er krachtige maatregelen nodig. De Nederlandse Gezinsraad heeft laten zien dat vijftien procent van de kinderen uit arme gezinnen blijvende ontwikkelingsachterstanden vertoont. En het is bekend dat achterstanden die men op jonge leeftijd oploopt, zeer lastig zijn in te halen.
In verschillende stadsdelen zoals Slotervaart, Geuzenveld en Noord gaat men langs de deuren om direct hulp aan te bieden. Het is een omslag in denken, ook voor mijn eigen partij, dat de bemoeienis van de overheid tot achter de voordeur reikt. Een goed voorbeeld is vroegtijdige ingrijpen bij gezinnen, zoals het al werkt in Rotterdam.

Voorzitter,

Ook mensen in het spitsuur van hun leven moeten op ons kunnen rekenen. Het gedoe met kinderopvang, zorgtoeslag en gemorrel aan het ontslagrecht zal voorbij zijn als de PvdA genoeg wint op 22 november.

Maar hier in de stad kunnen we nu al wat doen. In Amsterdam woont een groot percentage van de gezinnen op 60 m2. En er zijn veel mensen die zich in Amsterdam zorgen maken vanwege het nieuwe landelijke huurbeleid.
Mijn fractie vindt het belangrijk om met stimulans te komen voor woningen voor starters en grote gezinnen. Het college belooft ons een soort ‘Wehkamp-catalogus’ met maatregelen voor het middensegment, om uit te kiezen. En door ons voorstel over de woningen in maatschappelijk gebonden eigendom is er voor meer mensen de mogelijkheid om eigenaar te worden van een huis.

Juist in het spitsuur van het leven, zijn er mensen die met pech langs de weg staan. Economisch gaat het weer wat beter, maar helaas profiteert niet iedereen daarvan. Wij schamen ons voor het bestaan van de voedselbanken. Hoelang laten we deze schaamte voortbestaan?
De mensen die daar nu komen hebben een structureel probleem en zij zullen zich als eerste weer melden als de economie een terugslag kent. Bij een bezoek aan een voedselbank, sprak ik een man die van een WAO-uitkering leeft. Hij heeft twee kinderen en zijn vrouw was op dat moment zwanger van een drieling. Welke toekomst gaan deze vijf kinderen tegemoet?

Vorig jaar heeft de PvdA in een amendement het college gevraagd om toegesneden schuldhulpverlening aan te bieden bij de voedselbanken. In het jaarplan 2007 staat te lezen dat dit nog in voorbereiding is. Dit baart mij zorgen. Jaarlijks investeren wij 54 miljoen euro aan armoedebestrijding, maar de realiteit is dat er 1200 mensen op een wachtlijst staan voor schuldhulpverlening en er nog steeds een grote groep mensen is aangewezen op de voedselbank en thuis zit te wachten tot het moment dat de deurwaarder weer aanbelt.

De PvdA-fractie verwacht actie van dit college om er voor te zorgen dat de wachtlijst voor schuldhulpverlening in 2007 is verdwenen. Ook om te voorkomen dat mensen het dak boven hun hoofd kwijtraken is de armoedebestrijding van groot belang. De stevige ambitie om in 2010 alle dak- en thuislozen een zorgtraject aan te bieden is gedurfd, maar noodzakelijk.

Voorzitter,

Een ander punt waarin we een verschil kunnen maken in het leven van alledag, is door ervoor te zorgen dat Amsterdammers, jong en oud, zich veilig voelen in hun eigen stad. Tijdens de campagne is veel gesproken over het vergroten van de veiligheid. Veiligheid is meer dan preventief fouilleren, camera’s en blauw op straat. Veiligheid is het gevoel dat Amsterdam jouw stad is waarin je je medeburgers durft aan te spreken en je je geborgen voelt. Een stad met vertrouwen en een stad met perspectief.

De afgelopen tijd sprak ik met bewoners op het Krugerplein, de Wallen en in Overtoomse Veld. Zij weten precies wie de overlastgevende jongeren, dealers en drugsverslaafden zijn. Zij leven dagelijks met de overlast. En deze Amsterdammers hebben het gevoel dat de politie niets doet. Tijdens deze gesprekken zie je daarom het vertrouwen in het gemeentebestuur verdampen.
Op zo’n moment verliest de ‘objectieve’ meting van de veiligheidsindex het van de ‘echte’ meting.
Natuurlijk juicht de PvdA fractie goede cijfers bij de veiligheidsindex toe. Maar we gaat niet mee in het streven om veiligheid te simplificeren in cijfers alleen. Deze pleinen en wijken moeten weer terug naar de bewoners. Op pleinen horen ouders met kinderen, voetballende jongeren en ouderen op een bankje. En de bewoners wil ik weer recht in de ogen kunnen kijken.

Voorzitter,

Een onlangs uitgekomen onderzoek naar radicalisme onder moslimjongeren prees de Am
sterdamse aanpak van de boel bij elkaar houden. De eerste aanbeveling was het tegengaan van het ‘wij-zij denken’. Dat sluit goed aan bij de gedachte van de plannen van ‘Wij Amsterdammers’.
De PvdA is er trots op dat Amsterdam nog steeds bekend staat als de stad waar ze de boel bij elkaar proberen te houden. Werd er een paar jaar geleden lacherig over gedaan omdat dit klonk als een minimale ambitie, de praktijk heeft iedereen geleerd dat dit al een grote ambitie is.
Uit de Amsterdamse Burgermonitor van dit jaar blijkt dat de diversiteit en verscheidenheid op nummer 1 staat van de positieve punten van Amsterdam. En dat is de kracht van Amsterdam.

De stad heeft heel wat klappen te verduren gehad. Morgen herdenken we de grootste klap: de moord op Van Gogh. Dat was vreselijk. Maar grote tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen zijn achterwege gebleven. De toekomst blijft echter onzeker.

De stad zal meer weerbaar moeten worden gemaakt. Hier ligt een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren. Investeringen in onderwijs, veiligheid, werkgelegenheid en armoedebestrijding. Dát zijn de onderwerpen die uiteindelijk leiden tot integratie en goed samenleven. Tot die tijd moet de gemeente de uitwassen aanpakken, zoals discriminatie op straat, in de sollicitatiebak en op de werkvloer.

Ook de oudere Amsterdammer moet op ons kunnen rekenen. Iets waar we allemaal, vroeg of laat, mee te maken krijgen is de zorg. Wij willen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar organiseren. De plannen lijken voor een groot deel aan de eisen te voldoen. Totdat je beseft dat de realiteit is dat 25% van de mensen, juist die mensen zijn met een complexe zorgvraag. Deze groep vraagt om maatwerk en dat is bij de overheid vragen om problemen. Deze problemen kúnnen we voor zijn. De mensen die de meeste zorg nodig hebben, nemen we bij de hand. Zij moeten niet worden geconfronteerd met een veelkoppige overheid die geen maatwerk kán leveren.

Voorzitter,

Een grote stad kent vele grote thema’s maar ik kom tot een afronding.
‘Kinderen eerst’, ‘Wij Amsterdammers’, ‘Amsterdam topstad’. Het zijn prachtige termen. Complimenten voor de bedenker, maar het college moet waken voor versimpeling in het streven om de problemen in de stad te vangen in twee woorden. De stad is complexer dan twee woorden. En de realiteit is vaak harder dan twee woorden. Ik vraag dit college om de komende periode voorbij de twee woorden retoriek te gaan en concreet te worden.

Drie concrete voorstellen kan ik hier al doen:

– Over een jaar hebben de huidige klanten van de voedselbanken een aanbod gekregen van schuldhulpverlening.

– Over een jaar hebben alle jongeren onder de 27 een aanbod voor werk of scholing.

– Over een jaar zien we op de pleinen en in wijken waar nu overlast is van jongeren en verslaafden, geen overlast maar spelende kinderen.

Alle Amsterdammers moeten op ons kunnen rekenen, nu en in de toekomst. In ons Amsterdam zijn er kansen voor iedereen en zijn we solidair. Amsterdam is een stad met perspectief en vertrouwen.

Wat de PvdA-fractie betreft zal het college de komende tijd haar ambitie en de verwachtingen waar moeten maken: van voornemen naar uitvoering.

Concrete voorstellen over de begroting 2007 zal u van mij en mijn collega’s in de vorm van amendementen en moties terugzien in de raadscommissies.

Dank u wel