2 augustus 2006

Schriftelijke vragen m.b.t. Dierenwelzijnswet en Circus Renz:

In paragraaf 1.8.2 van Nota Amsterdams Dierenwelzijnsbeleid (2006) specificeert de gemeente de juridische haken en ogen van het houden van dieren voor vermaak. In het bijzonder gaat de paragraaf in op het verlenen van vergunningen door stadsdelen aan circussen die dieren gebruiken ter vermaak. De Nota stelt dat dit ongewenst is maar concludeert ook dat regelgeving door het rijk wordt gemaakt en dat de huidige regering de Dierenwelzijnswet niet wil specificeren en het gebruik van wilde dieren daarmee tegengaan. In België is dat bijvoorbeeld wel het geval. Andere Nederlandse gemeenten hebben echter wel vastgesteld dat zij circussen met wilde dieren zullen weren uit hun gemeenten omdat het welzijn van dieren hiermee tot in de fundamenten wordt aangetast. Ook wordt verwezen naar het belang van de openbare orde en veiligheid bij het in woonwijken verblijven van wilde dieren.

Naast het aannemen van de Nota Amsterdams Dierenwelzijnsbeleid is tijdens de gemeenteraad van 1 maart 2006 ook de motie Haffmans (nummer 168) aangenomen met de volgende twee voorstellen:

1. in artikel 2.11 van de APV onder het derde lid de extra weigeringgrond voor evenementenvergunningen in te passen: ‘j. het welzijn van dieren’ en het College van Burgemeester en Wethouders de opdracht te geven dit criterium nader uit te werken in ieder geval op het gebied van wilde dieren (exoten).

2. een extra lid in artikel 2.11 moeten worden ingepast dat zou komen te luiden:
‘Het derde lid, aanhef en onder j. is niet van toepassing voorzover bij of krachtens de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in het bijzonder krachtens het bepaalde bij art. 65 van deze wet, wordt voorzien in regels betrekking hebbende op het welzijn van bij een evenement betrokken dieren.’

Inmiddels zijn we een paar maanden verder en is Circus Renz neergestreken op de Spaarndammerdijk. De leeuwen en olifanten van het circus verblijven tijdens de voorstellingen in kooien en omheiningen aan de Spaarndammerdijk.

1. Is het college op de hoogte van de optredens van Circus Renz en het gebruik van onder andere olifanten en leeuwen? Zo ja, vindt het college dit overeenkomen met de strekking van de Nota Amsterdams Dierenwelzijnsbeleid?

2. Wanneer kunnen wij een voorstel tot wijziging van APV tegemoet zien cf. motie-Haffmans?

3. Heeft het college er bij het stadsdeel op aangedrongen geen vergunning te verlenen aan Circus Renz? Zo nee, waarom niet?

4. Heeft het college een gesprek gevoerd met Circus Renz om uit te leggen dat het gebruik van wilde dieren in het circus ongewenst is in Amsterdam uit oogpunt van dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet en wil het college dat gesprek alsnog voeren?

5. Kan het college inzicht verlenen welke acties zijn ondernomen om het mogelijk te maken voor stadsdelen vergunningen te weigeren aan circussen die gebruik maken van wilde dieren?

Anne Graumans
Peggy Burke