8 juni 2006

Stad komt tot niets met oude praatclubs

Uit Het Parool door Ton Damen

AMSTERDAM – Bedrijven, overheden en universiteiten in Amsterdam werken langs elkaar heen. Daardoor scoort de stad als vestigingsplaats slechter dan andere steden, zoals Boston en Muenchen.

De nieuwe, jonge, Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher moet de impasse doorbreken, zeiden ondernemers en wetenschappers gisteren tijdens een ontbijt in Artis.

De vele, trage en grijze, vergadercircuits als de ’Kenniskring’ en het ’Noordvleugeloverleg’ moeten plaatsmaken voor minder talrijke, maar krachtiger overlegorganen.

“En nou moet het gebeuren ook,” zei gisteren Alexander Ribbink, financieel directeur van beurslieveling Tom Tom, het snel groeidende bedrijf dat navigatiesystemen maakt.

“Lodewijk, jij bent jong!” aldus Ribbink. “Jij staat midden in een nieuwe generatie. Jij kunt je nog boos maken, zonder dat de jongeren zich misprijzend afwenden en op de oude voet doorgaan. Doe dat eens.”

Asscher brengt de ondernemers en wetenschappelijke instituten bij elkaar, omdat hij Amsterdam terug wil zien in de top vijf van Europese vestigingsplaatsen. Hij vroeg hen waar Amsterdam de aansluiting heeft gemist.

Ada Kruisbeek van Technology Transfer VU, een medische afdeling, zegt dat in Amsterdam zo weinig kennis wordt toegepast bij bedrijven. “De expertise is er. Maar het komt niet terecht op de plek waar geld verdiend kan worden,” aldus Kruisbeek.

Ook wordt de versnippering van de hogere opleidingen – meer dan dertien in Amsterdam – als belemmering beschouwd. Sybold Noorda van de Universiteit van Amsterdam (UvA) ziet voordeel in een samenklontering van opleidingen, zoals in Amerika op een universiteitscampus. Cambridge bijvoorbeeld, nabij Boston.