8 juni 2006

Amsterdam wil Chinese bedrijven aantrekken

Vorige week reisde hiervoor een zware delegatie naar China. Maar Amsterdam is als zakencentrum niet bekend in China. De oogst tot dusverre: twintig bedrijven. ; ’in duitsland verloopt alles veel sneller’

Uit Het Parool door michiel couzy

Chinezen zien nog weinig in Amsterdam

Natuurlijk kennen Chinezen Amsterdam, zegt Annie Yi, zelf van Chinese afkomst en al jaren werkzaam in Nederland. Ze weten van de musea, de Wallen en de bloemenmarkt, zoals iedere toerist. Maar kennen ze Amsterdam ook als zakenstad? “Nee,” zegt Yi, directeur van PMC Connect, een bureau dat Chinese bedrijven bijstaat bij hun entree op de Nederlandse markt. “Het blijft bij de musea, de Wallen en de bloemenmarkt.”

Vorige week probeerde een zware Amsterdamse delegatie in China de stad te presenteren als aantrekkelijke zakenstad, een mooie vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven. Burgemeester Job Cohen voerde de Amsterdamse handelsmissie hoogstpersoonlijk aan, met in zijn kielzog onder anderen wethouder Lodewijk Asscher van Economische Zaken en de haven, en Jan Post, voorzitter van de kamer van koophandel.

Amsterdam wil profiteren van de stormachtige ontwikkeling die China doormaakt. De economie van het communistische land groeit razendsnel, bijna tien procent per jaar. China is, zogezegd, hot. Westerse bedrijven kijken verlekkerd naar de ontwikkelingen in het Verre Oosten en openen daar in hoog tempo kantoren.

Inmiddels trekken ook Chinese bedrijven de grens over en betreden buitenlandse markten. Ze moeten wel, de Chinese markt is, ondanks het enorme aantal inwoners, niet groot. Sinoloog Fons Lamboo schat dat slechts tien procent van de bevolking behoort tot de koopkrachtige middenklasse. “De overheid stimuleert bedrijven ook om verder te kijken. Die stroom uit China komt op gang.”

Bij hun buitenlands expansie deinzen de Chinezen nergens voor terug, zelfs niet voor een brutale intocht in het superkapitalistische Amerika. Chinese ondernemingen nemen doodleuk Amerikaanse concurrenten over. Pc-fabrikant Lenovo kocht een divisie van het Amerikaanse IBM en oliebedrijf Cnooc deed een bod op Unocal en trok dat pas in onder hevige druk van het Amerikaanse Congres.

Amsterdam wil graag Chinese bedrijven binnenhalen, dat is goed voor de werkgelegenheid en de economie.

Maar willen Chinese bedrijven wel naar Amsterdam? Overwegen ze in hun expansiedrift een gang naar de hoofdstad van Nederland? Yi van bemiddelingsbureau PMC Connect betwijfelt het. “Amsterdam is als zakenstad niet erg zichtbaar in China,” zegt ze. “Duitse steden zijn al twintig jaar actief in China, die hebben geinvesteerd in relaties en begrijpen de cultuur. Het imago van Amsterdam is in China erg onduidelijk.”

Lamboo is evenmin optimistisch. Hij is directeur van China Link, een onderneming die Chinese bedrijven naar Nederland helpt en andersom. “Chinese ondernemingen hebben belangstelling voor het buitenland, maar niet specifiek voor Nederland.”

Hij wijst op de lange procedure die buitenlandse werknemers in Nederland moeten doorlopen voordat ze hier mogen verblijven en werken. “Als een Chinees bedrijf naar het buitenland wil, is dat liever gisteren dan vandaag. Dan is zo’n moeilijke procedure een obstakel. In Duitsland verloopt alles veel sneller.”

Verblijfs- en werkvergunningen zijn nodig, omdat Chinese ondernemingen in eerste instantie altijd met Chinezen werken en pas later lokale mensen inhuren.

De prestaties van Amsterdam in China zijn zeker niet groots. Tot op heden vestigden ongeveer twintig bedrijven zich in de stad. Dat is karig, zeker als je bedenkt dat Amsterdam jaarlijks zestig tot zeventig buitenlandse bedrijven aantrekt.

Telecombedrijf Huawei is de grootste in Amsterdam, met 160 werknemers. Ook pc-gigant Lenovo zit in de stad. De komst van deze bedrijven is geen grote lobbyprestatie van Amsterdam. Beide zijn internationale concerns, met tientallen kantoren in Europa. Het zou vreemd zijn als die niet ook naar Amsterdam waren gekomen. Bovendien kwam Lenovo in Amsterdam terecht door een overname van de pc-divisie van IBM, die al aan de Johan Huizingalaan zat.

Amsterdam kon dus wel een handelsmissie naar China gebruiken. De stad opende vorige week een kantoor van de Amsterdamse haven in Sjanghai. Ook de toeristenorganisatie zit in China. Daarbij blijft het, wat de vertegenwoordiging van Amsterdam betreft. Het ministerie van Economische Zaken heeft ook een buitenpost in China, maar die is er voor Nederland, niet voor Amsterdam.

“Amsterdam heeft onvoldoende mensen rondlopen in China,” concludeert Lamboo. “De stad moet anticiperen op de ontwikkelingen daar. Dat gebeurt te weinig.”

Annie Yi wijst op de Duitse steden. “Hamburg heeft honderden mensen die de stad in China vertegenwoordigen. De gemeenteraad van Hamburg is al twintig jaar geleden in actie gekomen. Die stad heeft dan ook een duidelijk imago in China. Dat geldt ook voor Frankfurt, Muenchen en Stuttgart.”

Volgens Lamboo investeert Nederland veel te weinig in dit soort activiteiten. “Andere landen hebben een veel groter budget. Wales heeft bijvoorbeeld honderd miljoen euro uitgetrokken voor promotie in China. Het is tijd dat Nederland zijn voorzichtigheid laat varen. Daarbij is het erg belangrijk dat vooral de regio’s en steden zich promoten, dat die zelf initiatieven nemen. Duitsland profileert zich ook niet als een land.”

Het is niet zo dat Amsterdam zich nu op alle bedrijven en sectoren in China moet storten. Het zou beter zijn als de stad strategisch een aantal branches uitkiest en zich daarop concentreert, zegt Lamboo. “Ik denk aan telecom, productiebedrijven, chemie, medicijnen en fietsen.”

Yi, die jarenlang voor Unilever werkte, voegt daar consumentengoederen aan toe. “Nederland en dan vooral Amsterdam, kunnen fungeren als testmarkt”, zegt ze. “Dat zijn kleine gebieden. Chinese bedrijven kunnen hier producten testen en zodoende leren over de consumenten in Europa. If you can make it in Amsterdam, you can make it everywhere. Voor Amsterdam zou dit erg interessant zijn, want consumentengoederen behoren tot de belangrijkste exportproducten van China.”

Als Amsterdam serieus werk maakt van China, heeft de stad best kans bedrijven aan te trekken. “Het is nooit te laat om in actie te komen,” zegt Yi. “Amsterdam moet werken aan zijn imago en bekendheid in China.”

De stad heeft een en ander te bieden. “Rond de Amsterdamse haven ligt een mooi bedrijvenpark,” zegt yi. “Dat zou zeer geschikt zijn voor Chinese bedrijven. Het terrein is dichtbij de haven, het spoor en Schiphol. Voor bedrijven die actief zijn in de logistiek, is het een prima locatie.”

Amsterdam zou ook aantrekkelijk kunnen zijn vanwege de goede talenkennis van de bevolking en de grote hoeveelheid hoogopgeleide mensen in de stad, van verschillende afkomst. “Jullie weten om te gaan met een veelvoud van nationaliteiten. Nederlanders zijn open en tolerant,” aldus Yi, die al vanaf 1997 in Nederland werkt.

Ook Lamboo, die geregeld naar China reist, zegt dat Nederland daar goed bekend staat. Het aantal Chinese toeristen dat naar ons land komt en daarbij ook Amsterdam aandoet, groeit enorm. “Zij houden over het algemeen een positief beeld over van ons land. Ze vinden het schoon en zien ook wel dat Nederland een belangrijke handelsnatie is. De voedingsbodem is er dus wel degelijk.”