23 maart 2006

Ridder Stien Kriger draaft vrolijk verder

Als er eentje is die in de buurt de boel bij elkaar houdt, dan is dit Stien Kriger wel. Voor niets of niemand is ze bang en ze is altijd betrokken bij de buurt. Is er iets gaande, dan is ze erbij. Zoals een jaar geleden na de tasjesroof met dramatische afloop in de Derde Oosterparkstraat. Stien ging met de jeugd op straat in discussie. Kriger is een prominent figuur in Amsterdam en heeft door de jaren heen veel betekend voor Amsterdam Oost. Begin 2001 werd ze hiervoor geridderd door burgemeester Job Cohen. Haar man Henk en haar dochter Stientje zaten te glunderen van trots op de tribune toen Stien haar ridderorde kreeg opgespeld.

Naar Amsterdam
Stien is geboren in Heerlen in 1926. Haar vader was mijnwerker en kreeg door dat werk stoflongen. Toen hij niet meer kon werken kreeg hij een pensioentje van welgeteld 144 gulden per jaar, daardoor moesten hij naar de steun. Haar moeder was 46 jaar toen ze Stien kreeg. Haar ouders waren vrijdenkers in hart en nieren. Ze waren SDAP-ers in het katholieke Limburg en zij waren lid van de Nieuw Malthusiaansche Bond. Deze bond werd opgericht in 1881 met als ondertitel Vereeniging tot bewuste regeling van het kindertal. Begin Tweede Wereldoorlog werd de bond geliquideerd en in 1946 werd zij met uitgebreidere doelstelling heropgericht onder de naam Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). Later is het hele gezin verhuisd. Twee broers zaten in de bouw en hebben Hema’s gebouwd, eerst in Utrecht en later in Amsterdam, in de Linneusstraat en de Ferdinand Bolstraat. Stien, haar andere broers en haar ouders verhuisden gewoon met ze mee. Ze was tien jaar toen ze in 1936 in Amsterdam kwam en de echte crisisjaren aanbraken.

Groentewinkel
Stien trouwt in de oorlog met Henk Kriger, zijn vader had een groentewinkel in de Eerste Oosterparkstraat. Van 1942 tot 1945 werd Henk te werkgesteld in Duitsland. Stien en haar verloofde vrijden voordat ze trouwden. Doordat in het gezin waar Stien uitkwam openlijk over voorbehoedsmiddelen gesproken werd, wilde zij dat Henk condooms ging halen, maar hij weigerde. Stien toog zelf naar de drogisterij om daar drie condooms te kopen. De eigenaresse van de winkel had toen nog nooit meegemaakt dat een meisje om condooms kwam vragen. Hoewel Henk geen groenteboer in hart en nieren was, nam hij als enige jongen in het gezin vanzelfsprekend de zaak over. Stien zelf vond het wel fijn in de winkel. Kriger vertelt over haar leven in Amsterdam Oost tijdens de Tweede Wereldoorlog: “Naast onze groentewinkel zat diamantslijperij Rozelaar aan de Eerste Oosterparkstraat. Daar werkte 100 tot 150 man, joodse mensen, als diamantslijper. Die zijn bijna allemaal omgekomen in de kampen. De eigenaar van de diamantslijperij, meneer Rozelaar, heeft in de oorlog zichzelf doodgeschoten. Hij wilde niet wachten tot de Duitsers hem kwamen halen.” Doordat Stien reuma aan haar handen kreeg moesten ze de winkel in 1960 na twintig jaar sluiten.

Abortuskliniek
Daarna werkte Kriger bij haar huisarts, Frans Wong. Deze arts stichtte in 1969 aan het Oosterpark een van de eerste abortusklinieken van Nederland. Stien werd daar hoofd van de huishouding, maar had in de praktijk de dagelijkse leiding van de kliniek. Op het hoogtepunt werden daar 110 abortussen per dag verricht en werkten er 15 artsen. Vrouwen uit Frankrijk, Duitsland en België kwamen soms met bussen tegelijk de kliniek bezoeken omdat in hun eigen land abortus streng verboden was. Maar er kwamen ook meisjes van 12 jaar die door hun eigen vader zwanger gemaakt waren en ook een keer een prinses uit Afrika. De opvattingen van Frans Wong, ten aanzien van de eigen keuze van vrouwen en het recht van het ongeboren kinderen op een leven waar ze gewenst ter wereld komen, zijn opvattingen die overeenkomen met Stiens denkbeelden. De actiegroepen in de zeventiger jaren zoals Wij vrouwen eisen en Dolle Mina spraken Stien aan. Ze zegt hierover: “Bewegingen als Baas in eigen buik hebben veel sociale problemen in gezinnen voorkomen. Je werd toen als zwangere dochter het huis uitgeschopt. Er werden veel ongewenste kinderen geboren en dat lot wens je geen enkel kind toe.” In de kliniek kwamen ook veel mensen met sociale problemen, waaronder homoseksuelen. Frans Wong verwees ze vaak door naar Stien met de opmerking “Ga maar aan de dikke tiet van Stien uithuilen”.

Politicus en actief buurtbewoner
Van 1990 tot 1994 had Stien voor de PvdA zitting in de stadsdeelraad van het nieuwe stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. Verder is Stien jarenlang lid geweest van de ledenraad van woningbouwvereniging Het Oosten. Momenteel is ze actief in het stedelijke seniorenoverleg van de PvdA. Ook in haar buurt was Stien actief en dat is ze nog steeds. Ze heeft onder meer in de bouwcommissie van het Kastanjehof gezeten. Dit verzorgingshuis werd gebouwd op de plek van de gesloopte Anna Bonifatiuskerk op het Kastanjeplein. Toen de directeur in 1988 het uurwerk van de voormalige kerk wilde verkopen, was Stien het daar helemaal niet mee eens. Daarom kwam zij met het idee om een open toren op het gebouw aan te brengen waarin het uurwerk teruggeplaatst zou worden. De kosten daarvoor heeft Stien voor het grootste deel via stichtingen en particulieren los weten te peuteren. Er waren zelfs mensen op straat die haar twee vijftig in de hand stopten voor ‘hun toren’. Toen ze 48 jaar in de Oosterparkbuurt woonde, vormde ze een groep omwonenden van het OLVG. Zij ergerden zich aan een klein groepje dwarsliggers van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Deze dwarsliggers hadden een aantal procedures lopen tegen grootschalige vernieuwingen van het OLVG. Stien vond het toen zonde dat die procedures het ziekenhuis handen vol geld kosten en oponthoud van de verbouwingen met zich mee brachten. De Raad van State gaf de procederende buurtbewoners ongelijk en de verbouwingen van het OLVG konden doorgang vinden.

De Sous
Kriger is de drijvende kracht achter het buurtnetwerk, dat twee keer per week een open inloop houdt voor oudere bewoners van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. Naast de inloop wordt zo nu en dan iemand uitgenodigd voor een voorlichtend praatje. In deze verkiezingstijd komen verschillende politici vertellen over hun raadswerk. Het buurtnetwerk werd in 1993 opgericht door Woningbouwvereniging Het Oosten. De Sous noemen de ouderen hun ruimte, omdat het een souterrain is. Stien Kriger hierover: “Ouderen kunnen in hun directe omgeving steeds moeilijker kontakten te leggen. Ze wonen in deze buurt meestal met meerdere culturen op de trap en dat geeft problemen.” Negen op de tien deelnemers aan het netwerk is van Surinaamse afkomst. De ‘witte’ ouderen gaan veelal naar het buurthuis.

Het ouderenbeleid
Het stoort Stien dat het sociale stelsel wordt afgebroken: “Het kabinet breekt beetje bij beetje de sociale zekerheid af. Als de huur en de dagelijkse boodschappen van de AOW af zijn, blijft er slechts een beetje geld over. We moeten alert zijn tegen die afbraak. Mijn hele jeugd liep ik in steunkleren. Willen we in de toekomst steunkleren voor de ouderen?” Stien kan zich ook wel verbazen over haar leeftijdsgenoten. Ze lezen vaak de Story en weten van artiesten bijvoorbeeld dat ze lesbisch zijn. Stien interesseert dat helemaal niet. Stien: “Ik kom zelf uit een rood nest, mijn opvattingen botsen nogal eens met die van anderen.” Hopelijk kunnen we daar in de PvdA nog lang van genieten.

Dit artikel verscheen eerder in het magazine van de PvdA