30 januari 2007

Zorg over re-integratierapport Rekenkamer

Vanochtend verscheen het rapport Re-integratie Begeleiding van bijstand naar werk van de Rekenkamer Amsterdam. PvdA woordvoerder werk en inkomen Emre Ünver maakt zich grote zorgen over de beperkte uitstroom (11%) naar regulier werk. De PvdA is van mening dat duurzame plaatsing de hoofddoelstelling van het Amsterdamse re-integratiebeleid moet zijn. Daarom zal raadslid Ünver er bij het college op aandringen om alle aanbevelingen van de Rekenkamer over te nemen. Ook zal hij het college verzoeken meer inzicht te geven in de duurzame ontwikkeling van cliënten.

De conclusies van dit onderzoek moeten worden geplaatst in het perspectief van voortdurende veranderingen in regelgeving en reorganisaties van de uitvoering. Uit het rapport blijkt echter dat de effectiviteit van trajecten gericht op arbeidsactivering en arbeidstoeleiding te laag is. Na afronding van een re-integratietraject blijkt 70% van de cliënten nog steeds in de bijstand te zitten. Onaanvaardbaar lage cijfers, maar niet geheel verrassend. Uit eerder onderzoek van de Stichting Economisch Onderzoek Amsterdam over de periode 2001-2004 is namelijk al gebleken dat de doelmatigheid van het re-integratiebeleid onvoldoende was.

Ondanks dat de vandaag gepresenteerde cijfers in lijn liggen met de landelijke trend, is raadslid Ünver van mening dat Amsterdam een voortrekkersrol zou moeten vervullen. Hij heeft het college dan ook al eerder verzocht inzicht te verschaffen in het functioneren van Amsterdamse re-integratiebureaus en de duurzame ontwikkeling van bijstandsgerechtigden. Zo heeft raadslid Ünver bijvoorbeeld op 4 januari schriftelijke vragen gesteld aan de wethouder over de gang van zaken bij re-integratiebureaus WorkstaR en FourstaR.