21 november 2007

Zalm vraagt aan Amsterdam of er nog te praten valt over Schiphol of niet

AMSTERDAM – Minister van Financiën Gerrit Zalm wil uiterlijk 21 juli van Amsterdam weten of het nog zin heeft om verder te praten over privatisering van Schiphol.

Hij schrijft dat in een brief aan de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher. "Ze hoeven dan nog geen ja of nee te zeggen, we willen alleen weten of er überhaupt nog te praten valt," aldus een woordvoerder van Zalm.

Gisteren concludeerden enkele kranten na een interview van Zalm met Reuters dat hij de hoop had opgegeven om nog voor de verkiezingen een overeenkomst te sluiten met Amsterdam. Het ministerie bestrijdt nu die conclusie. Zalm wil 49 procent van de aandelen van Schiphol verkopen. Het parlement is daarmee akkoord, maar Amsterdam is daartegen. Als aandeelhouder heeft de stad een vetorecht.

Vorige week dinsdag had Zalm een eerste gesprek met Asscher. De wethouder wilde praten over zijn plan om de aandelen van het rijk te kopen voor een relatief bescheiden bedrag, waar Zalm niets voor voelt. Op verzoek van Asscher heeft Zalm in een brief uiteengezet waarom hij het Amsterdamse voorstel afwijst. Asscher: "Ik vind het wel prettig zijn bezwaren op papier te zien." Asscher wil verder met Zalm praten over zijn eigen plan, maar blijft tegen ‘botweg naar de beurs gaan’.

Zalm op zijn beurt blijft tegen het plan van Asscher. "Nog los van de prijs: als je praat over privatisering, is het natuurlijk vreemd om de aandelen van de ene publieke eigenaar over te dragen aan de andere," aldus zijn woordvoerder. In de brief doet Zalm ook enkele handreikingen, onder meer door garanties te geven dat de overheid ook op lange termijn de meerderheid van de aandelen in bezit houdt. Zalm heeft hem gevraagd binnen twee weken een reactie te sturen. Asscher wil nu nog niet reageren, maar kan zich niet voorstellen dat hij de deur voor Zalm dicht gooit.

Eerder heeft Zalm gezinspeeld op sancties tegen Amsterdam als het niet meewerkt. Ingewijden leggen een verband met de discussie over de snelweg A6/A9.Volgens Asscher is van zulke chantage geen sprake: "Het gesprek met Zalm was zakelijk en constructief, er is op geen enkele wijze gedreigd."