Wethouders Kunst: van 1946 tot nu
In Het Parool van afgelopen zaterdag stond een leuk interview met onze altijd spontane wethouder Kunst, Carolien Gehrels. Zij daagt de interviewer uit met de vraag wie de langstzittende wethouder van cultuur was in de afgelopen twintig jaar. Volgens Carolien is dat Hannah Belliot die in de vorige periode vier jaar wethouder cultuur was. Volgens Carolien zitten wethouders kunst altijd maar kort op die stoel. Dat klopt enigszins maar de stelling dat de afgelopen twintig jaar Hannah de langstzittende is klopt niet.
Van 1982 tot 1990 was Minnie Luimstra van het CDA acht jaar wethouder kunst. Daarna verdween het CDA voor twaalf jaar uit het college. Van 1992 tot begin 1998 was Ernst Bakker van D66 zes jaar wethouder kunst. Toen vertrok hij om burgemeester te worden van Hilversum.
In de afgelopen zestig jaar, van 1946 tot 2006, kende Amsterdam veertien wethouders Kunst. De langstzittende was Ab de Roos (PvdA) die van 1946 tot 1962 maar liefst zestien jaar wethouder van onderwijs en kunst was. Een combinatie die lang is gebleven. Daarna kwam P.J. Koets (PvdA) die acht jaar wethouder onderwijs en kunst was.
Vanaf 1970 zaten de wethouders steeds korter. Han Lammers (PvdA) was in zijn eerste periode nog vier jaar wethouder. In het eerste linkse college kreeg Huib Riethof van de PSP de portefeuille kunst en verkeer. Hij begon in september 1974 en sneuvelde al in april 1975 op een verkeersonderwerp (de metro). Hij werd opgevolgd door PvdA-er Pitt Treuman die bleef tot 1978.
Daarna kwam het college met Jan Schaefer en Irene Vorrink. Vorrink was de eerste vrouwelijke wethouder van Amsterdam en ook wethouder kunst. Zij gaf in 1979 de pijp aan Maarten toen de kritiek op haar drugsbeleid (het realiseren van ‘caféachtige ruimtes’ voor drugsverslaafden) haar teveel werd. Wim Polak emz. (niet de burgemeester) nam het stokje voor drie jaar van haar over. Van 1946 tot 1982 was de portefeuille kunst dus, op acht maanden na, bijna 36 jaar in handen van de PvdA geweest.
Na Minnie Luimstra nam in 1990 D66 de portefeuille kunst op zich. En die versleten in twaalf jaar tijd maar liefst vijf wethouders op deze post. Het begon met Marja Baak die na twee jaar het veld moest ruimen wegens grote fouten bij de restauratie van het schilderij ‘who’s afraid for red, yellow en blue’. Ernst Bakker volgde haar op en bleef zes jaar. Vlak voor de verkiezingen ging hij weg en werd in januari 1998 opgevolgd door Leo Cornelissen die een paar maanden op de winkel mocht passen.
In het nieuwe college werd Jikkie van der Giessen wethouder Kunst. Zij stapte een jaar later (1999) al op om directeur te worden van de Hogeschool voor de Kunsten in Rotterdam. Saskia Bruines nam het stokje over en bleef drie jaar. Na een periode van twintig jaar afwezigheid zwaait de PvdA sinds 2002 weer de scepter over de portefeuille kunst. Carolien is sinds 2006 de vijftiende wethouder Kunst sinds de oorlog en de zevende vrouwelijke wethouder op die portefeuille.
Bouwe Olij , 2 juli 2008