Wet op de Lijkbezorging basis voor gemeentelijke islamitische aula
Wat zou ik graag samen met mijn dochter en zonen het graf van mijn vader kunnen bezoeken. Over een week bijvoorbeeld, op 5 september in de Nacht van de Beslissing. Of over twee weken met het Suikerfeest. Of op vaderdag. Of zoals de Katholieken dat doen met Allerzielen. En zoals die ruim drieduizend volwassenen en kinderen dat doen in de lichtjesnacht bij begraafplaats Zorgvlied langs de Amstel, op 24 december. Maar nog liever zomaar spontaan op een doodgewone zondag.
Het is onmogelijk. Ik moet op reis naar Marokko om het plekje te bezoeken dat nu mijn vader is. In mei 2008 hebben wij hem weg gebracht. Hij ging per kist de vrachtruimte van het vliegtuig in, wij met acht nabestaanden de reizigersruimte in. Wij hebben hem met formulieren en al en na veel vertraging op het Marokkaanse vliegveld en veel gesteggel met ambtenaren door de Marokkaanse douane geloodst. Wij hebben hem begraven in het ravijn naast het oude Marcouch-huis in het dorpje Beni Boughafer.
Anders dan de graven om hem heen, draagt de rustplaats van mijn vader een steen. Ik heb die laten maken. Toch nog een vleugje Nederlands herdenken. Deze zomer ontdekte ik dat er een scheurtje in zat, het voelde als een kras op mijn ziel: het eerste teken van verwaarlozing. Wat had ik dit graag meteen hersteld op de allereerste dag dat het zich manifesteerde!
Duizenden Marokkanen en Turken gaan ’s zomers op reis naar het land van hun voorvaderen om daar te vinden wat zij de rest van het jaar ontberen: toegang tot het graf van hun ouders of grootouders. Het islamitische uitvaartgebouw met grafperceel had er al lang moeten zijn. Dat zegt mijn rouwend gemoed, dat zeggen zo maar vijfentwintig mensen die ik in één enkel uurtje rondbellen aan de telefoon kreeg en dat zeggen negen moslimkoepels die hier al minstens vijf jaar op wachten. En dit zegt in feite ook de Wet op de Lijkbezorging die in artikel 33 de gemeente opdraagt een begraafplaats te exploiteren die rekening houdt met alle bevolkingsgroepen.
De Surinaams-Hindoestaanse moslims weten het al lang, zij voelen zich Nederlander en begraven hun doden in Nederland. Zo heeft de gemeente Amstelveen geregeld dat de gemeentelijke begraafplaats Zorgvlied de grafwijk Rosa Alba exploiteert, met graven naar het Oosten. Hier hebben vooral Surinaamse moslims hun laatste rustplaats en het perceel is volledig benut.
De Marokkaanse en Turkse moslims komen nu ook in beweging richting Nederland. Wij noemen dit: emancipatie. Hun ouders en grootouders voelden zich als gastarbeiders op bezoek in Nederland, dankbaar voor het werk en vervolgens voor de voorzieningen die hen hier geboden werden. En verder afzijdig, zoals gasten zijn.
De jongere generatie is geen gast meer, de meeste jongens en meisjes ontwikkelen zich tot actieve burgers die zich verbonden voelen met Nederland. Wij noemen dit: integratie. Bij die beweging hoort dat zij niet terug willen naar Marokko of Turkije om de graven van hun ouders te bezoeken, zij willen dat hun dierbaren nabij zijn. Hun ouders begrijpen dit en zijn verscheurd door twee diepe emoties: de wens herenigd te worden met hun voorouders en de wens bereikbaar te blijven voor hun kinderen. Steeds vaker wint de keuze voor hun kinderen en dus willen ook zij begraven worden op Nederlandse begraafplaatsen, in vrede, conform hun geloofsovertuiging.
Gelukkig heeft wethouder Van Es het groene licht gegeven om te investeren in voorzieningen bij de Nieuwe Ooster. Zoals er ook voorzieningen zijn getroffen voor Amsterdammers die gecremeerd willen worden, voor hen is een crematorium gebouwd. En zoals er voorzieningen zijn getroffen voor Rooms Katholieken, voor hen is een speciaal perceel beschikbaar van gezegende grond, met wijwater ingewijd door een geestelijke. Dat hoort zo, zegt de wet, de gemeentelijke begraafplaats hoort voor alle overtuigingen toegankelijk te zijn.
Voor moslims organiseert de wethouder een islamitische aula voor het laatste gebed, waar de overledene ook gewassen kan worden. De huidige aula is niet berekend op de islamitische uitvaart, met acht plechtigheden per dag is er geen gelegenheid voortdurend stoelen te verwijderen en terug te plaatsen. De aula is ook veel te ver weg De Nieuwe Ooster omvat 33 hectare en het nieuwe perceel voor moslimgraven ligt aan de buitenkant.
Exploiteren voor alle overtuigingen, zegt de wet. Dus niet schenken. Als gemeentelijk bedrijf werkt De Nieuwe Ooster met de gangbare kostendekkende tarieven voor de huur van het uitvaartgebouw en voor het grafrecht. Het is zaak dat de Nederlandse moslims zich hierop voorbereiden, ze kunnen hun verzekeraars verzoeken het uitvaartpakket uit te breiden met een Nederlands aanbod. Want als het gaat zoals het hoort, is het over een jaar zover: de nieuwe stap vooruit richting wortels in Nederland.
Ahmed Marcouch, gemeenteraadslid PvdA
Dit opiniestuk verscheen op donderdag 26 augustus in Het Parool naar aanleiding van de gemeenteraadscommissie over het financieringsvoorstel voor de islamitische gebed- en wasruimte op de gemeentelijke begraafplaats De Nieuwe Ooster