Door op 3 oktober 2013

‘Wat doe je als politicus als pleitbezorger van sociaal doe-het-zelven?’

Vandaag presenteerde Pieter Hilhorst in een vol Pakhuis De Zwijger zijn boek Sociaal doe-het-zelven. Hij schreef dit samen met Jos van der Lans. Lees hier de toespraak van Hilhorst terug. ‘Als je denkt dat je het beter kan, doe het dan!’

Het was een zaaltje dat nog niet een kwart was van deze grote zaal. Ik sprak over sociaal doe-het-zelven. Een wat oudere man stond op en vroeg: en als wij Amsterdammers het allemaal zelf moeten doen. Wat ga jij dan eigenlijk voor ons doen?

Het is de bonusvraag.

Wat doe je als politicus als je een pleitbezorger bent van sociaal doe-het-zelven?

Laat ik één misverstand onmiddellijk uit de wereld helpen. Sociaal doe-het-zelven is geen excuus voor de afbraak van de verzorgingsstaat. In de troonrede liet Rutte de Koning zeggen dat we de verzorgingsstaat moeten inruilen voor een participatiesamenleving. De premier slaat de plank volledig mis. Het is niet een kwestie van meer van het een en dus minder van het ander. Het is niet of/of in het leven. Wie pech heeft in het leven, wie werkloos wordt, wie oud en kwetsbaar is, wie niet voor zichzelf kan zorgen, moet op de overheid kunnen rekenen. Voor de premier is de overheid een geluksmachine die we kunnen uitzetten, voor mij blijft de overheid een pechdemper die onverminderd nodig is. Het is niet een kwestie van of de verzorgingsstaat of de participatiesamenleving, het is een zaak van en/en.

In mijn ideale Amsterdam hebben mensen die pech hebben mazzel dat ze in Amsterdam wonen, omdat wij hier niemand in de steek laten. In mijn ideale Amsterdam hebben mensen die het getroffen hebben, geluk dat ze in Amsterdam wonen, omdat we hier ruim baan bieden aan de creativiteit, de inventiviteit en de ondernemerszin van Amsterdammers. Mijn ideale Amsterdam is geen stad voor de happy few, maar een stad van ongekende mogelijkheden voor iedereen. Een stad waar iedereen de kans krijgt om het beste uit zichzelf te halen, zich thuis te voelen en geborgen te weten. Een stad waar het niet uitmaakt in welke wijk je woont, een stad waar het niet uitmaakt wie je ouders zijn, een stad waar je ook zonder grachtenpand tevreden oud kunt worden.

Om dat ideale Amsterdam dichterbij te brengen blijft de overheid onontbeerlijk. Maar de overheid kan het allang niet meer alleen. Ik ben druk bezig om taalachterstanden te bestrijden. Ik heb Mehtab gezien in Nieuw-West, ze sprak geen woord Nederlands. Daarom wil ik dat Mehtab met 2,5 jaar naar een peuterschool gaan, zodat ze klaar voor de start zijn als ze naar groep 3 gaan. Maar ik heb bondgenoten nodig om dat voor elkaar te krijgen. Bondgenoten zoals Yvonne van de voorleesexpres. Ik wil dat kinderen in Amsterdam veilig kunnen opgroeien. Daar hebben we honderden hulpverleners voor. Maar kinderen zijn het meest gebaat bij ouders die zelf het voortouw nemen om uit de sores te komen. Gezinnen maken met hun sociale netwerk een plan om de problemen de baas te worden. Ik wil dat ouderen die thuis willen blijven wonen, thuis kunnen blijven wonen. Initiatieven van Marijke en Heleen, Stadsdorp Nieuwmarkt helpen daarbij. Het zijn ouderen die met elkaar voor elkaar klaar staan.

Maar zult u zeggen. Ik begrijp waarom u als politicus al die sociale doe-het-zelvers nodig hebt om Amsterdam sterk en sociaal te houden. Maar waarom hebben zij u nodig? Wat hebben zij eigenlijk aan de overheid? Of om die vraag van die man te herhalen: wat gaat u eigenlijk doen?

Er zijn genoeg sociaal doe-het-zelvers die de overheid gaan zien als een sta-in-de-weg. En soms is dat totaal terecht. Kinderdagverblijven waar ouders voor elkaars kinderen zorgen, krijgen van de overheid geen applaus, maar tegenwerking. Omdat ouders geen diploma pedagogisch medewerker hebben. Ik zie het als mijn taak om zulke zotte regels op te ruimen. Ik ben zelfs voorstander van een sociaal doe het zelf-recht. Als je denkt dat je het beter kan, doe het dan. Alles wat mensen denken dat ze beter kunnen dan de overheid het doet, mogen mensen zelf doen. Zo’n sociaal doe-het-zelf recht is een steun in de rug voor initiatieven als de ouderparticipatiecreche.

Tegelijkertijd besef ik goed dat dit maar de helft van het verhaal is. Het is niet zo dat als de overheid plaats maakt, mensen vanzelf alles met elkaar gaan regelen. Neem het mooie initiatief van wehelpen.nl. Zo’n marktplaats voor burenhulp werkt pas als hij massa heeft, maar hij krijgt pas massa als hij werkt. De gemeente kan het vliegwiel vormen om zo’n initiatief groot te maken, door een bonus te zetten op elke succesvolle bemiddeling.

Waar ik naar streef is een optimale wisselwerking tussen de kracht van de samenleving en de macht van de overheid. Ik streef naar een bondgenootschap tussen sociale netwerken en professionele hulpverleners, naar een samenwerking tussen amateurs en professionals. Om dat voor elkaar te krijgen, moet de overheid veranderen. We leven nu, zoals een wijkmanager in Eindhoven in ons boek zegt, in een verknipte samenleving. Een gezin met problemen knippen in stukjes. Schulden, schoolverzuim, werkloosheid. En voor elk stukje hebben we een aparte regeling of hulpverlener. En daar ligt mijn werk. Ik moet de verknipte overheid op de schop nemen.

Straks wordt Amsterdam verantwoordelijk voor de jeugdzorg en nog veel meer. En voor al die nieuwe taken krijgen we minder geld. Als we het op de oude manier organiseren weten we zeker dat we geld tekort komen. Dan wordt het minder van hetzelfde. Dan komt nummer elf op de wachtlijst omdat we maar 10 mensen kunnen helpen. Dat accepteer ik niet. Dan wordt een wethouder een tegenhouder. Daarom wil ik het anders organiseren. De overheid moet niet de wijk nemen, maar de wijken in gaan. Gezinnen met problemen moeten terecht kunnen bij hulpverleners in de buurt, die ook de sociale netwerken kennen, zodat ze problemen in een vroeg stadium in hun samenhang kunnen aanpakken. Alleen wie lokaal opereert ziet het verband tussen schooluitval van de kinderen en de schuldenproblematiek van de ouders. Alleen wie lokaal opereert zie het verband tussen overlast op straat en de problemen achter de voordeur. Alleen wie lokaal opereert kan optimaal inspelen op de kracht van de samenleving. Op al die initiatieven van onderop. Op al die sociaal doe-het-zelvers.

En dat is mijn antwoord op de vraag van die man in dat kleine zaaltje. Ik moet ongelooflijk veel doen binnen de overheid om te zorgen dat we met elkaar kunnen doen, wat we willen doen. Van Amsterdam een stad maken van ongekende mogelijkheden voor iedereen.