8 november 2007

Vragen toewijzing sociale huurwoningen

In de bijlage PS Wonen van Het Parool van 2 november jl. onder de titel ‘Happen op het juiste moment’ staan manieren beschreven om sneller het begeerde huurcontract van een sociale huurwoning te verkrijgen, waaronder de tip ‘Ga kijken bij de woning’. Soms is een woning veel groter dan de officiële oppervlakte. Er wordt een situatie beschreven waarin een woonkamer, een zijkamertje en een brede gang allemaal niet meetellen, maar wel een derde méér aan oppervlakte bieden. Ook wordt de situatie beschreven van de 5% die woningcorporaties van hun voorraad naar eigen inzichten mogen toebedelen aan mensen met een handicap, schrijnende scheidingsgevallen, ex-verslaafden, een asofamilie die verplaatst wordt, een lerares of politieagent vanbuiten de stad die in de stad nodig is en wil komen werken. Maar ook mag personeel van de woningcorporaties blijkbaar woningen aanvragen uit deze 5%.

In de raadscommissie Verkeer en Volkshuisvesting heb ik n.a.v. het ter kennis geagendeerde punt van het af te sluiten convenant woonruimtebemiddeling 2007 al aan de wethouder verzocht de toewijzing van deze 5% regeling eens nader te specificeren. Aan wie worden van daaruit woningen toegewezen, wat is hun achtergrond, gezinssamenstelling, waar komen ze vandaan? Dit werd ondergetekende mede ingegeven omdat zij periodiek zeer schrijnende situaties van burgers voorgelegd krijgt waarvan je zou kunnen denken dat daar met de 5% regeling direct een oplossing voor gevonden zou kunnen worden. Dat zijn immers 13.422 woningen op een aantal van 268.650 woningen tot 605 euro (zie kaartje kerncijfers Dienst Wonen 2006. Echter, vaak wachten mensen ondanks hun schrijnende situatie, bijvoorbeeld ten gevolge van een ernstig ongeluk, te lang en voelen ze zich aan hun lot overgelaten. De wethouder heeft aangegeven dat na te zullen gaan.

Desalniettemin hecht de PvdA eraan juist i.v.m. de schaarste aan sociale huurwoningen en de gelijke kansen, om n.a.v. het artikel in Het Parool de volgende schriftelijke vragen te stellen.

Hieronder de vragen
1. Kent het college het artikel uit Het Parool d.d. 2 november 2007 onder de kop ‘Happen op het juiste moment’?
2. Kan het college aangeven wat er precies valt onder het aantal m2 dat meetelt en waarom?
3. Kan het college zich n.a.v. het beschreven geval voorstellen dat het wellicht beter zou zijn om per woning aan te geven wat het totaal aantal m2 is en daarbinnen te specificeren wat de ruimtes zijn qua m2? Zo ja, is het college bereid hierop nadere actie te ondernemen en zo ja, welke?
4. Wanneer kan de raad de toezegging van de wethouder gedaan in de raadscommissie Verkeer en Volkshuisvesting c.s. d.d. 24 oktober 2007 en het stedelijk overzicht van het gebruik van de 5% regeling en door wie (graag gespecificeerd zoals in de inleiding beschreven) tegemoet zien? Is het college bereid ook een beoordeling van de 5% regeling toe te voegen van het gebruik t.o.v. het doel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke criteria hanteert het college hierbij?