Vragen reistijden trams en bussen van GVB
Het Parool van 8 november bericht dat passagiers van het openbaar vervoer in Amsterdam steeds vaker de dupe zijn van de strakke reistijden van de Amsterdamse trams en bussen. Het GVB is de afgelopen tijd meerdere malen beboet omdat trams niet op tijd reden volgens de dienstregeling. De bestuurders is daarom opgedragen nu exact op tijd rijden. Het gevolg hiervan is dat passagiers die tijdig op de halte aanwezig zijn achter blijven, omdat er niet genoeg tijd is om ze in te laten stappen. Ook komen instappende passagiers klem te zitten omdat de tramdeuren zo snel mogelijk dicht gaan.
In hetzelfde artikel noemde woordvoerder van de PvdA, Myriam Bergervoet, de situatie ‘ronduit schandalig’. Zij vindt dat het GVB hier op aangesproken wordt. “We willen dat steeds meer mensen met de tram of bus gaan, maar dan moet het wel goed geregeld zijn.’
‘Op tijd rijden is goed, maar de passagiers moeten daar niet de dupe van worden’, zegt Bergervoet. Ze stelde daarom onderstaande schriftelijke vragen aan burgemeester en wethouders:
1) Heeft het College kennis genomen van het artikel in het Parool over de nieuwe werkwijze van het GVB?
2) Vindt het College het acceptabel dat omdat de Amsterdamse trams op tijd willen rijden er passagiers achter moeten blijven op de tramhalte?
3) Is het College met mij van mening dat alle passagiers recht hebben op openbaar vervoer dat zowel op tijd rijdt als voldoende tijd biedt om in te stappen?
4) Is het College met mij van mening dat het achterlaten van passagiers op de halte om op tijd te kunnen vertrekken geen voorbeeld is van klantvriendelijk denken door het GVB en dat de klantvriendelijkheid van het GVB dringend verbetering behoeft?
5) In het discussiedocument “Voorrang voor een gezonde stad” worden Amsterdammers aangespoord de auto te laten staan en gebruik te maken van het openbaar vervoer. Is het College op grond van de informatie over de ‘bijwerkingen’ van de Stiptheidsactie van het GVB daadwerkelijk van mening dat het tramvervoer in de huidige vorm een aantrekkelijk alternatief is voor de automobilist?
6) Hoe verhoudt zich de nieuwe werkwijze van het GVB met het streven het openbaar vervoer ook toegankelijk te maken voor passagiers die vaak wat meer instaptijd nodig hebben, zoals ouderen en minder validen?
7) Is het College in het kader van “Amsterdam Topstad” en “Amsterdam gastvrije stad” bekend met het feit dat het “pletten” (het klem komen te zitten) van instappende passagiers onder toeristen en buitenlanders inmiddels dusdanig berucht is dat zij hiervoor de speciale uitdrukking “Dutch treat” hanteren?
M.J.M. Bergervoet is raadslid sinds 2006 en woordvoerder verkeer en vervoer. Deze vragen zijn gisteren ingediend. Klik hier voor het stuk in Het Parool.