Vragen over ongelijke behandeling huurders en kopers
In een artikel in Het Parool van 5 juni 2010 is een bewoonster geïnterviewd van het appartementencomplex Masira aan de Loosduinenstraat. Volgens de geïnterviewder mogen kopers wel gebruikmaken van de gemeenschappelijke ruimte zoals het fietsenhok, de garage en de binnentuin, maar huurders niet, terwijl dit hun van tevoren wel is voorgespiegeld toen zij besloten in het nieuwbouwblok te gaan huren. Zij werden zelfs gevraagd mee te denken met de inrichting van de binnentuin, zo vertelt de bewoonster. Het artikel meldt verder dat er wel servicekosten verschuldigd zijn voor het gebruik van de maatschappelijke ruimten.
Gezien het vorenstaande hebben ondergetekenden de eer, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:
1. Klopt het dat huurders niet gebruik kunnen maken van de gemeenschappelijke ruimtes als fietsenhok, garage en binnentuin en kopers wel?
2. Klopt het dat er pas op 4 mei 2010 naar de bewoners is gecommuniceerd dat geen gebruik zou mogen worden gemaakt van de gemeenschappelijke ruimten en dat tot die tijd de suggestie is gewekt dat die er wel bijhoorden, door bewoners te vragen mee te denken over inrichting van de binnentuin?
3. Klopt het dat er wel servicekosten in rekening worden gebracht voor het gebruik van gemeenschappelijke ruimten?
4. Indien ja op vraag 1, wat is de reden dat kopers wel van de gemeenschappelijke ruimtes gebruik kunnen maken en huurders niet?
5. Is het college bekend met meer situaties als deze in recent opgeleverde of geplande woningbouwontwikkelingen?
6. Is het college bereid de kwestie te bespreken met verantwoordelijke woniningcorporaties Far West en De Key teneinde tot een gelijke behandeling van huurders en kopers te komen in het complex aan de Loosduinenstraat?