13 oktober 2010

Verslag WSO: Crisis in de woningbouw

Wethouder Ossel opende met een korte inleidng: Het is bij iedereen bekend dat de woningmarkt behoorlijk dicht zit. Een gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning is 7 jaar, de doorstroom is slechts 5% en er is op dit moment sprake van een bouwproductie van 2000 woningen per jaar, waar dat eigenlijk 5000 moet zijn.

De wethouder gaf tevens aan dat hij noodzakelijk acht om, naast de later te bediscussiëren stellingen, het debat te voeren over het huidige woonruimteverdelingsysteem. Dit is te complex, daardoor niet meer transparant en functioneert onvoldoende. Daarnaast is het naar zijn mening van belang dat scheef wonen ook scheef betalen wordt en dat hiervoor een instrument wordt ontwikkeld.

Verder was op uitnodiging een panel aanwezig met daarin Mieke van den Berg (bestuurder bij Woningstichting Eigen Haard), Leon Heddes (directeur projectontwikkeling bij Amvest), Eef Meijerman (directeur Amsterdams Steunpunt Wonen) en Els Verdonk (portefeuillehouder in stadsdeel Nieuw West). Namens de fractie was Hans Weevers, woordvoerder Wonen aanwezig.

Stellingen en reacties

Eén van de doelen van het woningbouwbeleid is een ongedeelde stad. 30% nieuwbouw sociale huurwoningen is geen dogma. Binnen de ring wordt 20% sociale nieuwbouw het uitgangspunt. In IJburg vasthouden aan 30% nieuwbouw sociale huurwoningen.

In de discussie kwam naar voren dat het principe van de ongedeelde stad breed gedragen wordt. Maar er zijn wel vele voorstanders van het tijdelijk (genoemd is 8 jaar) loslaten van de sturing op sociale woningbouw. De deelnemers konden zich voorstellen dat voor sommige delen van de stad 0% als voor andere delen van de stad 40% tot de mogelijkheden behoorde. De stedelijke vernieuwing in nieuw-west, zuidoost en noord en het bouwen en verbeteren in de bestaande stad heeft prioriteit boven de uitbreidingsgebieden. Over het geheel genomen waren de aanwezigen van mening dat de ingezette stedelijke vernieuwing moet worden afgemaakt: belofte maakt schuld. Echter: over fasering van sommige gebieden moest worden nagedacht en niet in alle gevallen heeft de bestaande stad binnen de ring voorrang.

IJburg 2 gefaseerd ontwikkelen, met veel ruimte voor particulier opdrachtgeverschap, heeft de voorkeur boven het realiseren van het dokmodel bij de Zuidas.

De aanwezigen vonden dit een oneigelijke tegenstelling. De Zuidas is niet alleen een woningbouwproject maar veel meer een project dat de economische ontwikkeling stimuleert. Amsterdam moet in de onderhandelingen met het Rijk vooral goed bepalen wat haar maximale bijdrage zal zijn. Veel deelnemers konden wel leven met tijdelijk uitstel van IJburg 2. Uitstel met 10 jaar werd voorgesteld. Gesuggereerd werd het project in elk geval niet teveel te versnipperen. Enkele aanwezigen brachten nadrukkelijk naar voren dat de stad haar aandacht en energie niet op alles tegelijk moet richten en dat keuzes maken nodig is.

Het systeem van erfpacht staat niet ter discussie. Wel moet erfpacht veel creatiever worden ingezet ter bevordering van de bouwproductie en transformatie van gebieden.

Deze stelling werd breed ondersteund. In de discussie was eerder naar voren gekomen dat de corporaties en projectontwikkelaars samen ongeveer 1000 woningen opgeleverd hebben die nog niet verkocht zijn. Voorgesteld werd de creativiteit daar als eerste op te richten. Daarnaast zou men graag meer creativiteit zien met betrekking tot woningen die worden ontwikkeld in de middeldure huur.

Ten behoeve van de bouwproductie en de doorstroming moeten corporaties verleid worden veel meer nieuwe en bestaande woningen te verkopen in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE).

Mieke van den Berg vertelde dat met dit systeem al enkele experimenten worden uitgevoerd. De effectiviteit daarvan laat zich pas op langere termijn meten. Het probleem van dit instrument is daarnaast dat alle partijen bereid moeten zijn om althans een aantal jaren af te zien van inkomsten die ze anders eerder hadden genoten.

Institutionele beleggers en kleine ontwikkelaars moeten veel nadrukkelijker de kans krijgen om middeldure huurwoningen te bouwen in Amsterdam.

Deze stelling kreeg breed bijval. Tegelijkertijd werd aangegeven dat middeldure huurwoningen door deze groepen zeer lastig zijn te ontwikkelen omdat het in de praktijk zelden mogelijk blijkt hierin rendabele projecten te ontwikkelen.