Verslag Discussiebijeenkomst Uitvoeringsplan Jongerenhuisvesting 2007-2015
Hieronder een samenvatting van de bijeenkomst, tevens zo geschreven dat het de inbreng kan zijn in de raadscie VVVMAD op 16 januari en basis voor persbericht.
Een hoge ambitie qua kwantiteit aan woningen voor jongeren tot 26 jaar (4800 woningen in drie jaar!), een hernieuwde focus die niet langer alleen gericht is op studenten en hoger opgeleide jongeren, maar nu de jongeren tot en met MBO niveau centraal stelt , een inventarisatie van de doelgroepen en de kansen voor jongeren werden genoemd als sterke punten van het uitvoeringsplan Jongerenhuisvesting. Als zwakke punten van het plan werden genoemd het ontbreken van een instrumentarium om de doelstellingen te bereiken, het ontbreken van particuliere verhuurders als partner om het tekort op te lossen, het plan is te weinig kwalitatief, te grof/dun op de werkelijke uitvoering/uitwerking, de oplossingen zijn voor zeker de helft interim/tijdelijk, beleid om structureel de jongerenhuisvesting aan te pakken ontbeert het plan. Het uitvoeringsplan is derhalve meer een startplan om de eerste nood te lenigen. Een ieder onderschreef de noodzaak van urgentie op het dossier jongerenhuisvesting en dat echt actie nodig is..
Kwantitatief is het uitvoeringsplan uitermate ambitieus (ook al is het nog te weinig) gelet op het korte tijdsbestek (4800 nieuwe woningen in 2010), maar daarbij is wel onduidelijk of de plannen gerealiseerd moeten worden in 2010 of 2015, want de titel van het uitvoeringsplan is weer 2007-2015. Dat moet helder worden. Het plan kiest voor het scenario dat alleen de demografische groei in jongeren compenseert en het aantal te krap wonende jongeren terugbrengt naar 60%. Dat is gelet op de tijdsperiode, uitgaande van tot en met 2010 een enorme kluif al om waar te gaan maken. Dus die keuze is wel realistisch, echter er moet de facto van meet af aan ook voortvarend aan meer structureel beleid gewerkt gaan worden Op de kwaliteit wordt echter onvoldoende ingegaan. Zoals gezegd het instrumentarium ontbreekt, maar ook wordt er in het plan te weinig rekening gehouden met bijvoorbeeld de omgevingskwaliteit die jongeren nodig hebben, de nabijheid van werk en onderwijs, alsook de diversiteit en variëteit in woonmilieus voor jongeren.
Het uitvoeringsprogramma moet agressiever. Veel stadsdelen, maar ook uitvoerings-organisaties hebben maar beperkte bevoegdheden/ruimte om doelstellingen te realiseren. Ter vergadering kwam naar voren dat bijvoorbeeld een project als de Amstelcampus wordt teruggebracht van 400 studentenwoningen naar 200 woningen .. Meer mandaat/power voor de uitvoeringsorganisatie en stadsdelen zou hier aan kunnen bijdragen. In ieder geval is het nodig dat de raadscommissie de bevoegdheden en het mandaat van deb uitvoeringsorganisatie uit het plan onder ogen krijgt. Ook werd vanuit een stadsdeelbestuurder geopperd dat gemeente in overleg met de stadsdelen de afspraak zou kunnen maken dat regie taken door de gemeente kunnen worden (over) genomen als een stadsdeel niet tot de uitvoering blijkt te kunnen komen.
Om echt iets aan dit urgente maatschappelijke probleem te kunnen doen zijn er meer onorthodoxe maatregelen nodig. Dit maakt de beoogde doelstellingen beter haalbaar. Een aantal ideeën :
• Verruim de beleidsvrijheid. Bouwbesluiten,en andere regelgeving hoeven mogelijk minder strikt toegepast als het om jongeren gaa, b.v. sanitair delen. Door de luchtkwaliteit blijft de bouw van woningen in Amsterdam achter. Bijvoorbeeld op het Zeeburgereiland en in de Houthavens. Is het niet mogelijk om tijdelijke huisvesting te realiseren op deze locaties (bijvoorbeeld containerwoningen)?
Vragen na te gaan welke regels minder noodzakelijk zijn voor jongeren en of de genoemde c.q. andere lokaties geschikt zijn voor tijdelijke huisvesting (overigens zonder de definitieve bouw die er gepland is te belemmeren).
• Meer flexibiliteit bij bouw, omzetting en splitsing.
• Aanpassen sloop- en renovatieplannen. Bij de plannen voor stedelijke vernieuwing in stadsdeel West (sloop en renovatie) is er de nodige ruimte om jongerenhuisvesting te realiseren. In de stadsdelen Noord en Zuid-Oost lagen de plannen al vast en bestond er geen mogelijkheid om deze plannen aan te passen. Er zou nog eens goed naar gekeken moeten worden.of er toch ook niet Zuid-Oost en Noord meer mogelijkheden zijn voor jongerenhuisvesting..
• Om de urgentie van het probleem in een bredere context te plaatsen zou aan het programma Kinderen Eerst .een programma Jongeren eerst verbonden moeten gaan worden. Het houdt niet op bij Kinderen
• Voorkomen dat grote (kantoor)gebouwen in handen vallen van speculanten (voormalige GAK gebouw). Door als gemeentelijke overheid eerder in te grijpen kan voorkomen worden dat dit soort objecten van de markt verdwijnen, daar juist deze gebouwen kunnen bijdragen aan het terugbrengen van het tekort.
• Andere voorstellen: Garageboxen ombouwen tot woningen (eventueel door extra woonlaag te bouwen). Betere invulling lege plekken. Meer en beter gebruik maken van mogelijkheid wonen op water. Meer labellen voor jongeren dan nu in de plannen? Amsterdam heeft tenslotte veel kleine woningen vooral in de stadsdelen waar de jongeren ook graag willen blijven wonen. Want juist deze jongeren waar dit uitvoeringsplan zich op richt willen graag in hun eigen buurt blijven wonen. Iets om in de toekomst in relatie tot meer structurele maatregelen te beschouwen. En natuurlijk structureel de ambitie hoger en werkelijk bouwen om aan de vraag te kunnen voldoen.
Verder moet er ook goed gekeken worden naar spreiding en concentratie. Willen wij jongeren/studenten allemaal bij elkaar zetten, of juist liever spreiden? Teveel concentreren kan leiden tot bijvoorbeeld verloedering. Het beste voorbeeld hiervan uit het verleden is studentenflat De Zilverberg.
Om tot een structurele oplossing te komen zal er natuurlijk meer gebouwd moeten worden. Opvallend is echter dat bij nieuwe bouwprojecten altijd weinig woningen specifiek voor jongeren gerealiseerd worden. Is dit het gevolg van een financieringskwestie, of liggen hier andere oorzaken aan ten grondslag? Er moet eens goed gekeken worden naar de drempels. Waarom wordt er op eigen initiatief van woningcorporaties zo weinig jongerenwoningen gerealiseerd?
Verdere opmerkingen:
• Misschien zou de frictietijd na het aflopen van een campuscontract opgerekt moeten worden. Dat geeft studenten en jongeren (in het uitvoeringsplan staat als actie dat B&W bij rijk gaat bepleiten campuscontracten ook voor jongerenhuisvesting te mogen gaan invoeren. Bij de behandeling van de visie studenten en jongerenhuisvesting in de Raad(scommissie) hebben we deze suggestie als PvdA gedaan)meer tijd om geschikte woonruimte te vinden.
• Is er in het programma wel meegenomen dat er de komende tijd de nodige containerwoningen verdwijnen gaan. Is daar met deze nieuwe cijfers al wel rekening mee gehouden?
• Kraken en antikraak is in Amsterdam goed voor ongeveer 2000 woningen voor jongeren en studenten. Hoe worden die plaatsen opgevangen als de plannen op landelijk niveau door gaan om het kraken terug te dringen?
Tot slot:
Aandringen op snel tot actie komen. De plannen moeten veel harder gaan worden dan er nu in de inventarisatie staan. We willen als PvdA goed de vinger aan de pols houden en elk half jaar in de raadscommissie een overzicht van de stand van zaken en de knelpunten die zich voor doen gerapporteerd krijgen. En graag een plan voor de periode na 2010 begin 2009 uiterlijk.