Verkoop NUON Verstandig
PvdA-fractie woordvoerder Daniël Roos vindt de verkoop van NUON een verstandig besluit. Hij legt uit waarom.
(zie ook Daniël Roos reactie op AT5 (timer: 07:40 minuten))
Eigendom van aandelen NUON dient vrijwel geen gemeentelijke belangen. Sterker nog, nu het leveringsbedrijf van NUON in een marktomgeving concurreert, loopt de gemeente met haar aandelen op termijn onaanvaardbaar beleggingsrisico. Tegelijkertijd zijn er wel degelijk belangen te beschermen.
Leveringszekerheid op lange termijn en behoud van een gezonde Nederlandse energiesector. Het beschermen van deze belangen is eerder de verantwoordelijkheid van de landelijke overheid – die daarvoor ook wettelijke instrumenten kan ontwikkelen- dan die van de gemeentelijke en provinciale aandeelhouders. Toch kunnen juist de huidige aandeelhouders in het verkoopproces een belangrijke stap zetten in het beschermen van landelijke energiebelangen.
De energiesector valt na de splitsingswet in drie onderdelen uiteen. Energie wordt opgewekt in centrales, getransporteerd via het net en verkocht door de leveranciers. Leveranciers produceren zelf stroom, maar verkopen niet noodzakelijkerwijs alleen hun eigen producten. Er bestaat een intensieve internationale handel in energie. Er zijn ook leveranciers die zelf geen productiecapaciteit hebben en alleen doorverkopen wat door anderen wordt geproduceerd.
Met de splitsingswet is gegarandeerd dat Nederlandse huishoudens te allen tijde energie geleverd kunnen krijgen. In de huidige omstandigheden is er ook genoeg productie in Nederland om huishoudens van energie te voorzien. In de nabije toekomst is niet voorzienbaar dat minder energie geproduceerd wordt in ons land, sterker nog een uitbreiding van het aantal centrales staat de komende jaren op stapel. Om in de toekomst optimaal (zowel wat betreft de prijs als voor wat betreft de inzet in piek- en daltijden) te kunnen produceren is de toegang tot en beschikbaarheid van grondstoffen van essentieel belang. Producenten die zelf geen toegang hebben tot grondstoffen hebben weinig kans om de concurrentieslag te overleven in deze sterk globaliserende markt. Een markt die sterk aan het consolideren is en nu al gekenmerkt wordt door een klein aantal grote spelers met enorme marktmacht. De inkoopkracht van kleine regionale spelers is straks eenvoudigweg te klein om zelfstandig te kunnen overleven. De verkoop van NUON is daarom de beste oplossing om de toekomst van dit bedrijf te kunnen garanderen.
Als de levering (en transport) gegarandeerd is, wat is dan nog het belang dat de overheid moet beschermen als het om energie gaat. Op korte termijn gaat het dan vooral om het behoud van werkgelegenheid in de Nederlandse energiesector, het stimuleren van duurzame productie en het afsluitbeleid voor wanbetalers. Allemaal zaken die bij een verkoop in de verkoopvoorwaarden kunnen worden meegenomen. Daar betalen de huidige aandeelhouders dan overigens wel een prijs voor. Hoe meer voorwaarden gesteld worden, hoe lager de te ontvangen prijs. Bij de verkoop van NUON is gekozen voor een verkoopproces waarbij niet het binnenhalen van de hoofdprijs maar het beschermen van publieke belangen voorop staat.
We verkopen daarmee het bedrijf voor een prijs die onder de maximale marktwaarde ligt. Voorkomen moet worden dat de nieuwe eigenaar met een snelle doorverkoop alsnog die winst incasseert. Bij de verkoop moet daarom bedongen worden dat dat soort winsten afgeroomd worden. We zoeken overigens uitdrukkelijk naar partners die voor een lange tijd structurele samenwerking willen zoeken met NUON. Een snelle doorverkoop past daar niet in.
Op lange termijn – en dan moet gedacht worden over een periode van 20 tot 40 jaar- spelen andere factoren. De leveringszekerheid kan dan wel een risico vormen. Bijvoorbeeld doordat centrales op Nederlandse bodem worden gesloten of verkocht en buitenlandse producenten niet genegen zijn aan ons te leveren (een situatie die op dit moment volstrekt ondenkbaar lijkt). Of wanneer eigenaren van onze centrales besluiten dat de geproduceerde stroom niet aan ons land geleverd wordt.
Deze risico’s zijn te ondervangen met nieuwe regelgeving. Deze risico’s kunnen ook afgedekt worden door bij de verkoop een matching right voor de overheid te bedingen: Bij verkoop of sluiting van centrales in Nederland krijgt de overheid de mogelijkheid om de centrale over te nemen tegen dezelfde voorwaarden als de nieuwe eigenaar had willen betalen, of zonder vergoeding bij de voorgenomen sluiting van een centrale. Waarschijnlijk betekent dit dat de overheid op dat moment in een economische onrendabele activiteit instapt. Dat is verantwoord op het moment dat de nationale energievoorziening in het geding is. Dan gaan niet de economische normen voor, maar de bescherming van de maatschappelijke belangen. Met dit matching right kan de overheid telkens als verkoop of sluiting van centrales aan de orde is haar afweging maken: is er een situatie die een ingreep rechtvaardigt of kan het normale economische verkeer doorgang vinden. De gemeentelijke en provinciale aandeelhouders kunnen met zo’n stap de landelijke energiebelangen beschermen.