Uitleg over de voorjaarsnota
Uitleg begrotingssystematiek
Wat is een voorjaarsnota en wat is een ombuigingsoperatie en wat is daar zo speciaal aan? Dat zal ik hier uitleggen aan de hand van de begrotingssystematiek in het algemeen.
Uitgaven van de gemeente
Begroting
Elk jaar stelt de gemeenteraad in november/december de begroting vast voor het daarop volgende jaar. De gemeenteraad heeft namelijk budgetrecht. Dit betekent dat de gemeenteraad bepaalt voor welk doel hoeveel geld uitgetrokken wordt. Het college van burgemeester en wethouders moet dit vervolgens goed uitvoeren. Het college beslist dus niet zelf over de verdeling van het geld.
Het college doet wel een voorstel aan de gemeenteraad, waarin zij aangeeft wat naar haar mening de beste verdeling van het geld is. De gemeenteraad kan in dit voorstel veranderingen aanbrengen door moties in te dienen. In deze moties staan voorstellen om het begrotingsvoorstel van het college op bepaalde punten te wijzigen. Als een motie wordt aangenomen door een meerderheid van de gemeenteraad wordt het collegevoorstel op het in de motie genoemde punt gewijzigd. Op deze wijze stelt de raad dus de begroting vast.
De begroting bestaat uit structurele in incidentele uitgaven. Structurele uitgaven worden elk jaar opnieuw gedaan, incidentele uitgaven enkel in dat jaar. Structurele uitgaven moeten uit structurele inkomsten gedekt worden: geld dus waarvan je zeker weet dat je het jaren achtereen zal ontvangen. Bijvoorbeeld de opbrengsten van de onroerend zaakbelasting. Incidentele uitgaven kunnen gedekt worden uit incidentele inkomstenbronnen. Zodadelijk meer over inkomsten.
Jaarrekening
In de jaarrekening legt het college verantwoording af over de besteding der middelen. De jaarrekening van het afgelopen jaar wordt in mei naar de raad gestuurd en in juni behandeld. Aan de besteding van middelen kan dan uiteraard niets meer veranderd worden: het jaar is al voorbij. Wel kan men uit de jaarrekening lessen trekken voor de volgende begroting.
Zoals gezegd is het college verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de raad bepaalde doelen en middelen. Als uit de jaarrekening blijkt dat het college de wensen van de raad niet goed heeft uitgevoerd kan de gemeenteraad het college daarop aanspreken bij de behandeling van de jaarrekening, met als uiterste consequentie dat de raad een wethouder of het college af kan zetten.
In de jaarrekening zit ook een overzicht van de reserves en voorzieningen van de gemeente. De voorzieningen en een deel van de reserves bestaan uit geld waarvan je weet dat je het moet uitgeven in de komende jaren.
Als uit de jaarrekening blijkt dat er geld over is, na het vormen van de benodigde reserves en voorzieningen, is de afspraak dat dit in het navolgende jaar weer uitgegeven kan worden. Dus geld dat overblijft in 2002 wordt weer uitgegeven in 2004.
Voorjaarsnota
Ongeveer tegelijkertijd met de jaarrekening wordt de voorjaarsnota verstuurd. Dit is dus in mei van het jaar. De voorjaarsnota is ter voorbereiding op het begrotingsvoorstel van het college. De traditie is dat de raad hierin in grote lijnen duidelijk maakt hoe volgens haar de begroting van het volgende jaar eruit moet zien. Zij kan hierbij gebruik maken van de gegevens uit de jaarrekening en het financieel meerjarenperspectief. In het financieel meerjarenperspectief, dat als bijlage bij de voorjaarsnota wordt verstuurd, is aangegeven hoe de komende jaren de financiën van de gemeente zich ontwikkelen. Met andere woorden: hoeveel kan de gemeente uitgeven de komende jaren. De andere begrotingsstukken beschrijven slechts één jaar, het financieel meerjarenperspectief meerdere jaren.
Inkomsten
De gemeente heeft verschillende soorten inkomstenbronnen: specifieke uitkeringen van het rijk, uitkeringen uit het gemeentefonds en eigen belastingen/leges. Bovendien heeft de gemeente aandelen (deelnemingen) in bijvoorbeeld Nuon en Schiphol waar dividend over betaald wordt. De gemeente kan geen invloed uitoefenen op de hoogte van de specifieke uitkeringen van het rijk en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Dit is geld dat het rijk beschikbaar stelt voor gemeenten. Slechts een klein deel van de inkomsten van de gemeente kan zij beïnvloeden. Met het vaststellen van de begroting worden ook de tarieven voor bijvoorbeeld Onroerend zaakbelasting en precario vastgesteld. Het gaat dan om de volgende posten:
Gemeentelijke heffingen, in miljoen €
Rioolrechten |
43,9 |
Roerende ruimtebelastingen |
0,6 |
Onroerende zaakbelastingen |
146,6 |
Hondenbelasting |
1,2 |
Toeristenbelasting |
27,8 |
Vermakelijkheids-retributie |
1,6 |
Precario/reclame |
0,4 |
Totaal |
222,1 |
Opbrengsten uit deelnemingen |
46,4 |
Bron: rekening 2002
Veruit het grootste deel van de inkomsten van de gemeente worden door het rijk bepaald.
Net zoals veel inkomsten vastliggen, liggen veel uitgaven vast. Voor de bijstand bijvoorbeeld krijgt de gemeente zeer veel geld van het rijk dat zij direct weer aan bijstandsgerechtigden geeft. Of denk aan het geld voor Instroom/doorstroombanen (voorheen: Melkertbanen) en het onderwijs in allochtone levende talen.
Van de 5 miljard euro aan uitgaven die de gemeente doet, is ongeveer slechts 1,5 miljard door haarzelf te beïnvloeden.
Ombuigingsoperatie
Omdat we het geld dat we hebben zo effectief mogelijk willen inzetten en omdat door bezuinigingen van de rijksoverheid de inkomsten waarschijnlijk zullen dalen moeten we geld ‘ombuigen’. Dus: sommige dingen zullen we niet meer kunnen betalen, op andere posten halen we geld weg gebruiken het voor andere zaken. Bijvoorbeeld: minder ambtenaren in het stadhuis (besparing) en meer geld voor de inventaris van Vmbo-scholen.
Het college heeft een voorstel gedaan voor deze ombuigingoperatie. De raad heeft opdracht gegeven om een voorstel te doen om een groot bedrag aan mogelijke ombuigingen te inventariseren, zodat de raad kan kiezen waar ze wel en waar ze niet wil ombuigen. Net als met de begroting moet de gemeenteraad hiermee akkoord gaan voordat het college dit kan uitvoeren. Voordat de raad akkoord gaat kan zij ook nog wijzigingen aanbrengen. Het ombuigingsvoorstel van het college is eveneens als bijlage bij de voorjaarsnota naar de raad verzonden. Alle genoemde stukken kunt u vanaf deze site downloaden.
In de Voorjaarsnota 2003 van het college van B&W, die vandaag (15 mei) door de wethouder Financiën, Geert Dales, is gepresenteerd, legt het gemeentebestuur voor € 205 miljoen aan ombuigingsvoorstellen aan de gemeenteraad voor. Daarvan kan volgens het college ruim € 127 miljoen worden gerealiseerd met bestuurlijk aanvaardbare gevolgen. Van de overige € 78 miljoen is het college van mening dat deze ongewenst negatieve gevolgen voor de dienstverlening aan de burgers opleveren.
Omdat onder andere door overgangskosten niet alle ombuigingen volgend jaar al gerealiseerd kunnen worden, zal het volledige bedrag pas per 2006 beschikbaar zijn. Toch ziet het college kans om voor de begroting 2004 een extra structurele ruimte van bijna € 28 miljoen vrij te maken.