14 juni 2007

Speech van Michiel Mulder over Westermoskee

Voorzitter, geachte leden van de raad,

Helderheid en duidelijkheid zijn een voorwaarde voor goed bestuur binnen de gemeente. Helderheid en duidelijkheid zijn ook essentieel voor sturing door de gemeente en het bereiken van resultaten.

De vraag waar deze actualiteit over gaat is wat helderheid en duidelijkheid betekenen voor hóe je om wilt gaan met religieuze organisaties. Wat ons betreft is het een goede zaak als het gemeentebestuur in gesprek gaat met religieuze organisaties. Zij kan door middel van dialoog sturen op het bevorderen van contact tussen mensen van een bepaalde religie en de rest van de maatschappij. Ons doel is dat Amsterdammers elkaar kennen, elkaar tolereren en in het mooiste geval van elkaar kunnen leren. Het gemeentebestuur kan bij die organisaties daarom aandringen op het achterwege laten van haatzaaiende speeches, de gemeente kan vragen of het geen goed idee is dat de buurt en de religieuze organisatie elkaar leren kennen, de gemeente kan spreken over de rol die de organisatie kan spelen in het tegengaan van radicalisering. De gemeente kan als zij dit nodig acht haar publiekrechtelijk instrumentarium inzetten bij haar contacten met religieuze organisaties. Publiekrechtelijk instrumentarium geldt namelijk voor alle maatschappelijke organisaties die te maken krijgen met de gemeente. Zo zorgt de gemeente voor een tolerante ongedeelde stad. Tot zover niets nieuws en niets vreemds aan de hand.

Maar wat we met de Westermoskee hebben gezien is dat via een erfpachtovereenkomst – bewust of onbewust – is getracht een bepaalde religieuze koers te waarborgen. Dat moeten we in de toekomst niet meer doen. Wij vinden het van belang helderheid te scheppen voor de toekomst aangaande welke koers de gemeente hier vaart.

Het zelfde geldt voor het convenant dat is gesloten en waarin de gemeente, in dit geval stadsdeel De Baarsjes, partij in was. Dit convenant heeft tot niets anders geleid dan niet nagekomen afspraken. De gemeente kan tolerantie en begrip tussen religieuze organisaties in onze samenleving bevorderen, ondermeer door het vergroten van kennis over religie bij betrokkenen, gelovig en niet gelovig te bevorderen. Maar we moeten geen partij willen zijn in een contract over de specifieke religieuze koers en geloofsbeleving.

De PvdA heeft vandaag voor de tweede keer een actualiteit ingediend over de Westermoskee. Wij vinden het namelijk van belang om, mede gezien de publiciteit rond de geheim gehouden overeenkomst, klare wijn te schenken met het oog op toekomstige initiatieven van religieuze organisaties en duidelijkheid te geven over hoe Amsterdam hier in het vervolg mee om zal gaan. Om niet in een getouwtrek terecht te komen welke religieuze organisatie, welk geloof wel of niet voor dergelijke financiering via de erfpacht in aanmerking komt, willen wij het principe van gelijke monniken en gelijke kappen hanteren. Geen enkele religieuze organisatie wordt in de toekomst nog een dergelijk financieringsvoordeel geboden.

Dus wat ons betreft: geen verlichtingscontracten meer, en geen financieringsconstructies via de erfpacht, maar gewoon de vaste lage grondprijs uit het jaarlijks vast te stellen grondprijsbeleid.

Wél gaan we gewoon door met het bevorderen van het contact tussen religies en maatschappij, tussen religies onderling en met het tegengaan van radicalisering.

Een en ander is verwoord in bijgaande motie.