29 juni 2009

Speech Bouwe Olij bij onthulling Wibaut beeld

Speech van Bouwe Olij bij de onthulling van het standbeeld van Wibaut op 23 juni 2009.

50 jaar geleden besloot de gemeenteraad in een speciale vergadering 60.000 gulden uit te trekken voor het maken van een standbeeld van Wibaut.

Acht jaar later was het klaar. Een schitterend kunstwerk gemaakt door Han Wezelaar.

Toenmalig wethouder (en de latere burgemeester) Wim Polak hield destijds bij de onthulling een speech van vier kantjes. Een verhaal van die lengte zal ik nu niet houden.

Vandaag is het 150 jaar geleden dat Wibaut in Vlissingen werd geboren.

Velen denken bij de naam Wibaut in eerste instantie aan de grote man achter de volkshuisvesting in Amsterdam.

Wie bouwt? Wibaut! Was niet voor niets de verkiezingsleus van de SDAP.

Maar de betekenis van Wibaut voor de stad gaat veel verder. Van de 24 jaar dat hij in de gemeenteraad zat was hij 15 jaar wethouder. 10 jaar daarvan was hij wethouder Financiën. Daarnaast onder andere ook nog wethouder Levensmiddelenvoorziening, Gemeentebedrijven en Kunst. Het was een bestuurder van formaat die terecht de machtige en de onderkoning van Amsterdam werd genoemd.

Als wethouder Financiën heeft hij de basis gelegd voor een solide financiële gemeentepolitiek. Van Wibaut komt de uitspraak:

“Om een gulden te kunnen uitgeven moet je die gulden eerst hebben. En dat de gemeente om een gulden te hebben die eerst ergens moet nemen en dat men dezelfde gulden maar eenmaal kan uitgeven”.

Zo streng als hij was op de gemeentefinanciën, zo gul was hij met zijn eigen geld. Hij was een echte kunstmecenas. Menig kunstenaar deed een beroep op zijn vrijgevigheid. Een niet tevergeefs. Hetzelfde gold voor de partij, de vakbeweging en de krant.

Wibaut was een bevlogen socialist. Ook in de tijd dat hij nog houthandelaar was in Middelburg was hij al een vooruitstrevend ondernemer die voor de verhoudingen van die tijd het beste met zijn werknemers voor had en zorgde voor veiligheidsvoorzieningen in de zagerij, redelijke lonen en goede sociale voorzieningen.

Hij heeft ongelooflijk veel gepubliceerd, over zeer veel verschillende onderwerpen: van economie tot seksuele hervorming; en van gemeentepolitiek tot het internationale kapitalisme. Samen met zijn vrouw, Thiele Wibaut – Berdenis van Berlekom schreeft hij al in 1932 het boek ‘Wordend Huwelijk’. Met daarin een pleidooi voor het vrije huwelijk. Revolutionair voor die tijd.

Wibaut heeft in zijn leven vele prachtige uitspraken gedaan. Het is mooi dat in dit Wibautjaar een aantal ervan binnenkort te lezen zijn op bouwborden in de stad.

Ter afsluiting wil ik u er een paar niet onthouden. Temeer daar menige uitspraak niets aan actualiteit heeft ingeboet.

Wat te denken van:

“Amerika blijft verreweg het sterkst getroffen door de crisis”.

Of ter relativering:

“Van democratie niets dan goed. Maar als tijdsbesparing is ze kennelijk niet bedoeld”.

De mooiste tekst, volgens mij, vindt u echter niet op de borden. Dat is de tekst die nog steeds actueel is en tevens goed samenvat vanuit welke levensovertuiging Wibaut zowel als wethouder als privé handelde. Dat is:

“Er is maar één land, onze aarde
Er is maar één volk, de mensheid
Er is maar één geloof, de liefde”.

Ten slotte:

42 jaar geleden werd dit beeld voor het eerst onthuld door de achterkleinkinderen Anneruth en Mark Wibaut. Ik ben ontzettend blij en vereerd dat zoveel familieleden en ook Anneruth hier vandaag weer aanwezig zijn.

Ik heb het programma gezien met alle activiteiten die dit jaar in het kader van ‘150jaarWibaut’ georganiseerd worden. Ik ben daar heel blij mee en trots dat ik het balletje van de herdenking aan het rollen heb gebracht. Ik wil de bedenkers van alle plannen bedanken voor hun inzet.

Dank u wel voor uw aandacht.

Bouwe Olij schreef veel over Wibaut, klik hier.