Sharon Dijksma bezocht De Baarsjes

Staatssecretaris van onderwijs Sharon Dijksma bezocht dinsdag stadsdeel De Baarsjes om op de werkvloer te kijken. In het bezoek stonden screening van jonge kinderen op taal- en ontwikkelingachterstanden, de voorschool en segregatie in het onderwijs centraal. Het kabinet heeft voor deze onderwerpen stevige ambities geformuleerd die aansluiten bij de opgave waar we in De Baarsjes voor staan, aldus portefeuillehouder onderwijs in De Baarsjes Godfried Lambriex .

Lambriex: “Veel van onze kinderen beginnen hun onderwijsloopbaan met een achterstand en lopen die niet meer in. Daar willen we vanaf. Daarom hebben we zelf al het nodige in gang gezet om onze kinderen de kansen te bieden waar ze recht op hebben.” Zo geeft De Baarsjes jaarlijks meer dan 1.000 Euro per leerling uit aan onder meer taal en talentenwikkeling, zorg op en rond de (voor)school, huiswerkbegeleiding, het bevorderen van een keuze voor een school in de buurt. Dat neemt niet weg dat hij de staatsecretaris heeft gezegd wel wat hulp uit Den Haag te kunnen gebruiken: kinderen met een achterstand verplicht naar de voorschool en geef alle andere kinderen ook het recht op de voorschool.

Over het screenen van jonge kinderen op (het risico op) taal- en ontwikkelingsachterstanden zoals het kabinet wil, is veel gezegd en geschreven. In Amsterdam gebeurt dat nu al aan de hand van een eenvoudig protocol. Daarbij wordt naar het kind gekeken en naar de thuissituatie. Lambriex: “Het kan om meerdere redenen goed zijn een kind een aantal dagdelen uit de thuissituatie weg te halen. Hetzelfde geldt overigens vaak voor de moeders die anders onvoldoende in aanraking komen met de samenleving.” Na de screening en indicatie is de volgende logische stap dat de achterstanden zo snel mogelijk aangepakt worden. Daar is de voorschool voor waar kinderen “spelenderwijs” Nederlands te leren en zich te laten ontwikkelen.

De staatssecretaris wil uiteindelijk dat 100% van de kinderen met een achterstand naar de voorschool gaat. Lambriex: “Nu nog beslissen de ouders of hun kind deelneemt aan de voorschool of niet. Op het niet gevolg geven aan de oproep staat geen sanctie. Dan krijg je dat de kinderen (en hun moeders) die het juist het hardst nodig hebben niet bereikt worden. Ook omdat in de gezinnen de weerstand van vooral vaders, vaak het grootst is.” De Baarsjes wil dit zelf doorbreken door ouders stevig aan te spreken: aanschrijven, nabellen, huisbezoeken. Lambriex verwacht daar mee een eind te kunnen komen. Het zou echter een stuk makkelijker worden als de staatssecretaris helpt door de voorschool verplicht te maken voor jonge kinderen met een taal- of ontwikkelingsachterstand.

Lambriex geeft daarbij aan dat wel opgepast moet worden dat een verplichte voorschool voor kinderen met een achterstand segregatie in de hand werkt. Segregatie kan volgens hem worden tegengegaan door kinderen zonder achterstand het recht te geven op de voorschool en zo tot meer gemengde groepen te komen. De verwachting is dat hier veel belangstelling voor is. Lambriex: “De voorschool is dan verplicht voor alle kinderen met een achterstand en een recht voor alle andere kinderen. Dit helpt ook bij het tegengaan van segregatie op de basisscholen waarmee de voorscholen verbonden zijn.