7 januari 2003

Schriftelijke vragen n.a.v. uitspraken over cellentekort

Schriftelijke vragen van het raadslid P.P.H.M. Klerks (PvdA) naar aanleiding van mededelingen van de korpsleiding inzake het cellentekort.

Aan de Burgemeester ,

Op grond van artikel 17 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Gemeenteraad, heb ik de eer namens de PvdA de volgende schriftelijke vragen te stellen.

  1. Heeft de burgemeester kennis genomen van de informatie die op 2 januari 2003 door de korpsleiding van het regiokorps Amsterdam-Amstelland bekend is gemaakt inzake de consequenties van het tekort aan celcapaciteit?
  2. Is het juist dat de veiligheid in Amsterdam negatief wordt beïnvloed door een structureel tekort aan cellen om arrestanten en voorlopig gehechten te bewaren?
  3. Wat is de aard (naar categorieën) en omvang (in benodigde aantal extra cellen) van dit tekort voor zover het betrekking heeft op personen die in Amsterdam zijn aangehouden? Hoeveel personen worden bij benadering jaarlijks niet in verzekering gesteld of voortijdig vrijgelaten vanwege dit cellentekort?
  4. Wat wordt hier door het Openbaar Ministerie als eerstverantwoordelijke instantie aan gedaan?
  5. Welke mogelijkheden heeft de gemeente om in deze situatie verbetering te brengen, en wat wordt er nu al aan gedaan?
  6. Doen er zich –afgezien van het cellentekort- nog anderszins knelpunten voor in de Amsterdamse strafrechtelijke keten, waardoor de aanpak van criminaliteitsvormen als straatroof, overvallen, inbraken, autokraken en geweldsdelicten minder effectief is als deze zou kunnen zijn? Zo ja, welke zijn dit en wat kan de gemeente hier aan doen? Het lid van de gemeenteraad,

P.P.H.M. Klerks