Schriftelijke vragen inzake Soa testen
Schriftelijke vragen van raadslid van der Garde inzake SOA-testen
Aan het College van Burgemeester en wethouders,
De laatste tijd is het aantal mensen met een geslachtsziekte flink toegenomen, ook in Amsterdam. Voor de bestrijding van geslachtsziekten is het cruciaal dat mensen zich laten testen. De GG&GD heeft sinds jaar en dag een geslachtsziektepolikliniek aan de Groenburgwal, waar mensen gratis en anoniem kunnen laten testen of zij besmet zijn met een van de verwekkers van een seksueel overdraagbare aandoening (SOA). De toename van het aantal SOA’s en het voornemen van de GG&GD om tot een actiever HIV-testbeleid over te gaan zal leiden tot toename van het aantal mensen dat zich wil laten testen. De druk op de SOA polikliniek zal extra groot worden. Nu staat er al dagelijks een rij wachtenden bij de polikliniek aan de Groenburgwal. Behalve dat het onaangenaam is (buiten) langdurig te moeten wachten, doet zoiets afbreuk aan het anonieme karakter. Het vormt een drempel voor mensen en zou er toe kunnen bijdragen dat mensen blijven rondlopen met een geslachtsziekte.
De GG&GD meldt in haar jaarverslag dat er in 2002 zo’n 5000 mensen naar huis zijn gestuurd. Deze situatie is niet bevordelijk voor de volksgezondheid in de stad. Hoewel de rijksoverheid (ministerie van VWS) verantwoordelijk is voor de curatieve bestrijding van SOA’s, heeft de gemeente een verantwoordelijkheid voor de algehele volksgezondheid in de stad en voor de preventieve zorg. Het testen op SOA’s kan ook preventief werken.
1. Kan het college de Raad inlichten over de ontwikkeling in de afgelopen 5 jaar van het aantal mensen met een geslachtziekte in Amsterdam. Wat zijn de voorspellingen voor het aantal geslachtsziekten in Amsterdam voor de komende 2 tot 5 jaar?
2. Is het college bekend met het knelpunt dat de polikliniek van de GG&GD het aanbod van bezoekers niet aankan?
3. Hoe belemmeren deze capaciteitsproblemen het voorgenomen actieve HIV-testbeleid?
4. In het beleidsplan van de GG&GD wordt gesproken over een dependance van de polikliniek in Zuidoost. Kan het college aangeven waarom het niet gelukt is om deze te realiseren?
5. Is het college, in het licht van de huidige, maar vooral ook te verwachten aantallen personen met een (mogelijke) geslachtsziekte, voornemens om er bij de rijksoverheid op aan te dringen om de testcapaciteit uit te breiden door ook in andere delen van de (binnen)stad een dependance van de polikliniek te vestigen?
6. Een andere oplossing voor het capaciteitsprobleem is een geheel nieuwe polikliniek in het centraal bureau van de GG&GD, maar deze zou pas eind 2005 gerealiseerd zijn.
Kan het college aangeven hoe zij meer mogelijkheden wil creëren voor anoniem onderzoek en testen, op de korte termijn ?
7. Wat zijn de mogelijke financiële consequenties, op korte en lange termijn, van de uitbreiding van de SOA-kliniek?
Het lid van de gemeenteraad,
Manon van der Garde, PvdA