27 juni 2008

Raad akkoord met bezuinigingsvoorstellen PvdA

Dit is niet zozeer vanwege de tegenvallers op de NoordZuidlijn, maar omdat wij denken dat die ruimte er is en effectiever aangewend kan worden voor het welzijn van de Amsterdammer. Dit heeft ook te maken met de wet van Weber, die – terecht – zegt dat grote organisaties, niet alleen overheden, als vanzelf steeds verder uitdijen. Wij vinden dat de raad zich verantwoordelijk moet voelen als countervailing power. Maar natuurlijk is het zo, dat willen wij als raad nog nieuwe uitgaven doen, de financiële situatie inmiddels zodanig is dat wij dan ook moeten aangeven wat wij niet willen. Beide zal ik hieronder kort samenvatten.

Een eerste bezuinigingsoptie is tot een overhead value analysis komen. Dit is een operatie waarbij wordt gekeken welke taken de gemeente doet en welke overhead daarbij past. Eerdere operaties (‘Sinterklaasoperatie’, tienprocentsoperatie) zijn telkens langs de weg ‘de kalkoen vragen wat er op het kerstdiner moet komen’ gelopen. Hierdoor blijven hoeken van het stadhuis buiten beeld. Men vindt van alles, behalve een kalkoen. Bovendien is het een goede manier van bezuinigen: niet redeneren vanuit hoe we het altijd gedaan hebben, maar vanuit hoe het zou kunnen.

Een tweede optie is de inhuur externen. Deze is de afgelopen jaren sterk gestegen en als we vooraf toetsen in plaats van achteraf accorderen moet het mogelijk zijn hier in 2009 reeds een bedrag voor in te boeken zijn.

Een derde optie is een slimmere opbouw van het loongebouw. Gekeken moet worden naar een goede combinatie van junior en senior functies.

Een vierde optie is het samenvoegen van diensten en bedrijven. Het aantal diensten in Amsterdam is extreem hoog. Rotterdam heeft er bijvoorbeeld tien minder. Dit leidt tot veel dienstspecifieke overhead, die met minder diensten niet nodig zou zijn. Bij eerdere samenvoegingen van diensten kon veel geld bespaard worden.

Andere opties waarvoor de raad zich heeft uitgesproken zijn de het verbeteren van de inkoop en de uithuur van gemeentelijke ambtenaren aan andere overheden.

De PvdA geeft voor de besteding van de vrijkomende middelen prioriteit aan de volgende punten:

Ten eerste wil de PvdA prioriteit stellen bij het beter toegankelijk maken van sport en cultuur voor alle jeugd. Denk aan het jeugdsportfonds, waaruit sportspullen voor minima worden betaald. Dit kan beter aan de man gebracht worden, zodat wellicht uitbreiding mogelijk is, ook naar de sector cultuur. Alle jeugd in Amsterdam moet kunnen genieten van sport en cultuur en mag daarbij niet afhankelijk zijn van het inkomen van zijn of haar ouders.

Ten tweede het voorkomen dat jongeren die uit de gevangenis komen opnieuw in de fout gaan. De recidive ligt op 50 procent, maar liefst 85 procent komt opnieuw in aanraking met de politie. Dat komt onder andere doordat jongeren die uit de gevangenis terugkomen in een gezinssituatie die niet deugt, vatbaar zijn voor herhaling. De eerste maanden na detentie zijn cruciaal ter voorkoming van recidive.

Ten derde het aanpakken van het lerarentekort en tekorten aan agenten en verpleegkundigen. Dit hangt onder andere samen met hoge huisvestingslasten. Daarom willen we een deel van de hypotheek van deze doelgroepen rentevrij financieren. Tevens zou het college afspraken moeten maken met commissaris Welten dat, als de gemeente bereid is te investeren in huisvesting en flankerend beleid, de hoofdcommissaris meer geld moet uittrekken voor het salaris van agenten, in het bijzonder die agenten die na een paar jaar werkervaring weg dreigen te gaan omdat ze in een andere gemeente meer kunnen verdienen. Zo houden we alleen de onervaren agenten over en dat is niet de bedoeling. Voor onderwijs kwaliteit op zwakke scholen en huiswerkbegeleiding is extra geld nodig. Tot slot kan flankerend beleid voor leraren wat ons betreft onder andere bestaan uit het (co-)financieren van de opleiding van leraren die zonder kwalificatie voor de klas staan (nu moeten deze leraren zelf de opleiding financieren).

Ten vierde gaat het om het verbeteren van de bereikbaarheid: fijnmazig openbaar vervoer, onder andere door het opzetten van buurtbusjes. Het Stop en Go busje, de voormalige opstapper, kan als voorbeeld dienen, maar ook kan gedacht worden aan buurtbusjes waar vrijwilligers een rol spelen of in samenwerking met re-integratieprojecten. Zo kunnen de kosten gedrukt worden.

Met deze voorstellen werken wij verder aan de basis van een sociaal Amsterdam, waar solidariteit centraal staat, niet segregatie. Waar we ons tot het uiterste inspannen iedereen gelijke kansen te bieden op een mooi leven in deze bloeiende stad, waar wij zo trots op zijn. Waar niemand aan de kant hoeft te staan, maar íedereen mee kan doen om samen te werken aan ons mooie Amsterdam.